Eenheid in de brieven van Paulus

Eenheid in de brieven van Paulus

Het nut van dit schrijven zit in het feit dat de onbijbelse leringen van o.a. P en H Slagter van Het Morgenrood wordt aangetoond. Op de laatste pagina vindt u de bron verwijzingen welke aangegeven worden in de tekst met een speciaal teken.

Eenheid in de brieven van Paulus

2 Kor. 11: 4 Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel.

De Gemeente van Corinthe wordt hier door Paulus terechtgewezen, niet vanwege het feit dat zij de ’andere Jezus’ of het ’andere evangelie’ wat gepredikt werd aannamen, maar het verdroegen, ofwel prediking er van toestonden in de Gemeente. Het is duidelijk dat Paulus dit niet acceptabel vindt en hen er ook op wijst dat dit niet strookt met wat hen geleerd was. Tegenwoordig doen ook vele ’evangeliën’ de ronde, en de meeste predikers er van claimen ook nog eens allemaal het Evangelie van Paulus of Paulinisch etc. te zijn in hun prediking en leer. Deze Evangeliën worden door de tegenwoordige Evangelischen zeer wel verdragen!

Ik wil mij nu beperken tot het thema de eenheid in de brieven van Paulus, aangezien dit een thema is waarmee wij veel dwaling kunnen doorzien en weerleggen. De Apostel Paulus is de schrijver van 14 nieuwtestamentische brieven, de Hebreeënbrief  meegerekend, waarop de Nieuwtestamentische gemeente -leerstellig gezien- gebaseerd is.

Deze brieven zijn, naar de tijd gerekend, te verdelen in twee groepen:
· De brieven welke Paulus schreef tijdens de ’Handelingen periode’;
· De brieven welke Paulus schreef tijdens zijn gevangenschap in Rome (na Handelingen 28).

Tot de ’Handelingen brieven’ behoren onder andere:
Romeinen, 1e en 2e brief aan Corinthe, Galaten, 1e en 2e brief aan Thessalonica de brief aan Titus.

Tot de ’gevangenschap brieven’ behoren onder andere Efeze, Kolossenzen en Fillipenzen. De volgorde in de Bijbel is dan ook niet chronologisch.

Dispensationalisme
Dispensationalisme is een moeilijk woord voor ’bedelingenleer’. Het betekent feitelijk het geloven in de idee dat God Zijn plan uitvoert -met de mens- in perioden of fasen, in het oude, Bijbelse, Nederlands bedelingen of eeuwen. (Efeze 2:7.

Daarbij worden deze perioden gekenmerkt door een verandering in Gods handelwijze met de mens(heid. Het woord Dispensationalisme is afgeleid van het engelse dispensation (bedeling.
Bekende aanhangers van deze leer zijn dr. C.I. Scofield (een leerling van J.N. Darby, welke veelal als grondlegger van de vergadering van gelovigen wordt gezien) en, bijvoorbeeld in Nederland, wijlen br. Jakob Klein Haneveld (Het Morgenrood, Brandpunt Bijbelschool.

Hoewel met name binnen de Calvinistische hoek deze leer bekritiseerd wordt zijn zelfs Calvinisten, vaak zonder het te beseffen, aanhangers van de ’bedelingenleer’; immers: ook zij maken onderscheid in Gods handelen in bijvoorbeeld het Oude- en Nieuwe Testament! Daarmee onderscheiden zij in elk geval twee perioden (bedelingen. Het traditionele dispensationalisme heeft veel aanhang onder Baptisten-, Pinkster/Volle Evangelie-, Vergadering-gemeenten en de Maranatha-beweging.

Het traditionele model onderkent zeven perioden:
1. Onschuld - van schepping tot Zondeval;
2. Geweten - van Zondeval tot Zondvloed;
3. Menselijk bestuur - van Zondvloed tot  spraakverwarring in Babel (Noachitische wet);
4. Belofte - van de Roeping van Abraham (direct na spraakverwarring) tot de Wet;
5. Wet - van de instelling van de Wet, op de Sinaï, tot de dood van Christus;
6. Genade - van de opstanding tot de wederkomst van Christus;
7. Het Duizendjarige rijk - van Wederkomst tot het laatste oordeel.

Na het laatste oordeel volgt dan de nieuwe Hemel en Aarde en is Gods handelen met de schepping tot een einde gekomen, immers: dan is de oude schepping niet meer!
Deze zeven bedelingen zijn niet een ’raamwerk’ of ’bril’ waardoor de Bijbel gelezen zou moeten worden, doch een conclusie uit het gelezene en daarmee een (eenvoudige) sleutel tot het begrip van de Bijbel.

Ultra-Dispensationalisme
Volgens sommigen echter zijn er meer bedelingen te herkennen en met name in de brieven en bediening van Paulus brengen zij een splitsing aan, welke parallel loopt met zijn ’handelingen’ en ’gevangenschap’ brieven. Deze scheiding wordt veelal gemaakt onder verwijzing naar 2 Timotheus. 2:15:
Als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het Woord der Waarheid.

Onder dit ’rechte voren trekken’ verstaat men dan onder meer het ’op juiste wijze verdelen’ van de Schrift in bedelingen of perioden. Bij de ene beweging heet het dat men dan de verdeling in ’aeonen’ volgens Paulus’ evangelie toepast, de ander claimt de juiste ’bedelingen’ toe te passen; beiden doen echter hetzelfde: het verdelen van Paulus bediening in - op zijn minst - 2 perioden. Daarnaast kennen sommigen een bedelingenleer welke zelfs de gehele schrift in ca. 70 bedelingen (!) verdeeld. Je mag een geleerde zijn, vrees ik, om deze bedelingen juist te volgen en toe te passen.

Handelingen 28:11-31 (Paulus te Rome)
De brieven van Paulus worden dus verdeeld in 2 perioden: de Handelingen- en de gevangenschapperiode. De gedachte is dat pas in Handelingen 28 de ’bedeling van de Genade’ (de 7e bedeling) is aangevangen.
Daarmee moet ons meteen duidelijk zijn dat naar het oordeel van deze lering de gelovigen in de voorliggende periode, zeg maar tussen handelingen 2 en 28, niet op basis van genade behouden zijn en derhalve een uitzonderings-positie innemen ten opzicht van de huidige gemeente van Christus.

NB. De (belangrijke) vraag is dan: waartoe behoren zij? Tot Israël? Dat is onmogelijk aangezien er ook heidenen tot deze eerste gemeente behoorden. Tot het Lichaam van Christus? Dat is dan eveneens onmogelijk, aangezien zij niet tot de Gemeente (van de 7e bedeling) behoren!

Uit de aanname dat de bedeling van de Genade pas is ingegaan met Handelingen 28 volgt dan tevens de conclusie dat alles wat er voor geschreven is, niet of slechts ten dele van toepassingen is voor de huidige christen. Dit behelst dus niet alleen de Handelingen der Apostelen, maar tevens de brieven van Paulus geschreven vóór Handelingen 28. Tevens hangt men de gedachte, meestal bedekt, aan dat Paulus’ gevangenschap-brieven superieur zijn ten opzichte van de Handelingen-brieven en dat gelijktijdig met het ingaan van de bedeling van de Genade -in Handelingen 28 wel te verstaan- de Gemeente van Christus (de kerk) is ontstaan. Aan het maken van het onderscheid tussen de ’handelingen’ en ’gevangenschap’ brieven onderkennen we de zogeheten ultra-dispensationalisten.

De Ultra-Dispensationalisme  zijn te verdelen in een aantal groepen:
· Als eerste hen die openlijk uitkomen voor hun overtuiging en er zich bewust van zijn. Een voorbeeld hiervan is een van de belangrijkste grondleggers van deze leer, E.W. Bullinger;
· De tweede categorie zijn de ’verborgen’ ULTRA-DISPENSATIONALISTEN: zij geloven en leren hetgeen Bullinger leerde, maar in het openbaar ontkennen zij dit of zetten er zich zelfs tegen af;
· De derde categorie is de groep welke gedeeltelijk de leringen van de ULTRA-DISPENSATIONALISTEN aanhangen en er een eigen variant op hebben gemaakt; hiertoe behoort bijvoorbeeld dr. Peter Ruckman, een bekende KJV-only  Baptisten prediker uit Amerika. Binnen deze groepering vindt men veel gelovigen welke van mening zijn dat de bedeling van de genade begint in Handelingen 28, maar de Gemeente in Handelingen 2, 9 of 13.

In Ruckman’s boeken en prediking promoot hij met regelmaat de visie van de ULTRA-DISPENSATIONALISTEN. Hij verkoopt zelfs Bullinger’s Bijbelvertaling [een KJV-only aanhanger nota bene! RB] in zijn boekenwinkel, terwijl hij tegelijkertijd Bullinger aanvalt 

Gezien de publicaties (brochures, tijdschriften, artikelen) van de laatste jaren moeten we in Nederland tegenwoordig onder andere de Gemeenten van Eben Haezer , o.a. te Rotterdam, Het Morgenrood en Stg. Verkondig het Woord (uitgever van het tijdschrift Amen) rekenen tot de meest actieve promotors van het ultra-dispensationalisme.

Een geheel… of niet?
Over het algemeen heerst binnen het dispensationalisme de opvatting dat met het ontstaan van de Gemeente van Christus een nieuw tijdperk aanbrak, waarin God niet meer exclusief met Israël handelde, maar -in Zijn genade- gerechtigheid heeft aangeboden aan een ieder die gelooft. Romeinen 3:21-22, Efeze 2:5, 8.

We moeten de brieven welke Paulus schreef in zijn Handelingenperiode niet nemen en ’inlezen’ in de brieven welke hij, in Handelingen 28, schreef als gevangene in Rome

Is er sprake, zoals Bullinger zijn volgelingen ons willen laten geloven, van een scheiding in de leer en bediening van Paulus? Is het werkelijk zo dat Paulus vóór zijn gevangenschap een ander evangelie bracht dan daarna? Is het zo dat de Genade pas na Handelingen 28 werd aangeboden?  Dat de gemeente pas toen ontstond? En… zijn deze vragen en leringen nu zo belangrijk of anders dat wij er aandacht aan moeten besteden?

Om met de laatste vraag te beginnen: naar mijn oordeel wel. De antwoorden op de vragen gesteld zullen laten zien waarom het zo belangrijk is te weten wat de leer van de ultra-dispensationalisten inhoud en hoe zij zich verhoudt tot de Bijbel. Aangezien de brieven van Paulus uit de ’Handelingen periode’ als niet voor de Gemeente worden bestempeld door de ultra-dispensationalisten en men tévens claimt -direct of indirect- dat er inhoudelijk, leerstellig, verschillen zijn is het zaak dit te toetsen aan de brieven zelf. Immers: wanneer de ultra-dispensationalisten gelijk hebben heeft dit mogelijk consequenties op velerlei gebied.

De ultra-dispensationalist claimt:
Zaken welke verschillend zijn, zijn niet hetzelfde… de keerzijde is: Zaken welke hetzelfde zijn, zijn niet verschillend!

Reeds vanaf het eerste begin dat de leer van de ultra-dispensationalisten terrein begon te winnen -en ik wist toen nog niet eens dat het zo genoemd werd- in onze eigen kringen heb ik mij tegen deze opvattingen verzet. In de laatste jaren zijn de broeders welke deze leer brengen stapje voor stapje verder gegaan -wat ik indertijd al verwachtte- met het brengen van deze leer.

Helaas sluiten veel gelovigen hun ogen en willen het schijnbaar niet beseffen -anderen tuinen er ’met open ogen’ in. De leer van het ultra-dispensationalisme, in welke vorm dan ook, heeft in slechts een paar jaar ontzettend veel terrein gewonnen door de arbeid van slechts enkelen! Wij zien daarbij op tegen de ’geleerdheid’ van dergelijke broeders, wij worden overdonderd door hun charisma en welbespraaktheid en zien te veel naar de mens. Wij verzuimen de Boodschap welke zij brengen te toetsen aan de Bijbel!

De ultra-dispensationalisten zeggen al snel dat er duidelijke verschillen zijn in de ’Handelingen-brieven’ en de ’gevangschap-brieven’ van Paulus. Maar, maakt dat de brieven wezenlijk verschillend? De keerzijde is namelijk dat de zaken welke overeen komen eveneens zeer duidelijk zijn. Maakt dit de brieven dan -wanneer ik dit aantoon- wél tot één geheel? Naar mijn bescheiden oordeel en beperkte inzicht gaat het er om wát verschillend of juist niet verschillend is. Daarbij dient uiteraard de context van het geheel niet uit het oog te worden verloren.

Niet voor niets lazen wij twee schriftgedeelten uit de Romeinenbrief (Rom. 3:21-22) en de Efezebrief (2:5, 8) welke elkaar zogenaamd uitsluiten (Handelingen versus gevangenschap) en toch exact hetzelfde leren aangaande onze behoudenis door Genade alleen. Dit is, volgens de leer van de ultra-dispensationalisten, een volstrekte onmogelijkheid wanneer wij deze leer consequent toepassen!
Behoudenis door Genade zou pas in de gevangenschapperiode worden geleerd door Paulus, in de Romeinenbrief zou dit dus niet zo gevonden mogen worden; immers: men leefde toen nog niet in deze bedeling volgens de ultra-dispensationalisten?! Nog een exemplarisch voorbeeld vinden wij in Handelingen 28 zelf: vers 31 leert dat Paulus zich tijdens de Handelingenperiode bezig hield met de prediking van het Koninkrijk Gods. Volgens de leer van de ultra-dispensationalisten zou dit echter niet meer van toepassing zijn in de gevangenschapperiode!

Opsomming
De volgende opsomming is een serie van schriftgedeelten welke naar mijn oordeel aantonen dat in de brieven van Paulus, zowel in zijn ’Handelingen-brieven’ als in zijn ’gevangenschap-brieven’ dezelfde leringen gevonden kunnen worden. Deze opsomming is niet volledig… maar toont naar mijn oordeel overduidelijk aan dat het gemaakte onderscheid een kunstmatig en onbijbels onderscheid is.

Onderwerp Handelingen Gevangenschap
Redding door genade 
Titus 3:5; Rom. 3:24, 4:5, Rom. 6:14, 15 (niet onder de wet, maar onder de Genade!)  Efeze 2:5, 8

De Wederkomst  
1 Kor. 1:7-8, 2 Thes. 2:1-2 Fillipenzen 1:6 (dag van Christus Jezus), 1:10

Verzegeld door de Heilige Geest (de H.Geest als onderpand en verzekering)
2 Kor. 1:21-22 Efeze 1:13

Koninkrijk van God 
1 Thess. 2:12, 2 Thess. 1:5, 1 Kor. 15:50, 53. Efeze 5:5, Kol. 4:11

Onderscheid tussen Jood en Heiden  
Gal. 3:27-28, Gal. 6:15 Efeze 2:14, Kol. 3:11

De Doop (door de Geest)  
1 Kor. 12:13, Rom. 6:3-4, Gal. 3:27 Kol. 2:12

Het Evangelie is hetzelfde  Genade werd reeds gepredikt door Paulus in de Handelingenperiode:
Hand. 20:24;Rom. 1:16 Fillip. 1:27

Het fundament  
1 Kor. 3:10 Efeze 2:19

Naar mijn oordeel is derhalve de volgende conclusie gerechtvaardigd: er zijn, op de meest belangrijke punten, dermate belangrijke overeenkomsten dat het niet aangaat de brieven van Paulus, of zijn evangelie te versnijden tot twee (of meer) aparte evangelieën.

De vruchten
De gevolgen (vruchten) van de leer van de ultra-dispensationalisten zijn onder andere (maar uiteraard niet bij elke gelovige of prediker):

  • Geen viering meer van het avondmaal, dit is ’niet voor de Gemeente’;
  • Ontkenning van de opname van de gemeente
  • Ontkenning van het feit dat wij als gelovigen zijn geënt op Israël;
  • Het niet willen toepassen van de (volwassen)doop, aangezien dit in de gevangenschap-brieven niet voor zou komen;
  • Ontkenning van het bestaan van de hel/eeuwig oordeel;
  • Zonde-/schuldbelijdenis wordt niet nodig geacht, sterker: gelovigen welke hun zonden belijden worden belachelijk gemaakt, dit zou niet meer nodig zijn;
  • Ontkenning van de noodzakelijkheid van de wedergeboorte;
  • Ontmoedigen van evangelisatie;
  • Het veroorzaakt verdeeldheid en scheuring in het Lichaam van Christus
  • Het predikt een valse genade;
  • Het geeft gelovigen een valse hoop.

    Vermijdt de koude harten - hete hoofden discussie. Accepteer het Genadeaanbod, wat Christus heeft gedaan en waarvan Paulus een prediker was en hoedt u voor deze leringen, want zij zijn tot geen enkel nut. Het is een ander evangelie wat Paulus niet heeft gebracht. Verdraag het niet!

Literatuur:

  • Bijbel: NBG-vertaling, ASV-vertaling, Staten Vertaling
  • The Unity of Pauls Epistles, Arthur L. Watkins;
  • Amen - diverse nummers;
  • Gods Woord wijst ons de Weg, H. Slagter
Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.