Een periode zonder feest

DE FEESTEN VAN DE HERE
EEN PERIODE ZONDER FEEST

Samen hebben wij mogen nadenken over de eerste vier van de zeven feesten of gezette hoogtijden van de HERE die we beschreven inden in Levicitus 23. Deze eerste vier hoorden nadrukkelijk bij elkaar en het uitgangspunt was het Pascha, waarop het lam werd geslacht, het bloed werd gestreken aan de zijposten en aan de bovendorpel van de huizen, het lam werd gebraden op het vuur en dat lam werd gegeten met bittere kruiden. Bij dit alles waren de lendenen omgord en was de staf in de hand. Klaar om te vertrekken dus. De betekenis van dit alles hebt u kunnen lezen in vorige artikelen. Vanaf het Pascha werd er gerekend! Gods ’teldatum’ is altijd verbonden met het Lam! Ook in de toekomst zal dat blijken. Tegelijk met het Pascha was daar het feest van de ongezuurde broden en daags na de sabbat die viel in die ongezuurde broden was daar het aanbieden van de eerste schoof uit het staande koren (de eerstelingsgarve). Vanaf dat moment werd er geteld en was er het wekenfeest (het Pinksterfeest). De eerste vier gezette hoogtijden waren daardoor aan elkaar verbonden.

EEN PERIODE ZONDER FEEST
Na die eerste serie van vier feesten die in het begin van het jaar plaats vonden, volgde er een tijd waarin geen feesten waren voorzien. Pas in de zevende maand waren er opnieuw feesten. De drie laatste feesten zijn eveneens aan elkaar gekoppeld. Op de eerste dag van de zevende maand, op de tiende dag van die zevende maand en op de vijftiende dag van de zevende maand. Alle drie dus in een maand. Over die periode zonder feest wil ik toch graag iets kwijt.

HET BEGON ZO GOED
Vele mensen die hun schuld aan de Here God hebben beleden en die hebben geloofd in de Here Jezus als Heiland en Verlosser, ontvingen vrede met God. Zij hebben die vrede ervaren en de blijdschap welke daarmee is verbonden gesmaakt. Het was een geweldige tijd. Als we dit een ogenblik mogen projecteren tegen de achtergrond van de feesten, kunnen we stellen dat zulke mensen hebben geschuild achter het bloed van het Lam en dat ze daarna ook het verlangen hadden om te wandelen in overeenstemming met Gods gedachten. Ook het besef dat de Here Jezus in de Hemel was, drong tot hen door en er was zelfs een idee om voor de Here een getuigenis te zijn in eigen omgeving. Het begon inderdaad heel goed. Daarna zakte alles wat weg en je mag dit gerust een geloofs-crisis noemen. De blijdschap was er niet meer als voorheen en je begint je daarover wel zorgen te maken. Andere gelovigen zeggen dan dat de eerste tijd ook niet kon blijven; je moet immers weer met de beide benen op de grond komen. Dit soort zegslieden zijn slechte raadgevers ! U berust min of meer in de gedachte, dat een inzinking als u mee maakt, eigenlijk heel normaal is. MAAR DAT IS HET NADRUKKELIJK NIET. De z.g. raadgevers zijn helemaal fout bezig en de voorbeelden die ze aanhalen, zijn ook niet goed. Dit soort mensen spreekt altijd over de huwelijksdag waarop de bruid over de drempel van het huis wordt gedragen en waarin alles feest en bloemen is. Dat dragen laat je toch ook achterwege?! Nou dan! Maar deze vergelijkingen kloppen in het geheel niet. De Bijbel waarschuwt er ons voor de eerste liefde niet te verlaten (Openb. 2: 4). Natuurlijk wil ik niet zeggen dat bruidegommen elke dag de bruiden over de drempel van het huis moeten tillen. Neen, dat niet. Ze moeten n.l. nog veel verder gaan, ze moeten zichzelf in de dood geven. Als bruidegommen het konden ’afkopen’ met hun bruiden over de drempel te tillen, kwamen ze er goedkoop van af. We mogen dus nooit het eerste begin van een geloofsleven vergelijken met iets dat van deze aarde is en dat onszelf in slaap laten sussen dat het allemaal wel wat meevalt.

HOE HET NU IS
Ieder die, na een Periode van feest, een terugval in blijdschap en enthousiasme moet constateren, doet er goed aan in Gods licht te komen om te onderzoeken waar de eigenlijke oorzaak moet worden gezocht. In veel gevallen is een bepaalde gewoonte (van het vroegere leven) of een bepaalde zonde weer de kop gaan opsteken, waardoor de tegenstander weer kans kreeg om het commando van ons leven te gaan overnemen, althans weer mee te praten. Dit komen in het licht van God is een heel belangrijke zaak en het erkennen en belijden van wat niet goed is, moet gedaan worden. Psalm 139 kan ons helpen. Dit stuk zelfonderzoek en verootmoediging is nodig om aan een periode zonder feest een eind te maken.

DE GESCHIEDENIS VAN ISRAEL
In een van de eerste artikelen hebben we al aangegeven dat deze feesten uit Levicitus 23 ons ook veel zeggen over Israel en haar toekomst. We kunnen zondermeer stellen dat Israel in deze tijd ook een periode meemaakt zonder feest. Het bijbelboek Hosea geeft haarscherpe diagnoses over de toestand in Israel en waarom Israel allerlei moet meemaken. Een van die diagnoses is, dat ze te gronde gaan (als volk) door gebrek aan kennis en doordat de vorsten (de voorgangers) mensen zijn die de grenzen verleggen. In het derde hoofdstuk van dat boek Hosea staat: ’Want vele dagen zullen de Israelieten blijven zitten zonder offer, zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE hun God zoeken, en David hun Koning en bevende komen tot de HERE, tot Zijn heil- in de dagen van de toekomst’ (Hosea 3 vers 4 en 5). We hoeven niet een bijzondere gave te hebben om te kunnen zeggen dat Israel jaren, zelfs eeuwen in die situatie hebben geleefd. Ze waren ver van Jeruzalem en ver van het beloofde land verwijderd en leefden vele jaren in grote nood en vervolging. En zelfs in onze dagen, waarin een deel van het volk toch weer terug is, is er sprake van nood en spanning. Het enige dat nog over is van de tempel is een klaagmuur. Je kunt met recht zeggen dat het een periode zonder feest is.

ZINGEN IN DE WOESTIJN
In Hosea 2 staat, in de eerste plaats voor Israel, een merkwaardige profetie. Leest u voor u zelf in elk geval vers 13 tot en met vers 15. De Here laat weten dat Hij Israel zal lokken in de woestijn, dat Hij haar zal leiden in die woestijn en dat Hij in die woestijn tot haar zal spreken. In die woestijn zal de Here Israel wijngaarden geven en het dal Achor (waar Achan werd gestenigd in het bijbelboek Jozua) zal tot een deur van hoop worden. Israel zal in die woestijn zingen als in de dagen van haar jeugd, toen ze uittrok uit Egypte en ze zullen in die tijd de Here ’mijn Man’ noemen. Zeven heel bijzondere dingen in een periode zonder feest, in de woestijn der volkeren. God laat weten dat Hij dat volk toch weer terug zal brengen en dat Hij dat volk zal leren in de omstandigheden, die op zichzelf helemaal niet gemakkelijk zijn. Het is heel merkwaardig dat in dit gedeelte het dal Achor wordt genoemd. Het lijkt er op dat de Here Achan, die van het gebanne nam en niet luisterde naar de stem van de Here, als voorbeeld stelt voor een heel volk. Maar de Here stelt, dat uitgerekend de plaats waar je kunt zien hoe het met hen afloopt die niet luisteren, dat uitgerekend die plaats een deur van hoop wordt; herstel dus. Ze zullen weer zingen als toen ze uit Egypte bij de zee stonden en ze zullen weer blijdschap en zegen kennen.

DE LES VOOR MIJ
Een periode zonder feest is ook een les! Nooit zullen we de Here de schuld kunnen geven van het afwezig zijn van blijdschap en groei. De Here Jezus is immers DEZELFDE, bij Hem is geen schaduw van omkering. Aan de Here ligt het niet, als er bij ons geen feest is. Zoals reeds gesteld zullen we de oorzaak bij onszelf moeten zoeken en de oorzaak moeten opsporen. Ook voor ons kan het bijbelboek Hosea raad geven. Leest u 5 vers 15 en hoofdstuk 6 vers 1 tot en met 3. In dat laatste vers staat: ’Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar jagen Hem te kennen.’ Wij zullen nooit genoegen moeten nemen met de idee dat een achteruitgang in onze blijdschap of enthousiasme een gewone zaak zal zijn. Dat is ongewoon, de eerste liefde mag er blijven en het vurig van geest zijn, moet blijven. Als er toch een tanen is van deze dingen, moeten we terug naar de Here en opnieuw verlangen naar de onvervalste redelijke melk; verlangen naar iets van de Here Jezus zelf.

EEN KLEIN VOORBEELD
Een jonge predikant deed zijn uiterste best om een goed, doorwrochte preek af te leveren; alles zat goed in elkaar en was theologisch goed onderbouwd. Op een bepaalde zondag vond hij, toen hij op de preekstoek kwam, een klein briefje met daarop een tekst uit Joh. 12: ’Wij wensen Jezus te zien.’ Onze predikant schrok geweldig en is met deze tekst naar huis gegaan en voor Gods aangezicht heeft hij overwogen of dat inderdaad het grote manco was. Hij veranderde zijn preken. Enkele weken later vond hij op dezelfde plaats weer een briefje, weer met een tekst uit het evangelie naar Johannes. Nu uit hoofdstuk 20 waar de discipelen tegen Thomas zeggen: ’Wij hebben de Heer gezien!’ Dit kleine voorbeeld geeft aan waar het op aankomt in ons leven, wij moeten de Here Jezus zelf zien en door Hem kunnen we echt groeien en bloeien. Dan wordt een periode zonder feest voorkomen en zullen we, ook in een tijd van droogte (Jer. 17) blijven bloeien en vrucht blijven geven.

Het volgende artikel zal, D.V., gaan over het feest van het geklank en dat geklank (van het woord van God) is nodig om terug te keren tot de HERE en nodig om de blijdschap te hervinden zodat er weer een feest voor de HERE kan worden gezien in ons leven.

 DATO STEENHUIS

Copyright (c) Het Zoeklicht, 1992
Het Zoeklicht verleent toestemming tot electronische verspreiding
van dit artikel, mits in ONGEWIJZIGDE VORM, MET BRONVERMELDING.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.