Water op de tempelberg

Water op de tempelberg

Deze foto’s zijn genomen in 1995. Ze tonen de slangen, uitgerold vanaf de moskee van Omar over het wandelgebied. Peter Martinez van Now Kingdom Ministries (organisatie van het nieuwe koninkrijk) kijkt toe hoe een slang water op de grond loost.

De hier boven afgedrukte foto’s laten ons een voorvervulling van Ezechiël 47 zien, het menselijk streven om de profetie tegen te houden zal niets uithalen want uiteindelijk zal er zoveel water uit de tempelberg stromen dat zelfs de Dode Zee gezond zal worden, dat er weer gevist kan worden. De Arabieren weten heel goed wat er geschreven staat in het Woord van de Here God maar in hun wanhoop worden pompen gebruikt om in te grijpen, om hun “god” een handje te helpen. In Ezechiël 47 lezen wij het volgende:

“En hij leidde mij door de Noordpoort en hij voerde mij toen buitenom naar de buitenste poort, naar [de] [poort] die op het oosten uitzag; en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant.

Ezechiël mocht in een gezicht de toekomende tijd zien, hij zag in een verre toekomst, een toekomst die op dit moment nog steeds moet komen.

Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de enkels.

Na 333,33 meter reikte het water tot aan de enkels.

Hij mat weer duizend [el] en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieen. Hij mat weer duizend [el] en deed mij erdoor gaan; het water reikte tot aan de heupen. Hij mat nog eens duizend [el]; nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden. Na 1333,32 meter, nog geen anderhalve kilometer was de stroom niet meer doorwaadbaar en niet meer te keren.

Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek. Toen ik terugkeerde, zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen.

In een land van watertekorten groeien veel bomen langs die wonderlijke stroom, wat zal het land Israël mooi en groen worden in het duizendjarige rijk.

Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat haar  water gezond wordt.

Het is ongelooflijk dat “de zee”, de dode zee, weer gezond zal worden, ja er zal zelfs veel vis te vangen zijn.

En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt, dan wordt [het] [water] [van] [de] [zee] gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. Vissers zullen erlangs staan van Engedi tot En-eglaim; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk.

De Here God zal Israël ongelooflijk zegenen, het land zal voedsel leveren voor al haar inwoners. Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het zout prijsgegeven. De laagste delen van de dode zee zullen zout blijven en onbruikbaar voor vis – of veeteeld.

Langs de beek zullen op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel.

Zelfs de bomen werken mee aan het onderhoud van de mensen, zelfs ziekten zullen bedwongen kunnen worden door het gebruik van de bladeren.

Zo zegt de Here Here: Dit is de grens, waarbinnen gij het land als erfdeel zult verdelen onder de twaalf stammen Israels; Jozef ontvangt twee delen. Gij zult het als erfdeel ontvangen, de een zowel als de ander, omdat Ik gezworen heb, dat Ik het aan uw vaderen zou geven, en dit land zal u als erfdeel toevallen.

Het spreekwoord zegt dat de “molens van de Here” soms langzaam draaien, maar zeker draaien. Een paar duizend jaren geleden beloofde de Here een groot land aan Zijn volk en op dit moment zijn wij heel dichtbij die vervulling. De wereld, onder leiding van de VN, wil via onderhandelingen en druk Israël verbieden zich uit te breiden, maar dit verbod, aanslagen van Arafat en de bemoeienissen van Amerika en Europa zullen niets baten. Eerst komt het water tot de enkels en na nog geen anderhalve kilometer kan de stroom niet meer doorwaad worden. Israël bouwt woningen in het zand en in afgelegen gebieden, de Here heeft gezegd dat er een “groot Israël” zal komen en Zijn plannen zullen altijd in vervulling gaan.

Dit nu is de grens van het land: aan de noordzijde van de grote zee af, langs Chetlon, totdat men komt te Sedad, Hamat, Berota, Sibraim, dat tussen het gebied van Damascus en dat van Hamat ligt, en het middelste Chaser, dat op de grens van Hauran ligt. Zodat de grens loopt van de zee tot Chasar-enon, het gebied van Damascus, en in het Noorden noordwaarts is Hamat de grens. Dit is de noordzijde. En de oostzijde: van tussen Hauran en Damascus, van tussen Gilead en het land Israels, langs de Jordaan, zult gij tot aan de oostelijke zee de grens bepalen. Dit is de oostzijde. En de zuidzijde: zuidwaarts van Tamar tot het water van Meribat-kades, naar de beek, naar de grote zee. Dit is de zuidzijde tegen het Zuiderland. En de westzijde: de grote zee van de grens af tegenover de weg naar Hamat. Dit is de westzijde. Dit land nu zult gij onder u verdelen naar de stammen Israels; Gij zult het tot een erfdeel verloten onder u en onder de vreemdelingen die onder u vertoeven en die onder u kinderen verwekt hebben; dezen zult gij als onder de Israelieten geboren beschouwen; zij zullen met u een erfdeel bij loting toegewezen krijgen onder de stammen Israels”.
Ezechiël  47: 2 - 22

Eén stad zullen wij er uitlichten, Damascus een stad in Syrië, tot aan die stad zal Israël haar grenzen verleggen en als we dit weten beseffen wij óók waarom de Arabieren zo verbeten zijn. Israël zal de grootmacht van het Midden-Oosten worden, Israël zal veel bodemschatten binnen haar grenzen vinden, Israël zal in de toekomst een dikke vinger in de oliepap hebben en dát maakt de Arabieren angstig, daarom pompen kleine mensjes het water weg, water dat eens vruchtbaarheid, voedsel en genezing zal schenken voor Israël én de bijwoners van het land.

“En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam. Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren”.
Openbaring 22:1-2

Wat de toekomst precies voor Israël en de wereld zal brengen weten wij niet, wij nu nog in een spiegel, in raadselen. Maar wij weten heel zeker dat een klein pompje van de Arabieren de Machtige en Rechtvaardige God en Schepper niet in de weg kán zitten, de molen van de Here draait misschien langzaam maar Hij zal zeker tot Zijn doel komen.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.