Zij wandelen vrij midden in het vuur, Daniël 4:25

Zij wandelen vrij midden in het vuur, naar Daniel 4:25

We kennen de geschiedenis van de 3 vrienden van Daniel waarschijnlijk wel. Sadrak, Mesak en Abednego.  Deze 3 mannen kenden de God van Abraham, Isaac en Jacob. Ze kenden Hem niet alleen, ze leefden er ook naar, ze verontreinigden zich namelijk niet met de (onreine) spijze van de koning. Dat was een bewuste keuze die vergaande consequenties kon hebben, maar ze wisten in Wie ze geloofden en waren en bleven Hem trouw.

Deze trouw was er ook toen er een bevel werd uitgevaardigd door de koning dat iedereen moest buigen voor een gouden beeld en dat men dit afgodsbeeld moest aanbidden. Ze deden er niet aan mee! Dat is nog eens trouw aan God. De koning was, zacht gezegd, not amused, over deze houding van de mannen. Maar de vrienden getuigden dat de God, die zij vereerden in staat was hen te bevrijden en zelfs als God dat niet zou doen dan zouden ze het afgodsbeeld niet aanbidden. Kennelijk hadden ze geleerd dat God soeverein is en dat hoe Hij handelt altijd goed is, ook al snappen wij er totaal niets van. God is liefde dat wisten ze en dat weten wij en daar moeten we ons altijd aan vastklemmen.

De mannen worden geboeid in de oven geworpen en dan gebeuren er een paar opmerkelijke dingen die ook voor ons goed zijn om bij stil te staan.

Het eerste wat opvalt als de mannen in de 7 x heter dan gewoonlijk opgestookte oven zijn geworpen is:

Er zijn vier mannen, terwijl er maar drie in de oven worden geworpen. Hoe mooi is dat. In de uiterste nood, waar het vuur van spreekt, is Hij Zijn kinderen nabij. De Here zelf was in de moeilijkheden vlak bij deze gelovige vrienden. Ik ben met u werd hier werkelijkheid. De Hebreeënbrief  zegt het zo in hoofdstuk 13:5 “Ik (God) zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten”. In het Boek staat het zo: "Ik zal altijd voor u zorgen; Ik zal u nooit in de steek laten." Geweldig dat we een God hebben die in alle omstandigheden bij ons is! Maar de mannen hadden ook gezegd: “zelfs als God ons niet redt”. Het gaat soms anders dan wij denken of willen dat het zou moeten gaan. Het is goed dan te beseffen, dat Hij die zelfs Zijn eigen veelgeliefde Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons overgegeven heeft een God van liefde is, de Bron van liefde is. Zijn gedachten zijn hoger dan onze gedachten. Hij weet wat goed is voor ons, laten we daar op proberen te vertrouwen.

Het tweede wat opvalt is dat de mannen vrij wandelden in het vuur. Ze gingen er gebonden in, vs. 21 en 23, maar wandelden nu vrij in het vuur rond, zonder de touwen waar ze mee gebonden waren. Moeilijkheden, zoals ziekte, verdriet, problemen met werk of in relaties of wat voor moeilijkheden dan ook zijn nooit fijn. En dan druk ik me heel zacht uit. Maar nood leert bidden zegt het spreekwoord. Het zijn vaak moeilijke omstandigheden die ons juist op Hem werpen. Toen ik een paar jaar geleden te horen kreeg dat de oncoloog dacht ik nog 1 tot 2 jaar te leven had was dat een hele zware boodschap. Maar wat direct gebeurde is dat allerlei zaken (touwen) waar ik in meerdere of mindere mate aan gebonden was direct wegvielen. Heel veel waarvan ik, soms zelfs onbewust, vond dat het belangrijk was viel weg. God, die er altijd is liefhebben dat gaf pas echte houvast! Werk of hobby’s waar je in op kunt gaan, waren ineens niet meer zo belangrijk, een goed salaris is leuk maar dat interesseerde me niet en zo kunnen er in ieders leven zaken zijn waar je op vertrouwt terwijl we eigenlijk volkomen op God zouden moeten vertrouwen.

Hij kan moeilijke omstandigheden gebruiken om ons vrij te maken van onszelf. Van nature zijn we zo ontzettend ik gericht, maar in het koninkrijk van God is het totaal anders, daar is wie zwak is sterk, wie zich vernedert zal verhoogd worden. Gij geheel anders zegt de Bijbel, dat wil Hij in ons bewerken door alle omstandigheden. Onlangs las ik Amos 4, daar gaat het over Israël. In dat hoofdstuk lezen we vanaf vers 6 5 x dat God verschillende omstandigheden “inzette” of gebruikte om Israël terug bij Hemzelf te krijgen. Helaas lezen we vijf keer: “toch hebt gij u niet tot Mij bekeerd”, (vs. 6,8,9,10,11).

Hoe reageren wij en ik op omstandigheden, bekeren we ons tot Hem of gaan we voort op een weg waarop Hij maar een bijrol mag hebben of soms ook helemaal geen rol meer. God tuchtigt ons, omdat Hij ons liefheeft. Een kind altijd zijn zin geven levert later een onhandelbaar kind op. Daar wil God ons voor behoeden. Hij wil ons opvoeden naar het beeld van Zijn Zoon en dat gaat alleen als we Hem gehoorzamen en vertrouwen dan worden de banden die ons van Hem afhouden verbroken.

Is dat makkelijk? Nee natuurlijk niet, maar Gods weg is de beste en door de weg met Hem te gaan kun je soms toch zingen in de nacht. Zingen te midden van verdriet en pijn, omdat Hij erbij is!

 

 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.