Het feest der eerstelingen

DE FEESTEN VAN DE HERE
HET FEEST DER EERSTELINGEN

Het derde feest, in een serie van zeven uit Levicitus 23, is het feest van de eerstelingsgarve. Dat feest kon pas worden gevierd als het volk van God in het land zou zijn gekomen. In de woestijn waren immers geen oogsten. De eerste twee feesten hebben ze ook in de woestijn kunnen vieren, dit derde feest (alsook enkele andere) hebben ze niet eerder kunnen houden, dan nadat ze het beloofde land waren binnen gegaan.

ALGEMEEN
Wat betekent het beloofde land? Voor Israël destijds, het volk van God, was het beloofde land het einddoel van de reis. Daar was de zegen, een land overvloeiend van melk en honing. Toch zou blijken dat ze daar (in het beloofde land dus) nog veel strijd kregen. Om werkelijk van de zegen te genieten, moest er veel gebeuren. Voor ons, de gelovigen van deze tijd, ligt dat eigenlijk ook zo.
Allen, die de Here Jezus hebben leren kennen als hun persoonlijke Heiland en Verlosser, zijn kinderen van God en dat gezelschap is gezegend met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten (Efeze 1 vers 3). Als onderpand van die zegen heeft de Here de Heilige Geest gegeven en wij kunnen nu genieten van al die zegeningen waarin wij reeds staan.
Toch moet het ook ons duidelijk zijn, dat daar waar de zegen is, strijd is. De Bijbel zegt dat onze zegen in de hemelse gewesten is, maar ook dat onze strijd is in de hemelse gewesten.
Dat is voor ons ’het beloofde land’, waarvan de beelden uit het Oude Testament spreken. Heel vaak wordt het binnengaan in het beloofde land door het volk van God destijds vergeleken met het binnen gaan in de hemel. Uit wat we hierboven opmerkten, blijkt dat dit niet zo maar kan worden gezegd omdat er in de hemel geen strijd meer is.

WAAR ZIJN WIJ NU?
Ik heb wel eens een spreker horen zeggen dat een echte gelovige in ’het beloofde land’ is. Hij bedoelde te zeggen, dat gelovigen die de Heilige Geest ontvangen, niet meer in de woestijn zijn en zijn conclusie was dan ook dat gelovigen die nog in ’de woestijn’ waren de Heilige Geest niet zouden hebben ontvangen. Dat is niet juist gezegd. In de geschiedenis van Israël hebben ze steeds een ander terrein mogen betreden. Eerst was dat Egypte, daarna was dat de woestijn. Nog weer later was dat het beloofde land. Deze verschillende terreinen lagen, wat de tijd betreft, na elkaar. Bij ons is dat echter anders. Indien wij deze beelden willen gebruiken (toepassen), dan moeten we wel voorzichtig te werk gaan. Het mag duidelijk zijn dat een gelovige vroeger in de banden van de zonde en van de satan was gebonden; hij kon zichzelf niet bevrijden (Egypte). Daama, vrijgemaakt van al die banden, is hij op weg gegaan en hij vindt in deze wereld geen voedsel meer (de woestijntocht met al zijn verschrikkingen). Toch is er nu reeds een sfeer waar de christen genieten kan, waar de zegen wordt gevonden en waar je je, tot op zekere hoogte, thuis voelt (het beloofde land). Uit dit bovenstaande bedoel ik aan te geven dat de gelovige van nu EN in de wereld is (niet meer van die wereld!), EN in de woestijn is met al de moeiten en zonder voedsel en water. Gelukkig kan de gelovige van nu ook genieten van hemelse zegen in zijn omgang met de Here Jezus, in het genieten van Gods Woord, het meemaken van diensten en het hebben van vrede en blijdschap in het hart.

DE SCHOOF UIT HET STAANDE KOREN
Er is sprake van een oogst. De allereerste schoof van de gerste-oogst moest aan de HERE worden gebracht; de garf der eerstelingen! Wie is DE eerste van een nieuwe oogst? In 1 Cor. 15 vers 23 wordt gezegd dat Christus de eersteling is ! God had dit voorschrift destijds gegeven, om Israël te leren dat Hij (GOD) in alles de eerste plaats moest hebben. Dit voorschrift vindt bij ons vaak bevreemding als wij denken aan de geschiedenis van Elia bij de weduwe van Sarfath. Wij vinden het eigenlijk heel erg brutaal, om eerst een koek voor jezelf te vragen, terwijl je weet dat er niets voor de ander overblijft. De HERE wil eerst Zijn deel van een nieuwe oogst. Overdrachtelijk is dat niet zo moeilijk voor ons. Als wij mogen geloven dat wij gezegend zijn met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten, dan is er echt wel de overtuiging in ons, dat die zegen te danken is aan onze Here en Heiland. Zouden wij daar niet veel meer aan moeten denken? Maria nam een kruikje met heel kostbare nardus en zalfde de voeten van de Here Jezus. Judas en alle anderen mopperden en zeiden dat deze nardus beter verkocht had kunnen worden om daama de armen mee te laten delen. De Here Jezus zegt echter dat Maria juist goed gehandeld heeft, door de Here eerst iets te geven; hetzelfde beginsel dus. Geeft u eerst de dank aan de Here? Geeft u Hem eerst Zijn deel? Is op deze wijze ons leven voor de Here een feest?

ER IS ECHTER MEER
We hebben iets gezegd over het geven van de eerste plaats in alle dingen aan de Here, maar het feest van eerstelingsgarve gaat toch wel verder. Die eerste schoof van een nieuwe oogst is vooral een beeld van de Eersteling Christus! Zoals er nu een Mens (de Here Jezus) in de hemel is, zo zullen er meer mensen kunnen volgen. Hij, onze Here en Heiland, is als eerste binnen gegaan en wij (allen die in Hem geloven), zullen volgen als Hij komt. Het is van onschatbare betekenis dat er nu een MENS in de hemel is. Onze Here is als Voorloper voor ons binnen gegaan en wij zullen volgen. DE EERSTELINGSGARVE is er! Het begin van een nieuw oogst.

DAAGS NA DE SABBAT
U hebt toch ons tekstgedeelte uit Levicitus 23 gelezen? De schoof uit de nieuwe oogst moest voor God bewogen worden, op de dag na de sabbat. Natuurlijk komt dan de vraag: welke sabbat is hier bedoeld?
Er is geen datum bij gegeven. De eerste drie feesten uit Lev. 23 horen duidelijk bij elkaar. Direkt gekoppeld aan het pascha was er een feest van ongezuurde broden gedurende zeven dagen. In die periode viel uiteraard een sabbat en op de dag na de sabbat, die viel binnen het feest van de ongezuurde broden, moest dan de garf (of schoof) van de eerstelingen worden aangeboden. Onwillekeurig moeten we dan denken aan het merkwaardige feit dat de Here Jezus op vrijdag is gekruisigd en gestorven (ook ons pascha, Christus, is geslacht!), waarna het feest van de ongezuurde broden begon. Uit de evangeliën blijkt dat destijds die combinatie nog bestond. Daags na de sabbat werd die schoof aangeboden. Dat was echter precies dezelfde tijd waarin de Here Jezus opgewekt werd. Kunt u zich voorstellen hoe Gods regie dit samen liet vallen? De Joden hadden immers gezegd: niet op het feest.... God echter zei: wel op het feest! Daardoor zouden immers Zijn gedachten en plannen worden uitgevoerd inclusief de samenhang tussen de drie eerste feesten.
We kunnen alleen maar neerknielen en vol bewondering aanbiddend zeggen: Here U bent groot!

ZONDAG EN SABBAT
Het is hier niet de plaats om uitvoerig in te gaan hoe wij aan onze zondag zijn gekomen en waarom wij op de eerste dag van de week onze samenkomsten hebben. Degenen die vast willen houden aan de sabbat stellen dat de zondag een heidense instelling is. We gaan niet in discussie, maar willen toch kwijt dat het wel heel merkwaardig is dat er hier in Lev. 23 al sprake is van de eerste dag van de week.
Iets verderop in ons hoofdstuk (vers 16) wordt die dag weer aangehaald. Op de opstandingsdag (de dag na de sabbat dus!) kwam de Here Jezus te midden van zijn discipelen en precies een week later weer. Op de eerste dag van de week kwam de gemeente bijeen om brood te breken en om het woord van God te horen (Handelingen 20 vers 7).
De basis wordt in dit derde feest reeds gevonden. De Here Jezus is opgestaan, het werk is volbracht. De gelovigen hoeven niet te werken om in de rust in te gaan, ze mogen rusten in het werk dat volbracht is. Toen de Here Jezus verscheen op de dag van de opstanding, toonde Hij zijn handen en zijn zijde en Hij sprak die geweldige woorden: vrede zij u! De discipelen waren verblijd toen ze de Here zagen. Een geweldig feest! Ook vandaag nog!

 DATO STEENHUIS

Copyright (c) Het Zoeklicht, 1992
Het Zoeklicht verleent toestemming tot electronische verspreiding
van dit artikel, mits in ONGEWIJZIGDE VORM, MET BRONVERMELDING.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.