Rachab

RACHAB

 

Jozua 2:1-24 - In hoofdstuk 2 van het boek Jozua vinden we het verhaal van de verspieders die door Rachab verborgen werden. Zoals in dit gedeelte beloofd werd, wer ook gedaan door Jozua: Hoofdstuk 6:17, 6:22-2

 

1.1       Waarom Rachab

 

Er is een hele praktische reden waarom de verspieders naar het huis van Rachab gingen. Zij was een hoer oftewel een overspelige maar bovenal zijn er diverse bronnen die beweren dat zij een “pension” had – oftewel een plaats waar men tegen betaling kon overnachten.

Er lag geen opdracht aan ten grondslag. Het was, van de verspieders uit, normaal dat zij daar onderdak zochten (“waar zij gingen slapen”, vers 2). Nog afgezien van de strategische ligging van haar huis!

 

Aangezien het Israelieten waren, vielen zij uiteindelijk toch op, en de koning van de stad kreeg te horen dat er Israelieten bij Rachab waren. Zoals Rachab later duidelijk maakte, was in Jericho bekend dat God met Israel was en welke wonderen er gebeurd waren. De koning van deze stadstaat echter ziet wel Gods hand –net als indertijd de Farao!- maar weigert God te erkennen en wil Hem tegenwerken; hij wil de mannen gevangen nemen en waarschijnlijk ombrengen omdat het spionnen waren.

 

Rachab heeft een aantal (bijzondere) kenmerken die van belang zijn voor ons:

·         Zij was een hoer en leefde derhalve in zonde. Als prostituée zou zij door de Wet op vele punten veroordeeld zijn;

·         Zij was een vrouw en bovendien een niet-Joodse. De Wet had oog voor vrouwen en beschermde die ook, maar de ‘beoefenaars van de wet’ hielden vrouwen vaak in onderdrukking;

·         Zij was ook iemand die God erkende en geloofde! Daardoor redde zij niet alleen het leven van zichzelf, maar ook haar hele familie;

·         Niet alleen werd zij gered in die zin dat zij niet werd gedood, zij werd ook een “gerechtvaardigde” door haar geloof én de er bij horende werken: Jakobus 2:24-26.

 

Deze geschiedenis is een van de meest duidelijke omtrent het principe van Gods genade. In Genade neemt God mensen die door hun omgeving als verliezers worden gezien en maakt ze winnaars. In eerste instantie moest Rachab echter –samen met haar familie- genoegen nemen met een plek ‘buiten de legerplaats’ van Israel. Oftewel; zij werd niet opgenomen in het volk. Integendeel, ‘buiten de legerplaats’ was alles wat onrein was.

 

Zij zal blij geweest zijn dat ze het overleefd had, maar verder viel haar weinig eer ten deel! En voor veel (gelovige) mensen geldt dit ook: de omgeving ziet je als “verliezer”, en jijzelf krijgt ook die indruk, immers: hoe vaak sta je niet ‘buiten de legerplaats’, hoor je er niet echt bij in de wereld om je heen, voorál als gelovige? Of erger nog: in de Gemeente?

 

God neemt echter Rachab in genade aan en leert een les aan ons hierdoor!


1.2       Stamboom van Jezus

De Joden zeiden dat ze geen vrouwen in hun stamboom konden hebben. De stamboom-lijn loopt via de man. In tegenstelling wat de mensen (de Joden) zeggen handelt God echter zoals Hij wil. Voor Hem doet geslacht of aanzien onder de mensen etc. er niet toe. En Hij toont dat in de stamboom van Jezus Christus waar vier bijzondere vrouwen met name genoemd worden.

1.2.1    TAMAR

In Genesis 38 komen we Tamar tegen. Zij was de schoondochter van Juda. Haar eerste echtgenoot, Er, was de oudste zoon van Juda en overleed voordat er kinderen kwamen. De 2e zoon van Juda, Onan, diende daarom haar te huwen en te zorgen voor nageslacht. Hij voelde hier helemaal niets voor en zorgde er daarom voor dat zij niet zwanger werd van hem. Ook hij overleed voordat er kinderen kwamen.

 

Juda geeft vervolgens Tamar de opdracht om als weduwe (tijdelijk) weer bij haar ouders intrek te nemen en te wachten tot zijn 3e zoon, Sela, oud genoeg was om met haar te trouwen en nageslacht te verwekken. In dat opzicht kwam Juda dus zijn verplichtingen als schoonvader na! Een paar jaar later was hij echter zijn belofte aan Tamar nog steeds niet nagekomen en Tamar nam het recht in eigen hand.

 

Genesis 38:12-19, 38:24-26.

 

Verder zijn er weinig bijzonderheden vermeld, behalve dat zij een tweeling krijgt. De tweede zoon, Peres, is in de stamboom van de Here Jezus opgenomen.

1.2.2    RACHAB en RUTH

In Jozua 2 worden de namen van de twee verspieders niet genoemd. Maar waarschijnlijk was één van hen Salmon of Salomon. Hij doet er verder niet zo veel toe, maar wat er wel toe doet is dat hij gehuwd was met Rachab! Dit wordt speciaal vermeld in Matteus 1:5. Zij was de moeder van Boaz. Boaz was gehuwd met Ruth. Boaz en Ruth waren de over-grootouders van (Koning) David.

 

Op Ruth hoef ik verder niet diepgaand in te gaan denk ik; zij was een Moabietische en viel dus onder de vloek welke op Moab rustte. Maar ook zij was een prachtig voorbeeld van hoe God de “verliezer” tot een “winnaar” maakt; door haar geloof werd zij opgenomen in de stamboon van de Here Jezus!

1.2.3    BATSEBA

De vierde vrouw in het geslachtsregister van de Here Jezus is Batseba, de vrouw van Uria. In 2 Samuel hoofdstuk 11 lezen we hoe David overspel met haar pleegt en er voor zorgt dat Uria – haar man – gedood wordt in de strijd. Het kind wat uit deze overspelsituatie geboren wordt overlijdt na een ernstige ziekte. In 2 Samuel 12:24 lezen we dat er vervolgens een 2e kind geboren wordt; de (beroemde) Koning Salomo.

 

Ook in deze situatie zien we de enorme genade van God. David is zich van zijn zonde bewust geworden, belijdt deze en vervolgens geeft God genade; de geboorte van Salomo.

 

Drie van de vier vrouwen die hier genoemd zijn waren niet-Joods. Van Batseba weet ik het niet, zij was in elk geval gehuwd met een niet-Jood.

Het was voor de Joden verboden om zich te mengen met andere volken. En tóch gebruikt God deze geslachtslijn van mensen die aan alle kanten niet aan de menselijke en zelfs Goddelijke normen voldoen! Uit deze geslachtslijn van overspeligen, zondaars, etc. wordt de Messias geboren! Dit zoals God beloofde aan David:

 

         “Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd”. (II Sam. 6:16).

 

David zou (a) de teloorgang van Israel niet zien, integendeel. En, (b) in de verre toekomst lag ook een belofte: zijn troon zou voor altijd blijven. Die belofte is vervuld in de Here Jezus.

 

2        GENADE

 

Van alle personen (vrouwen) die we hier zagen weten we dat ze behouden werden, niet omdat het zulke geweldige mensen waren – maar vanwege het feit dat ze oprechte gelovigen waren en God hen in genade aannam!

 

Omdat Rachab een prostituée was (geweest) had ze weinig illusies over zichzelf of andere mensen. Na haar redding hoefde ze niet veel religieuze nonsens af te leren (wetten, regels, gedragscodes, etc) en dus groeide ze snel in geloof. Zij trouwde Salmon, waarschijnlijk één van de leiders van de jonge Joodse natie. In ieder geval iemand die het vertrouwen van Jozua genoot. Het huwelijk van Rachab, met Salmon, werd gezegend met onder andere de geboorte van Boaz. Zoals we al zagen was zij de schoonmoeder van Ruth en bet-overgrootmoeder van David de koning.

 

Niet alleen werd zij in die zin gezegend; ook in de zin van “goederen” of aardse zegen: Ruth 2:1 (“zeer vermogend man”). Oftewel, het ging de familie in alle opzichten goed.

 

Rachab zag dus drievoudige zegen op haar geloofsdaad:

·         Zij werd, als eerste, opgenomen in Israel – ze was niet meer ‘buiten de legerplaats’ of onrein. Ze hoorde er helemaal bij;

·         Zij werd gezegend door kinderen te krijgen en niet zomaar kinderen: het werd het koningshuis van Israël en uiteindelijk werd uit haar de Messias geboren!

·         Zij werd –en met haar de familie- ook in aardse zin gezegend.

 

Als je alles zo op een rij zet zie je een geweldige familiegeschiedenis! De familie had in elke generatie gelovigen die een relatie met God als het belangrijkste doel in hun leven hadden. Zij maakten het hele gezins-, sociale-, en bedrijfsleven ondergeschikt aan Gods wil en Zijn plan en ze werden als resultaat hiervan generaties lang gezegend en allerlei opzichten!

 

Een familie kan zo zeer bepalend zijn voor een mens’ geschiedenis. Maar ook de keuzes die we nu maken als mens. Besluiten we als mens uit een verkeerde familietraditie te stappen (bijvoorbeeld generaties van ongeloof of weerstand bieden aan God) door in geloof God te aanvaarden, dan kan dit als resultaat hebben dat geslachten lang ná ons dit zijn vruchten of zegen zal afwerpen! Dit betekent niet dat we het zelf hierdoor gemakkelijk zullen hebben of de generaties na ons; zoals gezegd: vaak wordt je dan als een “verliezer” gezien. Je familie zal je misschien buitensluiten… Maar zoals we eerder zagen zijn we, in God’s ogen, winnaars!


3        GEBEURTENISSEN RONDOM RACHAB

 

Jozua 2 begint met de 2e spionage in het land Kanaan door de Joodse “Militaire dienst”. De eerste missie, met 12 spionnen, was 40 jaar daarvoor. Alléén Jozua (stam van Efraim) en Kaleb (stam van Juda) hadden indertijd voldoende vertrouwen in God om een positief of optimistisch rapport uit te brengen. Nu koos Jozua voor slechts 2 spionnen en hij zond ze naar Jericho.

 

Jericho was de sleutel tot Kanaan. Daarom moesten de spionnen daar heen gaan. Het spioneren had twee doelen:

·         om militaire informatie te verkrijgen over de tegenstander – bijvoorbeeld terrein, versterkingen, grootte van de troepen;

·         het tweede doel, deel van Gods plan, is om het leven te beschermen van diegenen in Jericho die wedergeboren waren! Er was een soortgelijke situatie in Sodom, waar Lot’s familie net voordat de stad vernietigd werd uitgered werd.

Leviticus 18 geeft een opsomming van een lange rij zonden welke de Israëlieten absoluut niet mochten begaan (vers 1-23). Het waren zonden die werden bedreven in Egypte maar met name in Kanaan. Een aantal ervan kenden we ook al uit het verhaal van Lot.

 

Leviticus 18:13, 18:24-30.

 

De Kananieten waren onder het finale oordeel van God gekomen; het land waarin zij leefden spugde het volk uit – het was compleet verontreinigd door de zonde. God’s maat was vol wat betreft het volk Kanaan.

 

Terzijde: vaak zeggen mensen dat zij niet in God geloven, met als argument “als God bestaat waarom doet Hij niets aan wat er in de wereld gebeurt”. Het antwoord is vaak: God kent de wereld waarin wij leven niet, Hij heeft er geen bemoeienis mee, Hij ziet alleen nog de gelovigen enz. Dat is naar mijn mening maar ten dele juist. Hij ziet naar mijn mening wel degelijk wat er gebeurt en zal de wereld ook oordelen! Zoals hij ooit de wereld oordeelde door die met water te bedekken en Noach uitredde (als beeld van de Gemeente) zo zal Hij ook over de wereld een enorm oordeel brengen wanneer de Gemeente weggenomen is. Maar, dit gebeurt pas wanneer “de maat vol is”. We zien dit in de Bijbel verschillende malen en naar mijn oordeel is er geen enkele grond om aan te nemen dat dit niet weer zal gebeuren.

 

Het volk Kanaan verdiende niet anders dan dat zij voor alle zonde, onschuldig bloedvergieten (offeren aan Moloch bijvoorbeeld) enz. de straf er voor moesten ondergaan. Deze straf werd door het volk Israel ten uitvoer gebracht. Er is echter één principe wat altijd ongeschonden blijft: God zorgt voor de Zijnen, ongeacht waar zij zich bevinden of hoever ze zijn afgedwaald. De spionnen waren, zonder dat zij zich er van bewust waren, een instrument in God’s hand om Rachab en haar familie uit te redden.

3.1        Rachabs persoonlijke getuigenis

Tot slot gaan we naar Rachabs persoonlijke getuigenis: Jozua 2:8-11.

Zij erkent: “De Here, uw God, is een God in de hemel boven en op de aarde beneden”. Oftewel: zij erkende én geloofde dat God de Almachtige in Hemel en op aarde was.

 

Zoals Rachab besloot, in dit geval zelfs met gevaar voor haar eigen leven, te geloven zo kunnen wij ook geloven: het is een keuze. Deze keuze kan en zal groots uitpakken, zoals we in het leven van Rachab hebben gezien. Maar dan moeten we wel willen gehoorzamen aan God – door alles heen.

3.2        Winnaars of verliezers?

Eén van de bekendere mensen –neem ik aan- hier is John Nelson Darby. Hij had een prachtig leven kunnen hebben; hij was namelijk advocaat en had een praktijk. Hij had dus een leven met aanzien en geld en luxe kunnen hebben. Ik noem hem maar eens als een voorbeeld. Deze man deed namelijk iets anders. Hij kwam tot geloof en gaf werkelijk alles ten behoeve van het Evangelie. Hij was een onvermoeibare evangelist en leraar. Door zijn bediening zijn tienduizenden mensen de afgelopen eeuwen tot geloof gekomen. Maar aan het einde van zijn leven was hij een eenzaam man met veel vijanden – zelfs in zijn eigen kringen. Hij was een man die maar voor één doel leefde, de Here dienen. Aan het einde van zijn leven zullen velen, ook in zijn eigen kring, hem als een “verliezer” hebben gezien. Maar wij weten nu, achteraf, dat hij een echte “winnaar” was en dat God door hem geweldig gewerkt heeft! Nog steeds zijn er tien-, misschien wel honderduizenden mensen over de hele wereld die zijn studie-bijbel, artikelen en boeken gebruiken om anderen te onderwijzen en tot geloof te brengen!

 

Naar ons zelf toe vertaald… Ik weet van mensen die heel veel vrije tijd hebben gestoken in bijvoorbeeld zaken als folders verspreiden voor evangelisatie acties. Sommigen hebben hun familieleven opgeofferd – ze zijn niet meer welkom op de verjaardagsfeestjes en er wordt niet meer met ze gesproken…. Ouders, broers, zussen of zelfs de eigen kinderen keren zich tegen hen. Anderen hebben heel veel of misschien wel al hun geld geïnvesteerd in de verkondiging van het evangelie of opvang van armen, kinderen of.. ? Sommigen hebben hun leven (volledig) ten dienste gesteld van anderen. Zichzelf weggecijferd. Aardse luxe voor henzelf nooit belangrijk gevonden, als een ander het maar goed kreeg! Weer anderen hebben moderne middelen gebruikt en bereiken op jaarbasis tienduizenden mensen door veel vrije tijd en geld te steken in bijvoorbeeld een website. Anderen zullen van zichzelf denken: “maar ik heb alleen maar m’n buurman het evangelie verteld en dat ging ook nog niet eens goed want hij gelooft mij niet” – nu misschien niet. Maar, het woord keert nooit leeg terug. Misschien hebt u door uw geloof en de er uit voortkomende werken wel de basis gelegd voor een nieuwe Darby of Spurgeon!

 

Vaak worden ze, of kan ik niet beter zeggen wij, gezien als “verliezers”. Modern gezegd: “losers”. Omdat we, volgens de wereld om ons heen, zwakkelingen zijn die “een God” nodig hebben omdat we het “zelf niet kunnen redden”.

 

Denk in dit opzicht eens aan een lawine. Als je als gelovige niet bereid bent dat kleine steentje in beweging te zetten, dan zal er niets gebeuren. Zet je dat steentje wél in beweging dan resulteert dat in een enorme stortvloed van stenen, gruis enz. Als je boven staat, waar je dat steentje losmaakt, zie je niet wat het uiteindelijk aanricht.. Maar God ziet wat dar beneden gebeurd is. Zo was het ook met Rachab,… zij was in de ogen van de mensen maar een klein “steentje”, maar vanuit haar kwam de Rots die de satan zal verpletteren.

 

Willen we ons laten gebruiken door God, willen we die stap in geloof nemen, dan zijn wij, ook al zullen we het zelf misschien nooit (meer) zien, winnaars. Dat is niet iets om onszelf voor op de borst te kloppen – of zoals Paulus zegt “om op te roemen”. Want laten we ons goed bewust blijven waar we vandaan kwamen en wát we waren: zondaars, net als Rachab! Maar ook hoe we zijn geworden wat we nu zijn: overwinnaars, dóór Gods genade!

 

Romeinen 8:33-39.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.