De opname der gemeente. (deel 3)

De opname der gemeente.
Deel 3

Glorie voor Jezus.
Wat de Here Jezus in het Hogepriesterlijk gebed heeft uitgesproken, laat geen twijfel bestaan waar de Gemeente de Heren een plaats is bereid;

“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven”.  Johannes 17: 20

“Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt; Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad voor de grondlegging der wereld.”   Johannes 17: 24

“En Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij in Ik in hen.”   Johannes 17: 26

Het einddoel van iedere gelovige is de eeuwige gemeenschap met de Vader en de Here jezus Christus, om Hem te loven en te danken, en de Heer der heerlijkheid voor eeuwig te aanbidden en te prijzen. Wij willen graag onze aandacht richten op het navolgende: Wanneer er gesproken of geschreven wordt over de opname der Gemeente, stelt men het zo voor dat het gaat om de gelovigen van de laatste tweeduizend jaren. Het genade tijdperk waarin we ons nu bevinden. Wij zouden het verlossingswerk van de Here Jezus tekort doen, als wij dit zo zouden stellen. Het betreft alle gelovigen van alle tijden en van alle eeuwen, van Abel tot aan de laatste bazuin. Het zal een enorme gebeurtenis zijn, als de oogst der aarde plaatsgrijpt en dat alle gelovigen van alle eeuwen worden weggerukt uit deze wereld. De Here Jezus heeft gezegd: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde”, Hij gebiedt en het staat er.

De opname en de gevolgen.
We weten dat er over de opname der Gemeente zeer verschillend gedacht wordt. Dit zullen we niet proberen te weerleggen, maar wel willen we ons richten op hetgeen geschreven staat. De opname der Gemeente is van grote betekenis, want er wordt een tijdperk beëindigd. Waar het hier om gaat wordt beschreven in de drie eerste hoofdstukken van Openbaring. In deze hoofdstukken wordt gesproken over de zeven Gemeenten, welke geleid worden door de zeven Geesten Gods’.

“Johannes aan de zeven gemeenten in Asia: genade zij u en vrede van Hem, die is en die was en die komt, en van de zeven geesten, die voor zijn troon zijn”.   Openbaring 1:4

Dat het hier niet alleen gaat om een stukje Midden Oosten blijkt in vers 7 van hoofdstuk 1;

“Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen.”  Openbaring 1:7

Het geldt hier alle geslachten der aarde en daarom worden de zeven Gemeenten in Klein Azië als miniatuurvoorbeeld van de openbaring des Heren voorgesteld. Wij weten dat de Here Jezus bij Zijn afscheid gesproken heeft;

“Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.”  Mattheüs 28:19-20

Een tweede bevestiging vinden we in Handelingen 1:8;

“Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.”

Deze twee uitspraken van de Here Jezus zijn voldoende om de zeven Gemeenten van Klein Azië te zien als kleinbeeld van de Gemeente van Christus, alle eeuwen door. De strijd die deze Gemeenten moesten voeren, stemt overeen met al de aantijgingen waarmee alle gelovigen van alle tijden te maken hebben gehad. De tijd van de Gemeente wordt binnen zeer korte tijd beëindigt en dan volgt Openbaring 4:1;

“Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet.”

Wij moeten even de aandacht vestigen op het volgende. Ondanks dat de boodschap voor alle Gemeenten verschillend is, worden alle op de zelfde wijze besloten;

“Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeente zegt”

Paulus zegt;

“Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van een mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van een zeer velen rechtvaardigen worden.”  Romeinen 5:19

“Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.”  Romeinen 10:17

Openbaring 1:4 zegt;

“Na dezen, zag ik ……..”

Dit is wel een bijzondere aanduiding voor een grote gebeurtenis. Nadat Johannes het doen en handelen van de zeven gemeenten beschreven heeft volgt zijn “Na dezen .. “.  Het blijkt dat een einde gekomen is aan de Evangelieverkondiging Het slot van dit vers bevestigt dit met de woorden;

“Ik zal u tonen hetgeen na dezen geschieden moet”.

De oogst der aarde is aangebroken. Het koren wordt in de Hemelse schuur verzameld en het kaf zal worden verbrand;

“en zie een deur was geopend in de Hemel”.

Het wekt de indruk dat de vrijgekochten des Heren hierdoor zojuist door zijn binnen gekomen.  Johannes kreeg 2000 jaren geleden een inzicht dat éénmaal de Hemelpoort geopend zou zijn, en omstreeks deze tijd zal het werkelijkheid worden dat alle vrijgekochten van de gehele wereld zullen binnentreden in de hemelse Heerlijkheid.

“En de eerste stem, die ik gehoord had, met mij sprekende, zeide Kom hier op, en Ik zal u tonen hetgeen na dezen geschieden moet.”

De stem als van een bazuin klinkt dus voor de tweede keer. Is de eerste keer vanwege de Opname der Gemeenten? 1 Thessalonicenzen 4:16 zegt;

“Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan.”

Deze opname, die door de Here Jezus wordt verricht, gaat vooraf aan de tweede grote gebeurtenis, welke beschreven wordt in de hoofdstukken 4 en 5 van Openbaring.

De wereld zonder de Gemeente.
Met het wegrukken van de Gemeente van gelovigen, zijn de zeven Geesten Gods gelijktijdig meegevoerd naar de heerlijkheid Gods’, en is het werk van de Heilige Geest, dat met het Pinksterfeest begon, beëindigd. Het licht van de kandelaar is weg.

“Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; [wacht] slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.”

“De verborgenheid der ongerechtigheid” betekent dat de zonde zich onbeschaamd en brutaal openbaart. “Die hem nu weerhoudt” namelijk die het getuigenis van Jezus Christus hebben, door de Heilige Geest, die van de Vader en de Zoon is uitgegaan. De rem op de zonde “zal weggedaan worden” en alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden. De oordelen Gods’, waarvan profeten en apostelen gesproken hebben, en die door de Here Jezus zo duidelijk zijn voorzegd, zullen de aarde treffen. Duisternis zal de aarde bedekken; maar er is een totdat, want God heeft het laatste woord.

Na dezen.
Nadat de Gemeente des Heren is opgenomen in de Hemel, is het voor ons belangrijk wat daarna zal gebeuren. We lezen “er was een troon gezet” , dit lezen we ook bij de profeet Jesaja. Dit stemt overeen met Openbaring hoofdstuk 4. Het blijkt een gerichtstroon te zijn voor Israël en de wereld: “Er zat één op de troon”  De Eeuwige, de Ongeziene, maar bij wie ook de weldadigheid woont. Het teken van de regenboog is als zegel van Gods’ genade gegeven, Genesis 9: 16;

“Als de boog in de wolken is, dan zal Ik hem zien, zodat Ik mijn eeuwig verbond gedenk tussen God en alle levende wezens van alle vlees, dat op aarde is.”

De Here is een waarmaker van Zijn Woord. Hij blijft getrouw. “‘t Verbond van Abraham Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.” Dit Hemelse troongezicht heeft twee kanten voor Israël. In de hoofdstukken 4 t/m 7 hebben wij een totaal overzicht van alles wat zich in die tijd zal ontwikkelen.

De Gemeente.
We doen er goed aan te beseffen, dat we het eschatologische tijdperk zijn binnengetreden en het gaat naar de openbaring van het scheppingsplan Gods’. Zoals éénmaal de grote Exodus voor het Joodse volk uit Egypte zich voltrok, zo staat de grote Exodus voor de Gemeente van onze Here Jezus Christus voor de deur. Zijn wij klaar voor die tijd? Mozes zegt: “Uw lendenen zullen opgeschort zijn, uw schoenen aan uw voeten, en uw staf in uw hand.”  Zo gaan wij een onvoorstelbare toekomst tegemoet. Maranatha! Ja kom Here Jezus!

Enorme gebeurtenissen staan ons te wachten. Grote omwentelingen zullen plaats grijpen, niet alleen op aarde met de opname van de Gemeente, maar veel meer zullen de Hemelen bewogen worden. Openbaring 12: 7-12 zegt:

“En er kwam oorlog in de hemel; Michael en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, Maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd [op] [de] [aarde] geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.”

Michaël betekent “Wie is als God?”. Als hoogste gezant van God is hij uitvoerder om satan uit de Hemel te stoten. Nu gaat het hier om twee zaken die gelijktijdig geschieden.

  • Satan wordt met zijn engelen uit de Hemel gestoten, maar we lezen ook door wie de overwinning behaald wordt.
  • Nadat de Gemeente des Heren is weggerukt van deze aarde, wordt ons tevens een ander feit duidelijk, wat we beschreven vinden in vers twaalf. Als één stem van duizend watervallen zal de jubel klinken dat de overwinning behaald is door: “Het Bloed van het lam”. Dan zal een uitzonderlijk loflied de hemelgewelven doortrillen met een nimmer aflatende vreugde. De Here Jezus sprak tot Zijn discipelen in Lucas 10:18;
    “En Hij zeide tot hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.”

En de Psalmist profeteerde over het toekomstige feest in Psalm 47:

“ Voor de koorleider. Van de Korachieten. Een psalm. Alle gij volken, klapt in de handen, juicht Gode toe met jubelgeroep.
Want de Here, de Allerhoogste, is geducht, een groot Koning over de ganse aarde. Hij brengt volken onder ons, natien onder onze voeten; Hij kiest ons erfdeel voor ons uit, de trots van Jakob, die Hij liefheeft. [sela] God is opgevaren onder gejuich, de Here onder bazuingeschal. Psalmzingt Gode, psalmzingt, psalmzingt onze Koning, psalmzingt! Want God is de Koning der ganse aarde, psalmzingt met een kunstig lied. God regeert over de volken, God is gezeten op zijn heilige troon. De edelen der volken zijn bijeenvergaderd, als volk van Abrahams God. Want Godes zijn de schilden der aarde; Hij is hoog verheven.”

Ere zij aan God de Vader;
Ere zij aan God de Zoon;
Ere zij de Heil’ge Trooster;
Den drieëenge in Zijn troon.

Besluit.
Na alles wat hier over de opname geschreven is, zal het voor velen een onmogelijkheid schijnen om daar deel aan te hebben. Naar de hemel? Voor eeuwig bij God en de Here Jezus? U zult misschien denken dat is niet voor mij. Dat is veel te groots. Ik ben zo’n nietig mens. Een ander zal zeggen, ik heb zoveel zonde, of ik voel me veel te slecht. Bent u ten einde raad vanwege uw ellendige toestand?  Is het duister om u heen?

Het Licht deze wereld is reddend verschenen. Onze Here Jezus Christus bloedde dood op het kruis van Golgotha, om ons van onze zonden te bevrijden. En naast Hem hing een moordenaar, en toen hij smeekte om genade, ontving hij gratie met de heerlijke belofte: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”. Gods Woord zegt:

“Want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.”

De hemelpoort staat open! Ook voor u! Jezus Christus Triomfator.

Graag willen we deze brochure besluiten met een persoonlijk woord aan de lezer. Jezus heeft gezegd:

“En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.”   Mattheüs 28: 18

Zo zeker als alles in vervulling gegaan is, wat door de profeten is voorzegd, zo zeker zullen ook de beloften van de toekomst éénmaal in vervulling gaan. Het Woord van God, de Bijbel, heeft al de eeuwen door zijn betrouwbaarheid bewezen. Gods’ Woord zegt: “God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen”. Dit woord gaat atoomkracht verre te boven. Het wonder van Gods genade is voor ons een onbegrijpelijke zaak. Als we zien op het scheppingswonder van Adam en Eva, hoe deze mensen uit Gods Heilige handen zijn voortgekomen, en als ambassadeur aangesteld zijn over al hetgeen God had geschapen, dan vragen we ons af, hoe het mogelijk is dat deze mensen zich zomaar afkeerden van God, en de tegenstander van God, “leugenaar van den beginne” geloofden. Er zullen onder de lezers vele niet-godsdienstige, maar ook wel godsdienstige lezers zijn, die het verwonderen zal dat deze geweldige gebeurtenissen van Godswege beschikt zijn. Inderdaad moeilijk te verstaan, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Toen de Here Jezus op aarde was, heeft Hij duidelijk gezegd wat het einddoel van Zijn hogepriesterlijke arbeid hier op aarde zou zijn. Als wij kennis nemen van de gelijkenissen in Mattheüs 13 is het ons duidelijk, dat deze van grote betekenis zijn, en op verschillende wijze de belangrijke zaak van het koninkrijk der hemelen onder de aandacht van de eenvoudige lezer brengt. Mattheüs 13:35 zegt wat de profeet al eerder had gesproken:

“Opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet, toen hij zeide: Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen, Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.”

De zaak van het koninkrijk der hemelen wordt door de Here Jezus Zelf bekend gemaakt met meerdere voorbeelden. Ondanks de zondeval stond het raadsbesluit des Allerhoogsten vast. Voor ieder was er de mogelijkheid van eeuwige zaligheid bestemd in het koninkrijk der hemelen. Wij lezen van de gelijkenis van de zaaier:

“Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven.”  Mattheüs 13: 11

Vers 17 zegt zeer duidelijk:

“Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord.”

In vers 24 lezen we wederom van het Koninkrijk der hemelen, de gelijkenis van het onkruid en het tarwe. In vers 31 is het Koninkrijk der hemelen gelijk een mosterdzaad en in vers 33 is het koninkrijk gelijk een zuurdesem. Alle gelijkenissen duiden op een geweldige groei, zo zelfs dat het zich zal voortplanten tot aan het einde der aarde. Mattheüs 24:14 zegt:

“En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.”

Het is niet alleen dat Jezus over de verbreiding van het evangelie spreekt, maar ook dat Hij aangeeft onder welke omstandigheden de groei plaats zal hebben. Voor discipelen was de gelijkenis van het onkruid in de tarwe van bijzondere betekenis, zodat zij hier speciaal naar vragen. Zij zeggen : “Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid en de tarwe”. Mattheüs 13:37-43 zegt:
         
“Hij antwoordde en zeide: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; De akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk; Het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen. Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der wereld. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, En zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die hore!”

Zoals we zien staan hier twee machten tegenover elkaar.

God      

  -> <-  

Duivel

Goed  

  -> <-  

Kwaad
Kinderen v.h. koninkrijk

  -> <-  

Kinderen des bozen
Openbaring v.d. waarheid  

  -> <-  

Geest der leugen
Goede zaad, Zoon des mensen

  -> <-  

Onkruid, kinderen v.d. boze
Kinderen des levens

  -> <-  

Kinderen des doods
Naar de hemel 

  -> <-  

Naar de hel

Het leven op aarde is voor ieder mens beslissend waar ze zullen zijn in de eeuwigheid, vers 40-42. Na deze ernstige waarschuwing moet het ons wel aanspreken, temeer daar de Here Zelf dit heeft gesproken. De grootste nood van onze tijd is, dat deze ernstige waarschuwing nauwelijks gehoord wordt, en dat het contrast wordt gemist, men is koud noch heet (Openbaring 3:16). Luisteren naar de stem van God of luisteren naar satan is beslissend  voor de eeuwigheid. De vreze des Heren wordt gemist, maar de Bijbel zegt:

“De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand.”  Spreuken 9:10

Deze gelijkenis is een waarschuwing, die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Die aan de uitnodiging van het eeuwige heil zich niets gelegen laat liggen, zal éénmaal in de eeuwige rampzaligheid ten onder gaan. “Haast u om uws levens wil”  Na deze ernstige waarschuwing laat Jezus ons niet in het onzekere aangaande de tweede mogelijkheid. Een toekomst die ons begrip te boven gaat. Vers 43 uit Mattheüs 13 zegt duidelijk genoeg:

“Dan zullen de rechtvaardigen blinken gelijk de zon”

Het zal wel moeilijk vallen om te geloven dat het hier gaat om zondige mensen maar: Jezus roept zondaars tot bekering.

“Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn”.

Hoe zullen wij dan gerechtvaardigd worden?  Paulus zegt in Romeinen 5:1;

“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus”.

Van nature zijn wij, nietige mensen, onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Maar de Bijbel zegt: Bekeert u, en gelooft het evangelie. Honderdvijfentwintig keer lezen we in de Bijbel “bekeert u” en op velerlei andere wijzen heeft de uitnodiging tot eeuwig heil geklonken. Jezus heeft gezegd:

“Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”Mattheüs 11: 28-30

Deze uitnodiging is niet alleen gericht tot vrome mensen, maar voor ieder mens op deze wereld. God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen;

“Daar is niemand weggezonden die om schuldvergeving bad; daar heeft ieder heil gevonden, alles wat hij nodig had.”

Bent u slaaf van de zonde? Acht ge u zelf totaal verloren? Hewbt u geen verwachting meer van het leven? De Here Jezus heeft gezegd:

’Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen.”

Wij leven nog in het zegenrijke tijdperk, waarin ieder in de gelegenheid is, om het liefdesaanbod te aanvaarden van de Here Jezus Christus, Doe het nu! Voor het te laat is. Johannes 3:16 zegt;

“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.’

In drie gelijkenissen heeft Jezus zich op duidelijke wijze uitgesproken over de bekering van een zondig mens. In Lucas 15:7;

 “Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over een zondaar, die bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering hebben.”

En in Lucas 15:24;

“En haalt het gemeste kalf en slacht het, en laten wij een feestmaal hebben, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren.”

Moge er om u, die dit leest, blijdschap in de hemel zijn, omdat u zich thans in gehoorzaamheid aan de Here, tot hem wil bekeren.

Openbaring 3: 10-11 zegt;

“Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.”

Maranatha, Halleluja!

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.