De zeven gemeenten door de eeuwen heen.
De zeven gemeenten door de eeuwen heen.
(Persoonlijk geloof beloond)
De zeven Aziatische christen-gemeenten in de dagen van Openbaring 1, 2 en 3 beelden de gehele “kerkgeschiedenis” uit, vanaf de stichting van de Nieuw Testamentische Gemeente op de Pinksterdag tot de ten hemel opname van de Gemeente van de Here Jezus Christus:
“Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; Daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen.” 1 Thess. 4: 16-17
Het “profetische schilderij” van de gehele kerkgeschiedenis zullen we nu met elkaar door nemen, als eerste gaan we naar de Gemeente van Efeze:
1.
Lezen: Openbaring 2:1-7.
Efeze, betekent Begeerlijk en loopt profetisch van het jaar 50 tot het jaar 100 na Christus, dus de eerste christelijke eeuw. Zij heeft de eerste liefde verlaten:
Her-lezen: Openbaring 2:4
Dit is de toestand der Gemeente aan het einde der Apostolische eeuw. Zij was inderdaad een ’begeerlijke’ gemeente, zolang zij haar Heer volgde.
Tijdens de eerste jaren van de Gemeente van Christus sloop de afval al binnen, er waren mensen binnengeslopen die het organisme, welke de Gemeente behoord te zijn, wilden vervangen voor een organisatie met z.g.n. “ingewijde leiders”, mensen met kennis en opleiding:
“Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe [weder] uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert. Doch dit hebt gij, dat gij de werken der Nicolaïeten haat, welke ook Ik haat.” Openbaring 2:5-6
Deze Nicolaïeten stelden een soort van “werkheiligheid” in met daar naast ingewijde leiders, de Gemeente van Efeze stelde zich onder leiding van mensen en niet zoals eerder onder de leiding van de Heilige Geest. In principe stelden deze mensen toen al een “kerksysteem” in waar bekering in het geding kwam, we kunnen binnen een christelijk gezin en een kerkgenootschap geboren zijn en tóch in onbekeerde toestand sterven. Opgenomen in een kerkgenootschap is absoluut géén garantie voor wedergeboorte. (Denk eens aan Nicodémus, zie Johannes 3:1-21.
De leer der Nicolaïeten (Openbaring 2: 6 en vers 15 en Judas: 4) is het vleselijke element in de Godsdienst. Deze mensen lieten zich onbekeerd dopen! Ze meenden, dat de vrijheid van het Evangelie hun een vrijbrief bood voor hun zondig leven. Naamchristenen, die niet naar de geest, maar naar het vlees wandelen. In iedere Kerk worden zij gevonden en zijn God en de Gemeente een aanstoot.
De Efeziërs haatten nog deze leer (Efeziërs 2: 6) maar Pergamum had christenen die hun lieten begaan. (Openbaring 2: 15). De Here zegt in deze teksten dat Hij de “kandelaar” zal wegnemen, Hij dus het Licht, het zicht van de Heilige Geest, van Hem Zelf, zal weg nemen.
Iets soortgelijks vinden we ook in het oude testament:
“Toen Samuël oud geworden was, stelde hij zijn zonen aan tot richters over Israel. De naam van zijn eerstgeboren zoon was Joel, die van de tweede Abia; zij waren richters te Berseba. Maar zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; zij waren op winstbejag uit, namen geschenken aan en bogen het recht. Daarom kwamen alle oudsten van Israel bijeen; zij gingen naar Samuël in Rama. En zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden en uw zonen wandelen niet in uw wegen; stel nu een koning over ons aan om ons te richten, als bij alle andere volken. Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten, mishaagde dat aan Samuël, en hij bad tot de Here.De Here zeide tot Samuël: Luister naar het volk, in alles wat zij tot u zeggen, want niet u hebben zij verworpen, maar Mij hebben zij verworpen, dat Ik geen koning over hen zou zijn. Juist zoals zij gedaan hebben van de dag af, toen Ik hen uit Egypte leidde, tot op de huidige dag, dat zij Mij hebben verlaten en andere goden gediend, zo doen zij nu ook tegen u.” 1 Samuël 8:1-8
De Theocratie, de Gods regering door middel van de richters, verwierp het volk en zocht menselijke regering.
Dit gebeurde in Efeze ook, ze stonden op een hoog niveau en lieten zich in eerste instantie door de Heilige Geest leiden maar achten dit later niet voldoende en zochten steun en leiding bij “sterke mensen”. Tot op de dag van heden vinden wij deze zonde in bijna alle kerken en gemeenten, de leer der Nicolaïeten is diep doorgedrongen in de Gemeente van Christus. Mensen hebben ten diepste liever een menselijke organisatie dan het organisme onder leiding van de Heilige Geest.
2.
Smyrna = afgeleid van mirre: bitterheid, smart.
Jaren 10 - 310.
Het tijdperk der vervolgingen onder de Romeinse keizers. Een naar de wereld arm en veracht christendom, doch rijk in God. Volharding en lijdzaamheid onder zware druk. Als eigentijds voorbeeld zien wij de situatie in het Oost-blok. Tijdens het communistische regiem werden de Christenen tot de dood er op volgde vervolgd, ze kregen steun en hulp van stabiele organisaties uit Europa en Amerika.
Nadat het communisme was gevallen trokken succespredikers door Rusland en andere “Oost-blok staten” en leerden de mensen dat succes en gezondheid het gevolg is van het christelijke leven. Vanaf dat moment zakte de plaatselijke gemeenten als een pudding ineen, elke extreme stroming kreeg aanhang en toen het materiële succes uitbleef keerde men zich teleurgesteld van het christendom af en zocht heil in de wereld, zoals in West-Europa al jarenlang het geval is.
3.
Pergamus, betekent: “Huwelijk”. Verbintenis tussen kerk en staat.
Jaren 311- 600.
Vervolging neemt een einde. Kerk en staat worden verenigd komen in ere en daardoor kerkelijke praal. De gemeente verliest voor een groot deel haar geestelijke kracht en roeping. In principe zien wij hier het zelfde als ons voorbeeld van het Oost-Blok, daar werden kerk en staat niet één maar de vervolging viel wel weg, de secularisatie (wereld-gelijkvormigheid) was een feit.) Men denkt vaak aan de Roomse Kerk wanneer wij denken aan de verbintenis tussen kerk en staat maar tijdens de reformatie werd die zondige traditie doorgezet. De reformatoren leunden maar wat graag tegen de staat aan en na korte tijd verbonden de protestantse kerken zich óók weer aan de machthebbers.
Wanneer we denken aan het volk Israël dat de richters, dus de Here, verwierp is het niet nodig lang na te denken over deze vreselijke zonde, de christenheid verbond zich met de wereld terwijl de Here gezegd had dat een christen niet van de wereld is:
“Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.” Johannes 15:19
Sinds de samensmelting van kerk en staat werd de Gemeente van Christus grotendeels krachteloos en werktuig van de machthebbers, dus van satan. Wie kan het verschil aanwijzen tussen de “christenen” en mensen van de wereld? We hebben toch de zelfde luxe, hebzucht en weelde als ongelovige buurman? Het verschil zit in het feit dat de buurman er openlijk voor uit komt en wij “vrome rijkdom” koesteren.
4.
Thyatire (Thyatira)
Jaren 600 - 1500. Betekenis: Pausdom.
De groei en glorie van het “Romanisme” (hang naar symbolen en uiterlijke schijn zoals het ook het geval was tijdens de keizerverering) en afgoderij, kloosters en vormendienst.
Deze vormendienst, overgenomen tijdens de reformatie door de protestantse kerken is tot op de huidige dag door gegaan, denk eens aan de kerkelijke rituelen zoals doop, de z.g.n. belijdenis, enz. Dóór deze rituelen is in de kerkleer in de plaats gekomen van de persoonlijke bekering, een totale ommekeer van de mens. Er wordt de kerkleden geleerd dat behoudenis te vinden is in lidmaatschap van de kerk doormiddel van de (kinder) doop, de belijdenis en het avondmaal dat óók als sacrament wordt gezien.
5.
Sardis wil zeggen: ’Ontvluchte’. Het Protestantisme.
Jaren 1500 - 1800.
De Hervorming en haar voorlopers. Aan het einde: een dode, wereldgelijkvormige massa, én een getrouw overblijfsel. Op zich bedoelden de reformatoren en hun volgelingen het goed, men ging de Bijbel lezen en het persoonlijke geloof werd in het middelpunt gesteld. Maar door de tijd heen verwaterde het persoonlijke geloof, de persoonlijke beslissing werd gaande weg vervangen door het ritueel, inlijving in de kerk.
6.
Filadelfia. (Wat wil zeggen: Broederliefde.)
Tijdperk: 1800 tot de opname der Gemeente.
Rond 1800 gaf de Here een opwekking, kerkelijk lauwe mensen kwamen tot schuld - en zondebesef en bekeerden zich tot te de Here Jezus Christus. Velen werden tot de Gemeente van Christus toegevoegd en voor eeuwig behouden door het verzoenende bloed van Hem. Het ’kleine kuddeke’, nl. alle ware gelovigen uit diverse kerken en groepen, die de naam van Christus belijden en uitdragen. Zij gaat niet door de grote verdrukking.
Het zijn de wijze maagden uit Mattheus 25, die de bruiloftszaal zullen binnengaan wanneer de Bruidegom komt.
Lezen: Mattheus 25
7.
Laodicea. Betekenis: Volksregering. Een wereldkerk.
Jaren 1800 tot in de grote verdrukking.
De macht (ook kerkelijk) aan het eind in handen van het volk, dat bij stemming eigen leraars verkiest en eigen paden voorschrift. Kiezen van eigen leraars, oudsten en diakenen is Nikolaïetisch. Het gevaar dat onbekeerde mensen het Woord van God brengen of verbuigen en ontkrachten is levensgroot aanwezig en komt veel in de dagelijkse praktijk voor. Het is niet de Heilige Geest die dit soort mensen op de kansel plaatst maar de gevolgde studie en de “bevestiging” (inwijding) in het kerkgenootschap. Denk eens aan de Gereformeerd Synodale Prof. Kuitert die God botweg ontkend of Prof. Wiersinga die de oorzaak van veel afval binnen de kerken is, dit zijn mannen die door mensen bij de prediking en onderwijs zijn “gehaald”:
“Want er komt een tijd, dat [de] [mensen] de gezonde leer niet [meer] zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich [tal] [van] leraars zullen bijeenhalen.” 2 Timotheüs 4:3
Christus is buitengesloten en staat buiten de deur, Hij klopt aan de deur om binnen gelaten te worden. (Openbaring 3:20). Een walgelijk, lauw, wereldgelijkvormig lichaam in zijn eindvorm.
“Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnen komen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.” Openbaring 3:20
De Here smeekt hier als het ware om tot inkeer te komen, om binnen gelaten te worden. De Here doelt hier niet op de ware Gemeente maar op hen zich wél met Zijn naam tooien maar in principe in de wereld leven. Dit is het Babylon (Openbaring 18) van de ’laatste dagen’, dat door God ten val zal gebracht worden.
De religie van Babylon.
Van de leer van Babylon zullen we twee aspecten bekijken op grond van de Bijbel”.
1e. Als eerste valt het ons op dat de gemeente van “Laodicea”, de huidige kerken en vele groepen, lauw zijn ten opzichte van andere “godsdiensten”. Ze accepteren vaak andere godsdiensten als “gelijkwaardig” het geloof in de Here Jezus Christus. Het is zelfs voorgekomen dat in Assisi onder leiding van de paus alle “wereldgodsdiensten” bijeen kwamen en gezamenlijk “ieder tot zijn eigen God bad”. Aan dit voorval zien wij dat de Roomse Kerk weinig of niets met het ware christendom heeft te maken, deze kerk [waardig opvolger van Babel] heeft de leer der Nicolaïeten binnen het christendom gebracht zoals zich dat sindsdien manifesteert.
Toen de Romeinse keizers vergoddelijkt werden, sprak het vanzelf dat ze de Kurios-titel gingen voeren, niet als een staatsrechtelijke titel maar als een religieuze belijdenis. De Keizer was “god” op aarde en daarom de Kurios, de enige Kurios in zijn rijk. Kurios betekent in het Grieks: macht hebbend over iets of iemand, niet door geweld, maar door kracht van de eigen persoonlijkheid. Het is natuurlijk geen wonder dat de christenen in conflict kwamen met de Romeinse godsdienst, de christenen noemden Christus Jezus terecht de Kurios, de Machthebber, de Autoriteit, terwijl de keizer dit als mens opeiste. Deze Romeinse “godsdienst” is later, tijdens de regering van Constantijn de Grote, naadloos binnen de kerken geschoven en met het uiteindelijke gevolg dat een paus samen met welke godsdienst dan ook elk tot zijn eigen “kurios” (god) kan bidden. Dit is een onmogelijke zaak, er is maar één Here en dát is de Here Jezus Christus.
In het Aramees vertaald wordt de Here Jezus “Maran” (Kurios) genoemd en dit komt ons bekent voor, vele plaatselijke Gemeenten noemen zich b.v. Maranatha gemeente wat wil zeggen:
Marana-tha = Onze Heer, kom!
“Indien iemand de Here niet liefheeft, hij zij vervloekt. Maranatha!” 1 Corinthe 16:22
“Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus!” Openbaring 22:20
Ook lezen wij in de Bijbel:
Maran-atha = Onze Heer is gekomen.
Zij die zich “christen” noemen maar tot de gemeente van Laodicea behoren zijn op een eigen wijze “gelovig” en hebben geen bewuste keuze gemaakt voor Jezus Christus, dé Kurios. Deze mensen zijn het slachtoffer van de leer der Nicolaïeten.
Teksten betreffende de Kurios:
Mattheus 7:21 - Johannes 13:13 - 1 Corinthe 16:22 – Openbaring 22:20
Marcus 1:3 “Heer der heren” - 1 Timotheus 6:15 “Rechter” - 2 Thessalonicenzen 1:7-8
En vele andere teksten. Zoek in een concordantie op trefwoorden als: Here Here; Rechter; Meester, enz.
2e. De leer der Nicolaïeten ging heel erg ver en was/is zeer besmettelijk want tot op de huidige dag komen we miljoenen vertegenwoordigers van haar tegen. Eén van haar voornaamste kenmerken is wel de leer van ingewijden en leken. Dit wil zeggen dat niemand zonder een opleiding en inwijding [Bevestiging] mag dopen, preken, avondmaal bedienen of de “zegen” uitspreken.
Die “zegen” wordt vaak onnadenkend uitgevoerd, de kerken omdat ze “iemand” [vaak een beroepsgelovige, betaalde kracht] boven “het gewone kerkvolk” geplaatst hebben als rasechte Nicolaïeten, in de vrije groepen omdat men deze gewoonte klakkeloos hebben overgenomen zonder over de essentie na te denken:
“Merkt dan op, hoe groot deze is, aan wie de aartsvader Abraham een tiende gegeven heeft van het beste van de buit. Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen; Maar hij, die zich niet tot hun geslacht kon rekenen, heeft van Abraham tienden genomen en een zegen gegeven aan de drager der beloften. Nu is het onwedersprekelijk, dat het mindere door het meerdere wordt gezegend. En hier ontvangen sterfelijke mensen tienden, doch daar iemand, van wie wordt getuigd, dat hij leeft. Ja, om zo te zeggen, is zelfs Levi, die tienden heft, door Abraham aan het tiendrecht [van] [een] [ander] onderworpen, Want hij was nog in de lendenen van zijn vader, toen Melchisedek deze tegemoet kwam.Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aäron is?” Hebreeën 7:4-11
De leer der Nicolaïeten is diep doorgedrongen in het “christendom”, zondags op let ziet haar volgelingen naar de kerken gaan! In deze kerken worden de mindere gelovigen gezegend door de “meerdere” predikers! (?????) Dit is natuurlijk volkomen waanzin, binnen de Gemeente van Christus zijn alle gelovigen gelijk!
Zélfs de vrije groepen, die prat gaan op persoonlijke bekering en Bijbelvastheid ontkomen er (schijnbaar) niet aan. Het klinkt misschien onvriendelijk maar de feiten liegen er dan ook niet om; wie wil “preken” in de kerken moet een predikantenopleiding volgen en “bevestigd” zijn. Alleen “bevestigde” predikanten mogen de “doop” en “avondmaal” bedienen.
In de 3e Johannesbrief zien we de invloed van de Nicolaïeten al volop aanwezig, ja het gaat zelfs zo ver dat Diotrefes de eerste in de Gemeente wil zijn en dat hij zichzelf zelfs hoger dan de apostelen achtte die notabene onderwijs van de Here Persoonlijk ontvangen hadden.
De leer der Nicolaïeten houdt ten diepste in dat er ingewijde leiders zijn en “gewoon volk” dat hun opdrachten moet voeren, als ze niet voldoen aan wat de leiders willen worden ze buiten de groep (kerk) gestoten. Je zult de uitgeworpenen de kost maar moeten geven die zich b.v. op grond van de Bijbel hebben laten dopen. Veel liever besprenkelt men kleine baby’s en beweert dan dat dezen opgenomen zijn in het verbond tussen de Here God en Abraham, het verbond tussen de Here God en Israël.
De Gemeente leeft onder het nieuwe verbond, het verbond van het bloed dat gestort is op het kruishout van Golgotha. Vanwege dat nieuwe verbond zal Christus Jezus Zijn Gemeente van de aarde wegnemen. En Israël? Israël zal het verbond weer op zich nemen en met haar aardse bediening verder gaan tijdens het 1000 jarig rijk.
De Bijbel leert ons deze dingen, de Nicolaïeten leren het heel anders. Die spreken van een oordeel der Gemeente, het grote oordeel waarin de “schapen en de bokken” worden gescheiden. De “schapen” tot eeuwig leven bij de Here Jezus en de “bokken” tot eeuwig oordeel. Voor de Nicolaïeten zal er inderdaad het oordeel tot het eeuwige oordeel komen, ze hebben de (kerk) leer boven de Heer gesteld, de eenvoud van de Bijbel is voor hen niet voldoende, een mens kán zelf niet toe of af doen aan de behoudenis. Of wij nu religieus en kerkelijk zijn opgevoed, óf in de wereld; we zullen allemaal tot bekering, tot levend geloof in de Here Jezus Christus moeten komen, zélfs als je echt, als Jood van geboorte binnen het verbond bent geboren:
“Jezus, antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.” Johannes 3:3
“Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.” Johannes 3:5-6
Bijbelaktueel
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.