Christus volgen of een menselijke organisatie?

Christus volgen of een menselijke organisatie?

Inleiding.
In het navolgende is een bijdrage opgenomen van J.N.Darby welke oproept de wereld, en de religie, los te laten en zich afzonderen van het kwaad. Toen destijds, was het al niet anders dan in onze tijden, alleen dringt de tijd ons steeds meer, de tijd is kort, Christus kan spoedig komen, met ‘spoedig’ wil ik geen tijdsaanduiding geven maar duidelijk maken dat we momenteel in de ‘laatste eeuw’ leven. Uit ons midden zijn valse leraren opgestaan, met schoonklinkende woorden en met veel ‘wijsheid’ wijzen ze ons ‘een weg’ die ‘hoger dan de Bijbel gaat’, áls we deze mannen zouden moeten geloven dreven we ver weg van het eenvoudige Evangelie van redding en behoudenis.

Misschien moeten we er eens serieus over gaan denken om ons terug te trekken uit deze wereld en dan vooral uit de georganiseerde groepen en kerken die steeds verder afdrijven van de fundamentele gedachten welke we in de Bijbel vinden. De z.g.n. ‘doorzichtigheid’ van de Bijbel, wat zeggen wil dat deze door een ieder gelezen en begrepen kan worden,  wordt steeds meer in twijfel getrokken. Het is toch vreemd dat eenvoudige mensen, zoals de apostel Petrus, in staat waren het Woord van God te doorgronden en dat wij tegenwoordig duizenden boeken moeten schrijven, én lezen, om ook maar iets te begrijpen van de Boodschap. De ‘oergemeente’, uit het boek Handelingen der Apostelen, kon schijnbaar bevatten wat er werd bedoeld zonder leiders die de meest fantastische titels voerden, zouden wij dan tegenwoordig niet meer in staat zijn het Woord te lezen en te volgen? Of ligt het aan ons, hebben we het te druk met het heden en de aardse beslommeringen en laten we ons geloof in Christus door ‘hooggeleerde heren’ bepalen? In navolging van de Roomsekerk zijn we doorgeschoten, we willengrote aantallen mensen in de samenkomsten, we willen mooie gebouwen en ‘gelikte’ diensten maar is dit volgens het Woord van onze Here?

Het grote menselijke probleem.
Sinds de 50er jaren hebben mensen binnen de kerken een aantal keren geprobeerd om naast de reguliere kerk ‘kringen’, ‘kleine kerken’ of ‘huiskamergroepen’ op te starten. Veel zoden heeft dat niet aan de dijk gezet, de oorzaak moet worden gezocht in de over-organisatie die wordt veroorzaakt door het kerkelijke systeem waarvan de kringen een deel van uit bleven maken. Niets menselijks is de mensheid vreemd, als mens voelen we ons veilig in een groep met vaste regels en afspraken. Een sportclub heeft reglementen, een schoolvereniging heeft haar statuten en een kerkgemeenschap haar leer en de tucht. En . . . de Gemeente van Christus heeft . . . .  niets!

De Gemeente van Christus ís geen aardse organisatie, ze is een organisme dat ‘uit zichzelf’ groeit en bloeit’. Aan Christus alleen heeft de Gemeente verantwoording af te leggen, de leiding in de samenkomsten wordt aan de Heilige Geest overgelaten. Natuurlijk vinden we herders en leraren in de Gemeente, terwijl er voor het zakelijke deel een broeder aanwezig moet zijn. Maar dit wil niet zeggen dat er ook maar enige macht mag worden uitgeoefend. De leraar onderwijst, de herder steunt mensen in (geestelijke) nood en de ‘zakelijke man’ beheert de kas en daarmee is het ‘over en uit’. Elke andere vorm, zoals de z.g.n. liturgie, ouderlingen, kerkvoogden en een dure organisatie is uit den boze. Het kan zo nu en dan eens voorkomen, als de groep erg groot wordt, dat een leraar of herder (gedeeltelijk en tijdelijk) wordt vrijgesteld van reguliere arbeid om zich in het levensonderhoud te voorzien maar dat mag absoluut geen norm worden!

De meest gunstige situatie vinden we waar mensen, inclusief herders, leraren en anderen, in hun eigen onderhoud voorzien, de Gemeente acht op elkaar slaat en een ieder doet wat in het vermogen ligt.

Dán is de situatie gezond en de Gemeente sterk, dán is er geen tijd voor onnodige zaken en verveling, ieder doet een (kleine) taak in de Gemeente zodat de groep niet afhankelijk wordt van een betaalde kracht die alle taken in zichzelf verenigd.

Groeien en bloeien.
Wanneer we zeggen dat de Gemeente ‘uit zichzelfgroeit en bloeit’ wil dat zeggen dat het de Heilige Geest is, de Geest van God, die de ‘groei en bloei’ van de Gemeente bepaald en dat wij als mensen daar niets aan toe - of af kunnen doen. Hoogstens kunnen we zaad zaaien zoals we dat bij bloemen en planten doen maar altijd zal de wasdom van buitenaf moeten komen, m.a.w. de Here zal Zijn wasdom aan de  (plaatselijke) Gemeente geven! Natuurlijk is het mogelijk een organisatiestructuur op te zetten, natuurlijk kunnen we zoiets ‘Gemeente’ noemen maar wie zegt ons dat dit een Gemeente des Heren is? We kunnen menige bijbelstudie opzetten, iedereen uitnodigen en toch kan de situatie op een teleurstelling uitlopen als de bezoekers zich niet echt van hart en ziel aan de Here hebben overgegeven. Wie zich aan de Here overgeeft heeft oog voor de noden en de behoeften van de medebroeders en zusters. Wie zich aan de Here heeft overgeven stelt zich dienstbaar op en schuift eigen belangen (tijdelijk) op zij om een broeder of zuster ten dienste te zijn. Wie zich aan de Here heeft overgegeven is aanwezig als de Gemeente samenkomt en verheugd zich om de anderen te ontmoeten. Met een dergelijke instelling zál de Gemeente groeien, zullen anderen zich aangetrokken voelen en tot een persoonlijk geloof in Christus Jezus komen. Persoonlijke geloof is de voorwaarde voor een levende Gemeente en een sterke onderlinge band. We kunnen met elkaar gaan koffiedrinken na de dienst, we kunnen regelmatig bij elkaar op visite gaan maar als de onderlinge band in Christus niet aanwezig is zal het allemaal op een teleurstelling uitlopen.

Gemeente kringen, door Ds. F.H.Veenhuizen.
Ds. Veenhuizen heeft een boekje geschreven over de (kerkelijke) Gemeente naar aanleiding van een aantal pogingen de kerken nieuw leven in te blazen. Ondanks dat dit boekje helemaal op die situatie gericht is wil ik toch het volgende overnemen, niet alleen de kerken zagen de noodzaak van kleinschaligheid, ook de evangelische Christenen zouden eens moeten nadenken over deze Bijbelse vorm van ‘Gemeente zijn’:

Op de pagina’s 12 en 13 van ‘Gemeente kringen’ lees ik het volgende:

huisgemeente in het Nieuwe Testament
.
‘Het Nieuwe Testament leert ons dat de huisgemeente de kerkvorm van de eerste Christenen is geweest. In Handelingen der Apostelen wordt verteld over bijeenkomsten en gezamenlijke maaltijden van Christenen, in en, aan huis in Jeruzalem. (Handelingen 1:3;  2:46;  5:42;  en 12:12) Naderhand ook in Corinthe (Handelingen 18:7) Paulus had trouwens in het algemeen de gewoonte om niet alleen in het openbaar, maar ook in huissamenkomsten het Evangelie te verkondigen. (Handelingen 20:20) In zijn brieven wordt de huisgemeente verschillende malen genoemd. Prisca en Aquila krijgen de groeten van Paulus en tevens de Gemeente bij hen aan huis. (Romeinen 16:5)  Uit 1 Corinthe 16:19 blijkt dat dit echtpaar ook in Efeze (van waaruit Paulus zijn brief aan Corinthe schreef) een huisgemeente had. Ook in Laodicea blijkt een zekere Nympha bij haar aan huis een Gemeente te hebben (Col. 4:15)  En tenslotte wordt ook de Gemeente ten huize van Filémon (hij woonde in Kolosse) genoemd (Filémon 2) Nu waren de Christenen niet de eersten en de enigen die een godsdienstige samenkomst hielden in een woonhuis.

Ook de Grieken en Romeinen kenden een huisaltaar, huisgoden en een bepaalde huisgodsdienstoefening. Het was voor een pasbekeerde heiden dus niet iets vreemd om een huissamenkomst bij te wonen. Maar, wat nog belangrijker is, ook de Joden, die toch de eersten waren aan wie het evangelie gebracht werd en de kern waaruit het christendom groeide, ook zij kenden de Huissynagoge.

Dus noch voor de Jodenchristen, noch voor de heidenchristen was het iets nieuws om met een kleine groep in een woonhuis bij elkaar te komen voor een godsdienstige samenkomst. Het heeft wel altijd de aandacht getrokken dat deze huisgroepen genoemd werden met het woord ecclesia*, hetgeen we vertalen met ‘kerk’ of ‘Gemeente. Paulus zegt dus niet: Dit is maar een groep, een kring of een club. Nee, het is een Gemeente! Niet alleen de universele kerk en een plaatselijke kerk worden met het woord ecclesia aangeduid, ook de huisgemeente noemt hij ecclesia, kerk of Gemeente. De huisgemeente is niet van minder waarde of van lager orde maar volop Gemeente in de opvatting van Paulus. Het ‘huis’ van 2000 jaar geleden is natuurlijk niet gelijk te stellen met een ‘gezin’ van nu.

De ‘huisgemeente’ van toen is niet dezelfde als de ‘kleine kerk’ van tegenwoordig. Maar er was in de eerste eeuw kennelijk een volwaardige plaats voor kleinschalig gemeenteleven náást het grootschalig gemeenteleven. En dat is een aanwijzing voor ons om in diezelfde richting te zoeken naar mogelijke oplossingen voor vragen waar de kerk van de twintigste eeuw voor staat. In de landen waar de kerk verdrukt en vervolgd wordt, begint de huisgemeente weer te functioneren. Zou Prof. Dr. L. Floor gelijk te hebben, die gezegd heeft dat de toekomst van de kerk in de huisgemeente ligt?: ‘In belang van de toekomst (verdrukking) is het noodzakelijk dat de gelovigen niet alleen afhankelijk zullen zijn van de openbare eredienst maar dat ze er ook weet van hebben om zichzelf en elkaar op te bouwen en te versterken in het geloof’.

* ‘Ecclesia’ wil zeggen: ‘eruit geroepen, van-tussen-uit geroepen’. Uit het Griekse volk werden vroeger senatoren ‘tussen het volk uit geroepen’ tot dienst in de senaat. Zo is ook de Gemeente van Christus vanuit de Joden en de heidenen geroepen om zich ten dienste van Christus te stellen, door Zijn genade werden, en worden, ze vrij van zonde en de eeuwige dood. Ecclesia wil dus zeggen: Ergens tussen vandaan gehaald, geroepen of geselecteerd.  (L.B)

Kerkorde, kerkregels en lidmaatschap.
Door de eeuwen heen is er in navolging van de Babylonische afgodendienst een compleet godsdienstig stelsel ingericht. De Roomsekerk nam, via de Romeinse afgodendienst, het Babylonische stelsel over, met alle rituelen. De Reformatie nam (ten dele) het stelsel over en ‘doopte’ kinderen om hen binnen de (Rooms geïnspireerde) verbondsleer in te voeren. Door kinderen ‘binnen het verbond’ te brengen kreeg de kerk, en later de reformatie, ‘gezag’ over de leden en wanneer men later óók nog eens ‘belijdenis’ deed was de macht compleet. De z.g.n. ‘belijdenis’ gaf, én geeft nog steeds,  toegang tot het ‘avondmaal’.

Wie de Bijbel serieus leest zal nergens deze opdracht tegenkomen. We zijn absoluut niet verplicht om ergens lid van te worden om aan ‘de tafel des Heren’, want dát is het z.g.n. ‘avondmaal’, deel te nemen! Kerken richten elk kwartaal het ‘avondmaal’ aan en alleen ‘belijdende leden’ mogen dan brood en wijn tot zich nemen, maar is dit wel op Bijbelse gronden te verdedigen? De Bijbel zegt het heel anders zou het niet verstandiger zijn om bij elke samenkomst, als Gemeente, de tafel des Heren aan te richten voor een ieder die belijdt dat Christus Jezus de Redder en Verlosser is, zonder ook maar enige kerkelijke dogma’s in te stellen? Een ieder die volmondig zegt verlost te zijn door het bloed van Christus mág aan de tafel des Heren deelnemen, daar is toch geen menselijke instelling voor nodig? Het is toch Christus die het hart aanziet?

Vele regels, een koud hart en weinig getuigenis.
Kerkregels en dogma’s veroorzaken kilheid en koudheid in het hart van de mensen. Stel dat iemand door geboorte lid van een kerk wordt en later, meestal uit gewoonte, ‘belijdenis’ doet, zou zo’n persoon dan een vurig hart voor Christus hebben die hem, of haar, verlost heeft van de zonde? In de meeste gevallen is ‘gewoonte christendom’ de oorzaak van vervlakking en voldoet precies aan de wensen van de kerk.

Het klinkt misschien vreemd maar in principe heeft een kerk het meeste baat bij ‘gewoonte gelovigen’, die accepteren een betaalde kracht welke zich ‘dominee’ noemt. Een kerk heeft een kerkenraad welke de leiding heeft en daarom macht en gezag kan uitoefenen, macht en gezag die niet op grond van de Bijbel te verdedigen zijn! Er is maar ÉÉN die gezag en macht mag uit oefenen en dat is onze Here en God. Elke ‘ambtsdrager’ welke zich gezag laat aanleunen heeft dit NIET van de Here God ontvangen, elk mens dat zich dit aan laat aanleunen of toeeigent staat buiten het Woord van God, alleen de Gemeente van Christus kan en mag gezag uitoefenen.

Gezag binnen de Gemeente.
Zoals we zagen mag elke wedergeboren Christen deelnemen aan de Tafel des Heren en evenzo mag elke wedergeboren Christen zijn, of haar, gezag laten gelden wanneer er problemen zijn, dit is niet voorbehouden aan ‘ingewijde’ of ‘bevestigde’ mensen. In de tijd van de Apostelen werden mensen inderdaad ingezegend voor hun taak, maar dan wél door de Apostelen! (Handelingen 6:1-6) De mensen die door de Apostelen waren aangesteld konden zich beroepen op hun aanstelling want de Apostelen wísten wat er in het hart speelde van de persoon tegenover hen. (Handelingen  5:1-11) Hier doorzag Petrus Ananias en Saffira door de leiding van de Heilige Geest maar we kunnen ons toch niet aanmatigen dat we allemaal, bekeerde leden, én onbekeerde leden, van een kerk dat we door toedoen van de Heilige Geest ‘ouderlingen’ en diakenen verkiezen? Als we een kerkelijke organisatie nemen waarvan men vanaf de geboorte ‘lid’ is kunnen we er gevoeglijk vanuit gaan dat een groot deel der leden in onbekeerde toestand deelneemt aan kerkelijke rituelen, zoals het z.g.n. ‘avondmaal’, de verkiezing van ambtsdrager en wat er meer komt te kijken.

Het gezag in de kerken is niet gebaseerd op het feit dat men een levende relatie met Christus heeft, maar op het feit dat men is aangenomen en ‘ingezegend’ op grond van de (buitenbijbelse) kinderdoop, de z.g.n. ‘belijdenis’ en de aanstelling door de organisatie d.m.v. de z.g.n. ‘inzegening’ welke aan de Oudtestamentische priesters en profeten was voorbehouden was.

Wat is dan de weg?
Sinds de Apostelen zijn gestorven kan de Gemeente zich niet meer bogen op het recht van aanstelling van z.g.n. ‘ambtsdragers’. Wél kan en mag de Gemeente diakenen aanstellen welke zich met zorg bekommeren over de minderbedeelden binnen de Gemeente. Ook zal de Heilige Geest mensen geschikt maken voor een bepaalde bediening en daarnaast is het natuurlijk (noodzakelijk) dat er gebruik gemaakt wordt van mensen die een specialistische opleiding hebben ontvangen. Bij het laatste kun je denken aan ‘economische mensen’ die de binnengekomen gelden beheren of bepaalde vakmensen wanneer er een gebouw(tje) betrokken moet worden omdat het aantal bezoekers te groot is geworden voor een huiskamer. In normale, gezonde, situaties is er altijd een broeder onder de bezoekers aanwezig die het Woord van de Here kan uitleggen, of een andere broeder binnen de groep die geschikt is om mensen met geestelijke zorgen en problemen te helpen, maar altijd zullen deze onbezoldigde functies zijn!

Wie loon aanneemt kán het Woord niet (meer) rechtuit verkondigen want hij zal bepaalde mensen ‘naar de ogen moeten zien’ vanwege het inkomen, óók zal een zielzorger geen vrijheid meer hebben want wie veel betaald wil ook veel aandacht! In de praktijk zal het kunnen voor komen dat een broeder, die een bepaalde dienst vervuld, zich tevreden zal stellen met een eenvoudige baan om zijn taak te kunnen uitvoeren binnen de Gemeente, er is niets op tegen dat deze zo nu en dan iets ontvangt van deze of gene maar het mag nooit een salaris worden waarvan hij afhankelijk is, leervrijheid zal er altijd moeten blijven want het kan, en zal, voor komen dat de Bijbelse boodschap soms hard aankomt en dán zal het óók uitgesproken moeten worden.

Er staat voor de Gemeente maar één weg open, en dat is de weg van de onafhankelijkheid, onafhankelijk van de wereld, onafhankelijk van een overkoepelend orgaan en onafhankelijk van de rijken der aarde die anderen hun wil willen opleggen. Erkenning van de wereld is uit den boze, een groot imposant gebouw is uit den boze en een ingewikkelde liturgie of uitleg moeten we vermijden want alleen de Bijbel is de Waarheid, deze brengt de Waarheid, Christus Jezus die Zijn bloed vergoot voor een ieder die voor Hem wil knielen. De Gemeente van Christus is een organisme en absoluut geen kerkelijke organisatie.

Ga uit van haar Mijn volk.
Scheuringen in kerken en groepen zijn de laatste jaren schering en inslag. Meestal scheuren groepen vanwege ‘buitenbijbelse oorzaken’. Kerken zijn gescheurd vanwege b.v. de kinderbesprenkeling waarbij men zich afvroeg of een baby na het voltrokken ritueel nu wél of niet wedergeboren was. Als men de Bijbel was gevolgd waren er geen problemen geweest want dan had elke groep voor zich moeten erkennen dat de z.g.n. ‘kinderdoop’ niet te verdedigen is op grond van de Bijbel maar door de kerk zélf is ingesteld.

Evangelische groepen scheuren uiteen door andere dwalingen, op een sluipende wijze is de alverzoening binnen de gemeenten gekomen, weer anderen rollen ruziënd over straat vanwege Israël. Ook hier geldt weer dat de ene groep Israël de plaats wil geven die de Here haar heeft toegewezen terwijl anderen onderscheid willen maken tussen enkele nuances. Het zou verstandig zijn dat ook hier de Bijbel gevolgd wordt, dat de Bijbel gelezen wordt zoals het staat geschreven want dáár schort het nog al eens aan.

De Gemeente van Christus zal zich alleen op de Bijbel moeten richten en geen verdichtsels navolgen van mensen die niets anders te doen hebben dan nieuwe theorieën uit te denken. Als we de plaatselijke Gemeente zo inrichten als de ‘oer-Gemeente’ uit het boek Handelingen vallen veel problemen weg. Dán heeft een leraar geen tijd om spitsvondigheden te bedenken, dán heeft de zielzorger (herder) geen tijd om extra, en onnodige, bezoekjes af te leggen want naast hun taak zullen ze moeten werken om in hun onderhoud te voorzien.

Het is het elfder ure voor de Gemeente, ze zal zich klaar moeten maken voor de komst van de Here en heeft geen tijd en behoefte aan onderlinge strijd, strijd die praktisch altijd haar oorsprong vind in menselijke eerzucht, bemoeizucht en roddel. De Gemeente kan zich beter afzonderen van het kwaad, een afzondering waar het volgende artikel van Darby over gaat. Het zou wel eens heel verstandig zijn om uit de kerken en georganiseerde weg te gaan en de (resterende) tijd te besteden aan werkelijke zaken die tot getuigenis van Christus zijn.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.