Gemeente (1)

In onze bijbel wordt gesproken over gemeente, dit is een vertaling van het Griekse woord ekklesia. Het franse église (kerk) klinkt hierin door.

In de bijbel wordt het woord gemeente weergegeven met 2 betekenissen. De eerste betekenis is als algemene benaming voor de wereldwijde gemeenschap van ware christgelovigen. De tweede betekenis is als aanduiding van een plaatselijke gemeenschap van christenen. In dit stukje zal ik met name wat onderwerpen noemen die te maken hebben met de eerste betekenis, de universele gemeente. Deze onderwerpen hebben natuurlijk direct verband met de plaatselijke gemeente. Hierop zal ik in een volgend artikel terugkomen.

Het OT handelt voornamelijk over het joodse volk. In het NT is dit heel anders, hier ontdekken we dat de gemeente of kerk van God bestaat uit gelovige joden én gelovige heidenen (Ef. 2:11 e.v.).  De gemeente is ontstaan  tijdens de pinksterdag, zoals in het begin van het boek Handelingen beschreven wordt. Dat betekent dus dat vanaf deze pinksterdag alle mensen, die hun zonden hebben beleden en de Here Jezus hebben aangenomen als hun persoonlijke Verlosser behoren tot de gemeente van God.  Al deze mensen hebben de Heilige Geest ontvangen toen zij tot geloof kwamen (Ef. 1:13) en werden op datzelfde moment “toegevoegd “ aan de gemeente. De gemeente of de kerk wordt wel eens de kerk aller eeuwen genoemd. Dit is eigenlijk een onjuiste uitdrukking, omdat er vóór de pinksterdag, zoals in Handelingen beschreven geen gemeente of kerk was. God voerde toen zijn plan uit met het volk Israël. De periode van de gemeente is als het ware “tussengevoegd” in het handelen van God met Israël. Nadat de gemeente is opgenomen zal God de draad met het volk Israël weer oppakken. (Hand. 15:16) Dit is de periode van de grote verdrukking en wederkomst van de Heer.

De gemeente was in het oude testament een geheimenis (Ef.3:3 e.v.). Een geheimenis wil zeggen dat het plan omtrent de gemeente voor de mensen verborgen was, echter niet voor God. De gemeente was al heel lang in Gods gedachten, zelfs vóór de grondlegging der wereld (Ef.1:4). In Mattheus 16 zegt de Heer Jezus dat Hij op deze rots de gemeente zal bouwen, dit geeft al aan dat de gemeente er toen dus nog niet was. De waarheid omtrent de gemeente is door de Heer vnl. aan de apostel Paulus geopenbaard.  Paulus  maakt ons bekend met Gods plannen aangaande de gemeente in zijn brieven.

De Heer Jezus is het Hoofd van de gemeente (Coll. 1:18). Dat impliceert dat alles wat er gebeurt in de gemeente dient te zijn naar Zijn wil. Zijn wil, weergegeven in de Bijbel, moet in alle situaties richtsnoer  zijn voor het nemen van beslissingen. Het is goed om eens positief kritisch te kijken naar onze eigen gemeente en de vraag te stellen of wij bepaalde dingen doen uit gewoonte of is het omdat dit is gebaseerd op het Woord van God? Het laatste moet natuurlijk bepalend zijn.

Hij is ook de bouwer van de gemeente, als de Here het huis niet bouwt tevergeefs zwoegen de bouwlieden. In de gemeente zijn alle mensen gelijk, Gij zijt allen broeders en Eén is  uw Meester. Niet iedereen heeft dezelfde taak of positie, maar niemand is meer of minder dan een ander. Iedereen heeft ook één of meerdere gaven gekregen om die in te zetten in de gemeente.

De Heer heeft gaven gegeven aan de gemeente, om de gemeente op te bouwen. Gaven zijn er in verschillende “soorten” Zo kunnen gaven bestaan uit personen die een opdracht van de Heer hebben ontvangen om de heiligen toe te rusten: apostelen, evangelisten, herders en leraars (Ef. 4:11). Maar ook elke gelovige heeft één of meerdere gaven (1 Cor. 12:4 e.v.) die ontdekt en vervolgens gebruikt moeten (!) worden tot opbouw van de gemeente. Gaven zijn er in grote verscheidenheid en zijn vaak ook heel praktisch, zoals de gave van het dienen (in allerlei opzichten!), de gave van barmhartigheid, de gave van het met wijsheid spreken etc.  In de gemeente hebben we elkaar nodig. Niemand is onbelangrijk, als gemeente horen we onlosmakelijk bij elkaar en bij Hem. We zijn kostbaar in Gods ogen, laten we ook zo naar elkaar proberen te kijken en onze gave inzetten tot zegen voor elkaar.

Er zijn een tweetal tekenen aan de gemeente gegeven door de Heer om te onderhouden, te weten doop en avondmaal. Het is altijd weer fijn om samen te komen als mensen zich willen laten dopen in gehoorzaamheid aan Gods Woord. Het avondmaal, of beter de maaltijd des Heren, hoort ook regelmatig te worden gevierd, om samen te denken aan wat Hij deed voor u, jou en mij en Hem daarvoor te loven en prijzen. Het is heel bijzonder als we allen eten van dat ene brood en drinken uit die ene beker en dan de dood verkondigen van Hem Die leeft! Doop en avondmaal kunnen worden gepraktiseerd in de regelmatige gemeentelijke samenkomsten, waarin de gelovigen samenkomen rondom de Heer om zich te laten opbouwen in Gods Woord, om elkaar te bemoedigen, te vertroosten of misschien op een liefdevolle wijze te vermanen…..


Een ander belangrijk aspect is het getuigende aspect van de gemeente naar de ongelovigen. Gij zult mijn getuigen zijn staat er geschreven.(Hand.1:8)  Dit kan alleen in de kracht van de Heilige Geest. In het boek Spreuken staat dat een betrouwbaar getuige een redder van levens is (Spr. 14:25) Denk in dit opzicht ook eens aan de Heer Jezus, Die de getrouwe getuige wordt genoemd. (Op1:5) Wij moeten Zijn beeld, ook in dit opzicht gaan vertonen! Laten we ons dit bewust zijn en hier naar handelen in de contacten die we hebben. Verder moet het zichtbaar zijn voor de mensen dat er liefde is onder elkaar. In zijn evangelie schrijft Johannes dat dit het kenmerk is waaraan allen zullen weten dat we Zijn discipelen (volgelingen/leerlingen) zijn.

De gemeente heeft een heel bijzondere plaats in Gods gedachten. Toen Adam en Eva hadden gezondigd zorgde de Heer voor herstel door een dier te slachten en hen te bekleden met vellen. Zo mag iedere ware gelovige ook weten dat zijn of haar zonden volkomen zijn vergeven, maar daarnaast ligt er nog een schat aan extra zegeningen voor de gelovigen van de gemeente. Wij zijn gezegend met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten. (Ef. 1:3).Wij mogen in een diepe intieme gemeenschap leven met Hem die we onze Vader mogen noemen! Wij mogen iets begrijpen van de breedte en lengte en hoogte en diepte en liefde van Christus. (Ef. 3:18). Wij zijn gezet in de hemelse gewesten omdat Hij ons de overweldigende rijkdom van Zijn genade wil tonen. Wij mogen straks met Hem meeregeren.(2 Tim. 2:12)

Zoals gezegd  is de gemeente ontstaan  met Pinksteren, de gemeente zal echter niet altijd op aarde blijven. Er zal een tijd komen dat de gemeente zal worden opgenomen en in de hemel zal zijn. (1Th. 4:13/18). Deze opname van de gemeente is overigens de eerstkomende profetie die zal worden vervuld. Dit kan elk moment gebeuren, bent u, ben jij en ben ik klaar om de Heer te ontmoeten?

Als de gemeente is opgenomen zullen we moeten verschijnen voor de rechterstoel van Christus (2 Cor. 5:10), daarna zal de bruiloft van het Lam plaatsvinden.(Op. 19:6 e.v.) Vervolgens zal de Heer terugkomen op aarde en het duizendjarig vrederijk oprichten. De gemeente zal dan met Hem naar de aarde komen en met Hem regeren. In het oude testament is dit ook terug te vinden in de geschiedenis van Henoch en Noach.  Henoch werd opgenomen vóór de zondvloed en Noach en de zijnen gingen in de ark en door het oordeel. Wij kunnen in het licht van het nieuwe testament zeggen dat de gemeente, net als Henoch die met God wandelde, wordt opgenomen vóór de grote verdrukking en dat het gelovig overblijfsel van Israël dóór de grote verdrukking zal gaan.


 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.