Gemeente (4)
De gemeente als kudde van de Herder
In Johannes 10 wordt over de gemeente gesproken als de kudde (Joh. 10:16) met de ene Herder. Deze woorden worden door de Heer gesproken, nádat er gezegd was: “Hij kwam tot het zijne (Israël) en de zijnen hebben Hem niet aangenomen” (Joh. 1:11), nádat er gezegd was: “en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht” (Joh. 3:19), nádat vele discipelen teruggingen en niet langer met Hem meegingen (Joh. 6:66) en nádat zij “stenen opnamen om naar Hem te werpen” (Joh. 8:59). Een soortgelijke situatie is er ook in Matth.16, ook hier spreekt Hij pas over de gemeente als Hij door de mensen verworpen is. Zoals in het eerste artikeltje over de universele gemeente al is opgemerkt is de gemeente in het o.t. een verborgenheid geweest. De gemeente is immers pas ontstaan in Hand. 2. We lezen in het nt dat de gemeente als het ware is “tussengevoegd” in het handelen van God met het volk Israël. Dit “tussenvoegen” gebeurde nádat de joden de Heer Jezus hadden afgewezen, zoals ook blijkt uit Mattheus en Johannes.
In Johannes 10 zegt de Heer dat Hij de schapen, die Zijn stem kennen (vs. 4), door Hem naar buiten gebracht worden uit de stal. Deze schapen, die Zijn stem dus kenden, volgen Hem naar buiten, de stal uit. De stal symboliseert Israël. God had Zijn volk indertijd afgezonderd opdat het een heilig volk zou zijn. Hij had er a.h.w. een muur (de wet) omheen gezet, maar zij waren hun eigen weg gegaan. De schapen die Zijn stem kenden (dus niet de hele kudde!) volgden de Heer en Hij brengt ze samen met de andere schapen (heidenen) die niet van deze stal zijn en het zal worden één kudde en één herder, de gemeente dus. De gemeente wordt immers gevormd door gelovigen uit de joden en uit de heidenen (1 Cor. 12:13).Dit vinden we ook terug in Ef. 2: 11 e.v., waar de twee (heidenen en joden) tot één nieuwe Mens worden gemaakt. Ook hier gaat het over de gemeente.
Een eerste kenmerk van een goede herder is dat hij zijn leven inzet voor zijn schapen. Zo heeft ook de Heer Jezus Zijn leven ingezet voor u en mij, Zijn schapen. Hij heeft de allerhoogste prijs willen betalen om ons terug te brengen tot de Vader. Onze Herder heeft geheel vrijwillig Zijn leven afgelegd (Joh. 10:17), zo lief had hij u, jou en mij!
In het beeld van de gemeente als kudde van de Herder is een ander kenmerk belangrijk nl. het aspect van de dagelijkse leiding en de geweldige zorg van de Herder voor de kudde. Een goede herder nam elke dag de verantwoordelijkheid voor zijn kudde en zorgde dus ook met liefde en toewijding voor alles wat zijn kudde nodig had. Zo is het ook met onze Herder, elke dag wil Hij voor ons zorgen. (Ps. 68:20) Een eerste belangrijke taak is het zorgen voor voedsel voor de kudde. Zo wil onze Herder ons persoonlijk en als gemeente iedere keer weer voeden. Hij voedt ons met name vanuit Zijn Woord, daarom is het goed Zijn Woord telkens weer biddend te lezen en te overdenken. Zoals de Israëlieten dagelijks het manna verzamelden (m.u.v. de sabbat) zo moeten wij ook dagelijks tijd afzonderen om ons Manna (het manna spreekt immers van Christus, zie Joh. 6) te verzamelen. Regelmatige voeding is belangrijk, doen we dit niet, of voeden we ons met het verkeerde voedsel dan worden we ziek. Dit geldt in lichamelijk, maar ook in geestelijk opzicht. We kunnen ons heel makkelijk “voeden” met allerlei verkeerde boeken, tv programma’s, internetsites etc. waardoor we binnen de kortste keren de rust en vrede met de Heer gaan missen. Laten we ons voeden met het voedsel, dat de Herder ons aanbiedt, zodat we gaan groeien en geestelijk gezond en krachtiger worden.
De herder was ook degene die de kudde leidde. Hij ging voorop en hij bepaalde de weg die de kudde zou gaan. Dit geldt ook voor ons leven. Wij hebben zo vaak onze eigen ideeën over de weg die we willen gaan. Het komt nogal eens voor dat dit niet de weg is die de Herder met ons wil gaan. Telkens weer moeten we beseffen dat onze Herder ons zo lief heeft, dat Hij zelf Zijn leven voor ons heeft gegeven. Zou Hij dan ook niet zorgen voor ons op de weg die Hij wil dat we gaan? (vgl. Rom. 8:31 e.v.) Ik denk dat we moeten leren steeds meer op Hem te vertrouwen. Hij gebruikt vaak moeilijke omstandigheden om ons dichter tot Hem te brengen. Ik heb eens gehoord dat bomen het hardst groeien tijdens een storm als de boom heen en weer wordt geblazen door de wind. Zou dit principe misschien ook in onze levens gelden, dat moeilijkheden ons naar Hem drijven, zodat we leren alles van Hem te verwachten? Paulus schrijft in Fill. 4:12/13 “”en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek”. En zijn conclusie is dan: “ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft”. Hij heeft geleerd “genoegen te nemen met de omstandigheden waarin ik verkeer” vs. 11. Hij heeft geleerd niet meer op de omstandigheden te zien, maar in alles op God te vertrouwen, de Herder weet immers wat goed is voor Zijn kudde en de individuele schapen.
Een ander belangrijk punt is, dat de herder de schapen bij name kent en dat de schapen de herder kennen. De herder kent zijn schapen bij name, wat bijzonder is dit. Zo kent onze Herder ons ook bij name, Hij kent mijn zitten en mijn opstaan, Hij kent van verre mijn gedachten (Ps. 139). Al mijn haren zijn door Hem geteld. Als ik dit even tot mij doorlaat dringen dan wordt ik dankbaar en blij van binnen, want dit wil zeggen dat de Herder mij volledig accepteert, zoals ik ben. Ik hoef mij niet beter of anders voor te doen voor Hem, Hij kent me door en door. En ondanks al mijn nukken, mijn verkeerde gedachten, mijn fouten houdt Hij van mij. Dat is pas liefde!
De schapen kennen ook de stem van de herder. Ook u en ik mogen de stem van de Herder kennen, we mogen een persoonlijke relatie met Hem hebben. Hij wil niets liever dan dat we naar Zijn stem luisteren en Hem dagelijks volgen. Om Zijn stem het best te kunnen horen is het goed om maar zo dicht mogelijk bij Hem te blijven. In deze wereld zijn er veel verschillende stemmen, wat is het dan belangrijk de stem van de Goede Herder te kennen en déze stem te gehoorzamen en te volgen. Hij weet als geen ander wat goed is voor Zijn kudde en Hij wil ons leiden naar grazige weiden. Door Zijn Woord, de Bijbel, wil Hij tot ons spreken. We moeten worden als de man uit psalm 1 waarvan geschreven staat: “maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht”
Verder zorgde de herder voor bescherming van de kudde. Deze bescherming betrof enerzijds de bescherming van de schapen tegen zichzelf. Soms dwaalde er een schaapje af, de herder zorgde dan dat het weer werd teruggehaald. Het kon ook voorkomen dat beren of wolven de kudde bedreigden, dan verjoeg de herder deze beesten met zijn stok. Ook in ons geval gaat dit op. Ook wij kunnen afdwalen, waardoor we een gemakkelijke prooi zijn. Ook onze Herder roept ons dan terug, Hij kan door Zijn Heilige Geest in ons hart bewerken dat we terugkeren, of Hij kan door Zijn Woord tot ons spreken. Ook kan Hij andere schapen (gelovigen) van de kudde gebruiken om het afgedwaalde schaap weer terug te brengen. We moeten natuurlijk wel de bereidheid hebben om terug te komen!
In deze tijd zijn er ook grimmige wolven die de kudde kunnen bedreigen (Hand. 20:29). De Herder wil de kudde ook nu beschermen, hiertoe heeft Hij ook “onderherders”, de oudsten aangesteld. Eén van de taken van de oudsten is om toe te zien, als een poortwachter, dat er geen verkeerde leer in de gemeente komt. Een andere taak is om ook toe te zien dat er uit ons “eigen midden geen verkeerde dingen worden gesproken”.(Hand. 20:30).
De herder verzorgde ook de schapen als ze verwond of ziek waren (Ez. 34:3/4). Zo wil de Heer ons ook verzorgen als we (innerlijk) pijn hebben. Hij wil de olie van Zijn Heilige Geest ook in onze wonden gieten om zo de pijn te verzachten of te genezen. (Zie Luc. 10:34 en Jes. 1: 6/7). Hij kan ons “van binnen” veranderen, zodat we milder of zachter worden: “Uw tederheid genas wat er bitter in mij was”, dit doet Hij door Zijn Heilige Geest, die in ons woont.
De herder bracht zijn schapen op rustige plaatsen. Dat is ook weer zo mooi. De Herder wil ons een diepe innerlijke rust geven, een vrede van God die alle verstand te boven gaat Een rust of vrede die ook niemand kan afnemen. Een rust die niet afhankelijk is van omstandigheden, maar die gebaseerd is op de nabijheid van God Zelf. Het klinkt misschien al te mooi om waar te zijn, maar toch is het zo, Paulus en Silas zongen in de gevangenis nadat ze waren gegeseld. (zie ook Rom. 8:37 “maar in (d.w.z. temidden van) dit alles zijn wij méér dan overwinnaars, door Hem, die ons heeft liefgehad” en zie ook 2 Cor.1:10). Christenen zullen te maken krijgen met moeilijkheden als ze de Herder willen volgen. We moeten dan proberen te blijven vertrouwen op Hem. Velen kunnen het tijdens of na zo’n periode van verdrukking getuigen: juist in die moeilijkheden was de Heer het meest nabij in mijn leven. Diamant ontstaat doordat waardeloze zwarte en vuile koolstof onder grote druk en in enorme hitte wordt samengeperst. Uit dit proces ontstaat een prachtige flonkerende edelsteen. Zo wil God ons juist door de “druk” en de “hitte” van de moeilijkheden veranderen naar het beeld van Zijn Zoon, mooier en kostbaarder dan de mooiste diamant.
Kort samengevat zouden we kunnen zeggen, dat de Heer in de eerste plaats de Herder is van Psalm 23, vervolgens is Hij ook de goede Herder (Joh. 10:13), die Zijn leven geeft voor zijn schapen. Daarnaast is Hij ook de grote Herder (Hebr. 20), die dagelijks zorgt voor Zijn schapen. En tot slot is Hij ook de Opperherder of overste Herder (1Petr. 5:4), die zal weerkomen om de “onderherders” te belonen.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.