Rechtvaardiging
Rechtvaardiging en heiliging
Rechtvaardiging en heiliging zijn twee van die echt bijbelse uitdrukkingen. Voor ongelovigen is het de “tale Kanaans”, maar ook voor gelovigen is het onderscheid niet altijd even duidelijk.
Als het niet duidelijk is wat het verschil is tussen deze twee woorden kan dit zelfs tot geloofsonzekerheid leiden, dus twijfel over de behoudenis. Ik wil proberen een tweetal belangrijke verschillen te bespreken om de betekenis enigszins te verduidelijken. Het mag duidelijk zijn dat er véél meer te zeggen of schrijven is over deze twee woorden.
Het eerste verschil tussen rechtvaardiging en heiliging is dat rechtvaardiging een éénmalige gebeurtenis is. Heiliging is een levenslang proces.
Eerst even iets over rechtvaardiging. De Romeinenbrief is de brief waar het meest over
rechtvaardiging wordt gesproken. Zie bijvoorbeeld: Rom. 3: 23 “Want allen hebben
gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn
genade, door de verlossing in Christus Jezus” en Rom. 5: 1 “Wij dan, gerechtvaardigd uit het
geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus.”
Uit de bovengenoemde teksten blijkt dat de rechtvaardiging plaatsvindt als we onze zonden belijden en ons geloof vestigen op de Here Jezus als onze Verlosser. Dit is een eenmalige gebeurtenis. Als we tot geloof komen ziet God ons als volkomen één gemaakt met Christus. We zijn met Hem gestorven én met Hem opgewekt. Alles wat in Hem is wordt ons toe-gerekend, dus omdat Hij rechtvaardig is, ziet God ons ook als rechtvaardig, in Hem. Op een andere plaats wordt gezegd dat we “met Christus zijn bekleed”, we zijn “IN” Christus. Als God naar ons kijkt ziet Hij niet ons, maar Christus. Dit is niet iets wat we voelen of merken, maar dit is hoe God het “ziet”. Met name de hoofdstukken 3 t/m 6 van de Romeinenbrief gaan over dit onderwerp.
Heiliging is niet een eenmalige gebeurtenis, maar een levenslang proces. Iedere dag hebben we het weer nodig om te “jagen naar de heiliging” Hebr. 12:14 . Heiliging wil zeggen afzonderen van het kwade. Dus wegdoen, nalaten, afstand nemen van verkeerde daden, gedachten, blikken, woorden etc. De andere kant van heiliging is dat we ons toewijden aan God.
Iedere gelovige heeft elke dag weer nodig om zich af te keren van de zonde en zich toe te wijden aan God. Dit is een belangrijk aspect want als we dit niet doen, dan zullen we het contact, de gemeenschap met God missen. In de Bergrede in Mattheus (5:8) staat het zo verwoord : “zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien”. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt : jaagt naar de heiliging zonder welke niemand de Heer zal zien. Heiliging is dus noodzakelijk om gemeenschap met Hem te kunnen hebben. Andere teksten bevestigen dit, zoals 1 Petr.1:16 “Weest heilig, want Ik ben heilig”, het spreekt voor zich dat God, Die heilig is niet kan omgaan met mensen die zondigen. Eerst moeten de zonden worden beleden en opgeruimd. Heiliging in optima forma zien we bij de Here Jezus, Hij was én volkomen afgezonderd van het kwade (in Hem was geen zonde, (2 Cor. 5:21 en Hebr. 4:15) én volkomen toegewijd aan God. Hij had dan ook een volmaakte gemeenschap met God.
Een tweede verschil tussen rechtvaardiging en heiliging is de volgorde. Er kan pas sprake van heiliging zijn nádat de rechtvaardiging heeft plaatsgevonden. Een zondaar wordt dus eerst gerechtvaardigd en daarna begint direct het proces van heiliging. Met andere woorden: nadat we zijn wedergeboren moeten we gaan “groeien”. Dit is precies zo als in het gewone leven, als we worden geboren, moeten we daarna gaan groeien. We blijven immers niet ons hele leven babies! Zo moeten we ook in geestelijk opzicht gaan groeien, we worden geboren als “geestelijke babies” maar we moeten gaan groeien naar geestelijke volwassenheid.
Deze logische volgorde kom je ook tegen in het oude testament, bijvoorbeeld bij de o.t. feesten, zoals het Pascha en het Feest van de ongezuurde broden. Het Pascha spreekt van het offer van Christus: “ook ons paaslam is geslacht: Christus” (1 Cor. 5:7) Het Pascha spreekt van de verlossing en rechtvaardiging, dit was een feest van één dag. (feesten van één dag spreken van eenmalige gebeurtenissen). Het feest van de ongezuurde broden duurde 7 dagen. Men moest bij dit feest het huis grondig reinigen van al het zuurdesem, dit moest worden weggedaan. Vervolgens voedde men zich met het ongezuurde (dus zonder zuurdesem). Hier zien we weer de 2 aspecten van heiliging, wegdoen van het zuurdesem (zuurdesem spreekt van zonde) en men voedde zich met het ongezuurde. Zo moeten wij telkens weer het verkeerde wegdoen én ons met het goede voedsel voeden (d.w.z. voeden met Christus, de volkomen Ongezuurde) zodat we geestelijk gezond worden en gaan groeien naar het beeld van de Here Jezus. Dit feest duurde 7 dagen, zeven is het getal van de volheid, dat wil voor ons zeggen, dat we ons hele leven ons voeden met het ongezuurde, dat is het Woord van God. (Feesten van 7 dagen spreken van een periode, zoals ook het Loofhuttenfeest spreekt van de periode van het Duizendjarig vrederijk)
Er ontstaat een probleem als we heiliging en rechtvaardiging door elkaar halen. In dat geval laten we de behoudenis afhangen van hoe we die dag, of die periode geleefd hebben, dus eigenlijk van de mate waarin de heiliging heeft plaatsgevonden. Dit is absoluut fout, onze behoudenis hangt nooit af van wat wij doen of hadden moeten doen, onze behoudenis is uitsluitend afhankelijk van het volmaakte offer van de Here Jezus Christus. Dit moeten we gaan zien. Zodra wij onze zonden oprecht hebben beleden en de Here Jezus hebben aangenomen als onze persoonlijke Verlosser, zijn we gerechtvaardigd. Dit kan nooit meer ongedaan worden gemaakt, zó groot, volmaakt en verstrekkend is de reikwijdte van het offer dat Hij heeft gebracht. We mogen dan weten dat we voor eeuwig behouden zijn.
De praktijk van ons leven laat zien dat we, hoewel we de Heer oprecht liefhebben, toch zondigen, fouten maken. Dit heeft alles te maken met onze heiliging, maar niet met onze behoudenis. Zeg ik daarmee dat de manier waarop wij leven er niet toe doet? Nee, absoluut niet! Natuurlijk moeten we jagen naar de heiliging en ons dagelijks toewijden aan God, zodat Hij door Zijn Heilige Geest ons kan veranderen naar het beeld van Zijn Zoon. We moeten onze zonden met name noemen en belijden aan God, zodat er weer gemeenschap met Hem mogelijk is.
Het omgekeerde kan ook gebeuren, nl. dat we alleen maar zondigen en geen verlangen hebben om de Heer te dienen. Dan is het goed om na te gaan of de rechtvaardiging wel heeft plaatsgevonden. Zijn de zonden wel oprecht beleden en hebben we de Here Jezus wel echt aangenomen als persoonlijke Verlosser en Heer?
Samenvattend zou je kunnen zeggen: We moeten leren te worden wat we zijn. Dit lijkt misschien wat cryptisch, maar het valt wel mee. Toen we tot geloof kwamen, vergaf God al onze zonden en verklaarde Hij ons rechtvaardig in Zijn Zoon. Dat is de rechtvaardiging en dat is wat we zijn in Gods oog, rechtvaardig, volmaakt, heilig. Vervolgens moeten we in ons dagelijks leven gaan veranderen, zodat we ook in de praktijk van alle dag gaan worden wat we in Christus al zijn.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.