Zonde, zonde en nog eens zonde

Zonde, zonde en nog eens zonde.


1. De verlossing van de straf van de zonde

Een wedergeboren gelovige is iemand, die tot de conclusie is gekomen dat hij of zij van nature geneigd is om verkeerde dingen (zonden) te doen. Het is iemand die heeft ontdekt, dat hij onmogelijk  kan voldoen aan Gods norm. De maatstaf van God is Christus, Hij Die op aarde heeft geleefd zonder te zondigen. Een ware christen weet dat hij ”in zonde is ontvangen en geboren”, “geneigd is tot alle kwaad” en dat  “er niemand is die goed doet, ook niet één”.  Maar een gelovige die dit beseft weet ook dat er een oplossing is voor zijn zonde probleem, hij weet dat er een Verlosser is, Die heeft geleden en is gestorven juist voor zijn zonden. Elke gelovige mag weten  dat er Iemand in zíjn plaats het oordeel over zijn zonden heeft ondergaan. De straf op de zonden is voor een gelovige voltooid verleden tijd. Het unieke offer van de Heer heeft voor eens en altijd afgerekend met deze straf. Christus onderging het oordeel in plaats van de schuldige zondaar.

2. De verlossing van de macht van de zonde

Een wederom geboren gelovige weet ook uit eigen ervaring, dat hij dagelijks te maken heeft met de macht van de zonde. Zonder deze macht (onze oude natuur, het vlees) zouden we immers niet meer zondigen, maar leven als volmaakte mensen. De zonde heeft echter nog dagelijks invloed op ons leven. De vraag is nu: “Hoe kunnen we meer het beeld gaan vertonen van Hem Die zonder zonde was, of hoe kan Christus in ons gestalte krijgen?” Of hoe worden we verlost van de zondemacht in ons? God heeft ons toen wij tot geloof kwamen Zijn Heilige Geest gegeven (Ef. 1:13). Dat is belangrijk, want hier ligt de sleutel tot de oplossing.

Het eerste wat we heel goed moeten beseffen is dat we, zoals hierboven al gezegd, van nature zondaars zijn. Er is absoluut geen goed in ons. Dat is ook de reden dat we opnieuw (van bovenaf) geboren moesten worden. Opknappen van ons oude leven is er niet bij, we moeten sterven met Christus én opnieuw geboren worden. Dit is de weg om behouden te worden en dit is ook de weg om te leven als een gered mens. Telkens weer moeten we beseffen dat we “der zonde gestorven zijn” en dat we “de zonde niet als koning moeten laten heersen” (Rom. 6:2 en 12) in ons leven. We moeten leren niet meer te leven vanuit ons oude leven, onze natuurlijke verlangens, wijsheid, ideeën etc., maar we moeten leren te leven uit de nieuwe Bron. Deze nieuwe Bron is Christus Zelf en door Zijn Heilige Geest wil Hij het nieuwe leven, het leven van bovenaf, in en door ons openbaren. We kunnen zelf wel proberen dit nieuwe leven te leven, maar dat zal nooit lukken, want de bron is niet goed.  Dit wordt ook bevestigd op vele andere plaatsen in de bijbel zoals Gal. 5:22 waar gesproken wordt over de (verkeerde) werken van het vlees (onze oude natuur) en de vrucht van de Geest. De Geest zorgt dat er liefde, blijdschap etc. . zichtbaar wordt in ons leven. Onze verantwoordelijkheid is: blijven in Hem, in de Wijnstok, zodat de leven brengende sappen vanuit de wijnstok (Christus) naar de ranken (gelovigen) kunnen vloeien en zodat er vrucht komt.

Naarmate we meer leven in overgave aan God en geleid worden door Gods Geest, zullen we ook meer vrijgemaakt worden van de macht van de zonde. Hierbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat we elk moment diep kunnen vallen. Het leren leven in afhankelijkheid aan God is een levenslang proces. Volmaaktheid zullen we nooit bereiken op aarde, maar groei is zeer zeker mogelijk en noodzakelijk.

3. De verlossing van de gevolgen van de zonde

De verlossing van de straf van de zonde heeft dus in het verleden plaatsgevonden, de verlossing van de macht van de zonde vindt in het heden plaats, in ons dagelijks leven. De verlossing van de gevolgen van de zonde is iets van de (nabije) toekomst.

Een gegeven is dat de dood een gevolg is van de zonde (Rom. 6: 23).De geschiedenis leert onomstotelijk dat dit ook geldt voor gelovigen. (Met uitzondering van Henoch en Elia). In zijn algemeenheid gesteld is ziekte ook een gevolg van de zondeval. Vóór de zondeval was alles immers “ zeer goed”.

Maar ook in ons dagelijks leven kunnen we te maken krijgen met de gevolgen van de zonde. Ziekte in ons leven kán in bijzondere gevallen een gevolg zijn van zonde. In dit soort situaties moeten we denken aan ziekte, omdat er bepaalde niet beleden zonde aanwezig is in het leven van iemand.  Het kan natuurlijk ook zijn dat we ziek zijn zonder dat zonde hiervan de oorzaak is. In deze situaties is er ook geen scheiding met God, zoals wel het geval is als de ziekte een gevolg van zonde is. In 1Tim5:23 adviseert Paulus aan Timotheus om een beetje wijn te drinken ivm zijn ziekte, deze ziekte heeft niets met zonde te maken!

Een ander voorbeeld van de gevolgen van de zonde is:  als we iemand bedriegen en hij ontdekt dat, dan zal onze relatie met die persoon verstoord zijn. Als we onze zonden oprecht belijden aan God en aan die persoon en het wordt ons vergeven, dan kunnen we toch nog te maken krijgen met de gevolgen van onze zonde, want herstel van geschonden relaties heeft vaak tijd nodig.

Maar gelukkig heeft God ook voorzien in een oplossing voor de gevolgen  van onze zonden. We mogen weten dat er eens een tijd zal komen dat we ook volkomen verlost zullen worden van de gevolgen van onze zonden. Als de Here Jezus komt om Zijn gemeente te halen, of als we ontslapen dan zullen we voor altijd bij de Here zijn. Dan zullen  er geen ziektes, tranen, rouw of wrok meer zijn. Dan zullen we voor eeuwig bij onze  Heiland en Here zijn. Dat is dan ook de hoop van elke christen: verenigd te worden met Hem die ons zo intens liefheeft dat Hij alles maar dan ook alles voor ons over heeft gehad om ons vrij te kopen en te verlossen.


Als we zo dit onderscheid maken is het ook makkelijker te begrijpen wat er in Romeinen 13:11 staat “want het heil (verlossing) is ons nu meer nabij”. Hier gaat het niet om de behoudenis van de straf op de zonde, maar om de behoudenis van gevolgen van de zonde. Ook de tekst uit Filippensen 2:12  “Daarom, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijde gehoorzaam zijt geweest, blijft, niet alleen zoals in mijn tegenwoordigheid, maar nu des te meer bij mijn afwezigheid, uw behoudenis (verlossing) bewerken met vreze en beven” wordt nu duidelijker. Hier gaat het om de behoudenis, het heil of de verlossing van de macht van de zonde. Dit blijkt ook uit de context van dat gedeelte. En tot slot 1 Petrus 1:5  “die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid (verlossing), welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd”. In dit laatste vers gaat het weer om de verlossing van de gevolgen van de zonde.

Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. (Fillipensen 1 vers 6)


 

 

 

 

 

 

 

 


 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.