Het doen van een gelofte
De geloften der vrouwen (Numeri 30:1/16)
In dit gedeelte worden voorschriften uit de wet van Mozes genoemd mbt geloften gedaan door vrouwen, nl. een dochter, getrouwde vrouw, weduwe en een verstoten vrouw. Telkens wordt nadrukkelijk vermeld dat als de vader van het meisje of de man van de gehuwde vrouw de gelofte hoorde en zweeg, dat hij er mee instemde en dat betekende vervolgens dat de gelofte gestand gedaan moest worden. Gaf de vader of de man aan dat hij het er niet mee eens was dan hoefde de gelofte niet ingelost te worden. Numeri 30:13 ’Elke gelofte en elke verplichting onder ede om zichzelf te verootmoedigen, zal haar man kunnen bekrachtigen en haar man zal ze ongeldig kunnen maken. Zwijgt echter haar man van dag tot dag geheel tegen haar, dan bekrachtigt hij al haar geloften of al de verplichtingen die op haar rusten; hij bekrachtigt ze, omdat hij tegen haar zwijgt, wanneer hij het hoort’. Voor de weduwe en de verstoten vrouw gold dit niet, zij waren verantwoordelijk voor hun eigen geloftes of verplichtingen. (Num 30:9).
God had het bovenstaande vastgelegd in de wet, zoals Hij deze aan Mozes had bekendgemaakt. Hieraan had men zich te houden in Israël. Deze wet mbt de geloftes of verplichtingen waren evenals alle andere wetten en inzettingen gegeven tot welzijn van het volk.
Lucas 24:27 ’En Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de Schriften op Hem betrekking had’. De Here Jezus legde de Emmaüsgangers aan de hand van de boeken van Mozes (Genesis t/m Deuteronomium) en de andere Schriften uit wat op Hem betrekking had. Kennelijk kunnen we dus ook in de wet van Mozes, zoals o.a. in Numeri opgetekend, iets vinden wat op Hem betrekking heeft! Als we Numeri 30 overdenken, met Lucas 24:27 in gedachten, dan valt telkens weer op dat als een man instemde met een gelofte of verplichting gedaan door zijn dochter of vrouw, deze gelofte gestand gedaan moest worden.
Uit de Bijbel weten we dat de Here Jezus een Man is. Dit werd aangekondigd door Jesaja ver voor Zijn geboorte: ’een Zoon is ons gegeven’, Jes. 9:6 en in hoofdstuk 53 noemt hij Hem: ’de Man van Smarten’.
In de bergrede staat: ’ Meent niet, dat Ik (de Man Jezus Christus) gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen’, Mattheus 5:17. Christus is dus gekomen om ook de wet uit Numeri 30 mbt de geloftes te vervullen!
Dit overdenkende blijkt dat uit het ogenschijnlijk saaie hoofdstuk 30 in het boek Numeri een geweldige bemoediging en les voor ons verborgen ligt.
Christus is een Man en Hij moet volgens Gods wet, omdat Hij een Man is, beloftes gestand doen! Dat betekent dat Hij de belofte in Mattheus 28:20 ’En zie, Ik (de Man Jezus Christus) ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld’ beslist vervult. We hoeven er dus niet aan te twijfelen, dat Hij elke dag met ons is!
Een andere gelofte, gedaan door Hem in het verleden, uit Psalm 40:7, is reeds vervuld, nl.: ’Zie, ik kom’. Uit Hebreeën 10:5 e.v. blijkt dat dit vers op Christus betrekking heeft. Hij deed een gelofte en vervulde deze belofte want Hij is een Man en Hij zal elke door Hem gedane belofte vervullen.
Dat betekent dus ook dat beloftes door Hem gedaan en die nog vervuld moeten worden zeker vervuld zullen worden! Openbaringen 22: ’Ja, Ik kom spoedig’. We hoeven er niet aan te twijfelen dat ook deze belofte in vervulling zal gaan! Ik hoop dat u beloftes gedaan door de Man Jezus Christus nog eens wilt opzoeken en herlezen in het licht van het bovenstaande.
De gelofte van Jefta, Richteren 11:30/40
Jefta deed de Here een gelofte. Deze hield in dat hij de Here vroeg om de overwinning op de Amorieten. Zou dat gebeuren dan zou datgene wat uit de deur van zijn huis hem tegemoet kwam ten brandoffer worden gegeven. Mogelijke een belofte waar Jefta niet zo goed over had nagedacht. God gaf hem die overwinning en toen hij te Mispa terugkeerde kwam zijn enig kind hem dansend tegemoet. Jefta was diep verslagen, scheurde zijn kleren en zei dat hij in het ongeluk was gestort door zijn dochter, maar hij kon niet terug op grond van de wet van Mozes in Numeri 30.
De les voor ons is dat we geen beloften moeten doen, aan de Here of aan anderen, waar we niet goed over hebben nagedacht! Prediker 5:2 ’Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haaste zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken; want God is in de hemel en gij zijt op de aarde, laten daarom uw woorden weinige zijn’.
De belofte van Jefta had ook iets voorwaardelijks in zich: als U dát doet (de overwinning schenken) dan zal ik mijn belofte inlossen. Iets dergelijks doen wij misschien ook wel eens, maar we moeten leren te leven uit genade, niet uit wettische of vooraf gestelde motieven. In het ot gold: ’Want Mozes schrijft: De mens, die de gerechtigheid naar de wet doet, zal daardoor leven’, Romeinen 10:5. Wij mogen echter leven uit genade: Johannes 1:17 ’want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen’.
De reactie van Jefta’s dochter is die van geloof. Ze zegt: ‘Vader, als gij tegenover de Here een woord gesproken hebt, doe mij dan naar wat gij beloofd hebt’, vers 36. Het betekende dat Jefta zijn dochter moest offeren als een brandoffer, zoals staat in vers 31. Uit het vervolg van de geschiedenis blijkt, dat zijn dochter niet letterlijk is geofferd door Jefta. Dit kan ook nooit de bedoeling zijn geweest, (zie bv. Lev. 18:21 en Deut. 12:31).want mensenoffers zijn de Here een gruwel.
De betekenis van de belofte moet worden gezocht in een volkomen toewijding en overgave van het meisje aan de Here. Waarschijnlijk heeft ze haar hele verdere leven geleefd en gewerkt in de buurt van de tabernakel, voor zover het een meisje of vrouw was toegestaan daar werkzaamheden te verrichten. De inlossing van de belofte was zeker niet makkelijk, want alle gelovige Israëlitische vrouwen (en Jefta’s dochter was een gelovige vrouw) hadden het verlangen de moeder te worden van de beloofde Messias. Het inlossen van deze gelofte betekende dus dat Jefta’s dochter nooit de moeder van de Messias zou kunnen worden! Dat Jefta’s dochter niet letterlijk is geofferd blijkt ook uit vers 37 e.v., met name vs. 39 ’ zij heeft geen gemeenschap gehad met een man’.
In deze dochter zien we een beeld van Christus. Ze was de enige dochter, Hij was de Eniggeboren Zoon. Jefta, haar vader, had haar lief. God de Vader heeft Zijn Eniggeborene lief. Ze was bereid het Woord van God te gehoorzamen, zoals Christus eens volkomen gehoorzaam zou zijn. Er kan nog genoemd worden, dat ze helemaal niet aan zichzelf dacht. (zij was direct bereid om zich te onderwerpen aan de door Jefta gedane belofte ongeacht de daaraan verbonden consequenties). Christus zou eeuwen later ook niet aan Zichzelf denken, maar Zichzelf volkomen ontledigen (Fil 2:7, Duits: ’zu nichts machte’).
Tot slot Jefta’s dochter werd ’gebrandofferd’, Christus zou het volmaakte Brandoffer worden. Het brandoffer was uitsluitend voor God, het had niets te maken met zonde of schuld. Het was een vrijwillig offer en moest volledig worden verbrand. Dat spreekt van Christus’ vrijwillige komst naar deze aarde en Zijn volkomen overgave aan God om Hem te eren en groot te maken..
Dat ook uw en mijn leven mogen lijken op het leven van Jefta’s dochter. Maar meer nog dat Christus in ons leven gestalte zal krijgen tot lof en eer van God, Gal .4:19.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.