Daniel in de leeuwenkuil (1)
Johannes 5:39 Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen
In Daniel 6 vinden we de bekende geschiedenis van Daniel in de leeuwenkuil. Daniel was één van de 3 rijksbestuurders, die samen met 120 stadhouders het land bestuurden. Daniel overtrof deze allemaal, omdat er een uitnemende geest in hem was. Daarom wilde koning Darius Daniel als regent aanstellen over het hele rijk. Toen werden de andere 2 rijksbestuurders en de stadhouders jaloers. Ze zochten naar iets in het leven en werk van Daniel op grond waarvan ze hem zouden kunnen aanklagen. Tot hun spijt konden ze niets vinden.
Toen besloten ze hem via een list veroordeeld te krijgen. Er werd een nieuwe wet van Meden en Perzen uitgevaardigd waarin stond dat niemand binnen 30 dagen een verzoek tot enige god of mens, behalve koning Darius, mocht richten. Toen Daniel hoorde van deze wet ging hij, zoals hij gewend was, naar zijn huis om tot God te bidden. Hierop hadden zij, die deze list hadden bedacht gewacht. Ze stormden bij Daniel naar binnen en vervolgens berichtten zij deze wetsovertreding onmiddellijk aan de koning. Darius was tot zijn grote spijt in de val gelopen. Hij kon toen niets anders doen dan Daniel in de leeuwenkuil laten werpen, want een wet van Meden en Perzen kon immers niet veranderd worden. De ingang tot de leeuwenkuil werd versperd met een grote steen die werd verzegeld met de ring van de koning en de ring van de machthebbers.
De volgende morgen vroeg ging koning Darius naar de leeuwenkuil en vroeg naar Daniel of de God die hij zo volhardend diende hem had beschermd tegen de leeuwen. We kennen het antwoord: Daniel leefde, God had Zijn engel gezonden en deze sloot de muilen van de leeuwen. Daniel werd vervolgens uit de kuil gehaald en de mannen die de aanklacht hadden ingediend werden met hun gezinnen in de kuil geworpen en door de leeuwen verscheurd en opgegeten, zelfs hun botten werden verbrijzeld. Tot zover in het kort de geschiedenis uit Daniel 6.
Zoals in de titel vermeld zijn het de Schriften die van Christus getuigen, dat blijkt ook uit deze geschiedenis. In de eerste plaats spreekt Daniels naam hiervan. Daniel betekent nl: God is mijn rechter. Psalm 7:11 ’God is een rechtvaardig Rechter’. We kunnen hierbij denken aan de Here Jezus die geoordeeld werd op het kruis van Golgotha. De volle zwaarte van het oordeel, dat wij verdiend hadden legde God, de rechtvaardige Rechter, op Hem. Jesaja 53:5 ’de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem’. Hij werd van God verlaten en droeg de straf die wij hadden verdiend. De volledige toorn van God onderging Hij, het behaagde God Hem te verbrijzelen.
Maar er zijn meer verwijzingen die Daniel in dit hoofdstuk tot een type van Christus maken. Er was volgens Dan. 6:4 ’een uitnemende geest in hem’. Van Christus wordt in Lukas 2:47 gezegd: ’allen nu, die Hem hoorden, waren verbaasd over Zijn verstand en Zijn antwoorden’. Of Johannes 7:15 ’De Joden dan verbaasden zich en zeiden: Hoe is deze zo geleerd zonder onderricht te hebben ontvangen?’ en Lukas 4:22 ’En allen betuigden hun instemming met Hem en verwonderden zich over de woorden van genade, die van zijn lippen kwamen’.
De rijksbestuurders konden geen grond voor een aanklacht tegen Daniel vinden.
Opnieuw spreekt de geschiedenis van Daniel van de Here Jezus, die zonder zonde was.
In Hem was absoluut geen enkele grond voor een aanklacht, toch werd Hij geoordeeld,
omdat dit paste in Gods plan. Lucas 23:14 ’Gij hebt deze mens bij mij gebracht als iemand,
die het volk afvallig maakt en zie, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid verhoord en in
deze mens geen enkele grond gevonden voor datgene, waarvan gij Hem beschuldigt’. In
Hem was geen enkele zonde, zoals we weten uit Hebr. 4:15 ’ Want wij hebben geen
hogepriester, die niet kan meevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op
gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen’.
Daniel was een man van gebed, elke dag bad hij minimaal drie keer tot God. De Here Jezus
was eveneens een getrouwe Bidder. We lezen telkens van Hem dat Hij tijd nam om te
bidden. Van Daniel ging een goed getuigenis uit, we lezen dat hij God volhardend diende.
Christus wordt in Openb.1:5 de getrouwe getuige genoemd, niemand was zo’n getuige in
woord en daad als Hij.
Daniel werd veroordeeld, terwijl hij niets misdaan had. Hierin herkennen we weer de Here
Jezus. Volkomen onschuldig werd hij toch veroordeeld en aan het vloekhout van
Golgotha geslagen. Hij had Zijn hele leven geleefd, zonder één keer te zondigen, toch
moest Hij deze diepe vernedering ondergaan.
De leeuwenkuil is een beeld van het graf. Menselijkerwijs gesproken zou de kuil ook
Daniels graf zijn geworden. Daniel werd geworpen in de leeuwenkuil, vervolgens werd de
kuil afgesloten met een steen, vgl. Matth. 27:60 ’en hij legde Hem in zijn nieuwe graf, dat
hij in de rots had laten uithouwen, en na een grote steen voor de ingang van het graf te
hebben gewenteld, ging hij heen.’. Vervolgens werd de steen van de leeuwenkuil
verzegeld, vgl. Matth. 27:66 ’Zij gingen heen en verzekerden het graf met de wacht, na de
steen verzegeld te hebben’.
Daniel werd levend uit de leeuwenkuil gehaald, omdat hij zoals hij in Dan. 6:23 zegt ’ik voor Hem onschuldig ben bevonden’. Christus stond op uit het graf, Hij overwon de dood, dat mogen we elk jaar met Pasen in het bijzonder gedenken. Hij stond op, omdat Hij gedurende Zijn leven God op een volmaakte wijze had geëerd, Het offer van Zichzelf werd door God aangenomen. Zijn opstanding uit de doden is hiervan het bewijs. Fil. 2:5 ’Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!’
Er is ook een groot verschil tussen de geschiedenissen van Daniel en Christus. Daniel was weliswaar in de leeuwenkuil, maar hij heeft niet de intense lichamelijke en geestelijke pijn hoeven te doorstaan die de Here Jezus later, hangend aan het kruis, zou doormaken. De diepe verlatenheid van God, toen het 3 uren duister werd, heeft Daniel niet gekend. Christus heeft een lijden doorgemaakt, dat zijn weerga niet kent in de geschiedenis. Een lijden dat wij nooit ten volle zullen kunnen beseffen, omdat wij een dergelijke eenzaamheid nooit mee hoeven te maken, omdat Hij voor ons de straf heeft willen ondergaan! Halleluja aan het Lam van God!
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.