Genade (3)
Genade en lijden
Fil. 1:29 Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden.
In dit artikeltje specifiek gaat om genade die Hij verleent als we bereid zijn te lijden voor Hem. Er is veel lijden in deze wereld, er wordt ook door ongelovigen geleden, maar dat is meer lijden in algemene zin en wordt niet bedoeld in dit stukje. Gelovigen zeggen ook wel eens dat men zijn/haar kruis moet opnemen als er zorgen of pijn zijn, maar dat heeft eigenlijk niets met “kruisdragen” te maken, want ook ongelovigen overkomt deze vorm van lijden. Het gaat hieronder met name om lijden als gevolg van de keuze de Here Jezus te willen volgen.
Paulus schrijft in bovenstaand vers dat aan de gelovigen in Filippi genade is verleend om 1) in Hem te geloven en 2) genade om voor Hem te lijden. Het eerste houdt in dat Gods onverdiende gunst, Zijn genade is verschenen. Men mocht geloven in het offer van de Here Jezus en zo werd het heil het deel van de mensen in Filippi.
Punt 2 genade om voor Hem te lijden is wat lastiger te vatten. Ik denk dat je het zo zou kunnen omschrijven: de genade van God, het heil (nr.1) ontvangen we als we bereid zijn onze zonden te belijden en de Here Jezus aan te nemen, de genade om te lijden (Nr. 2) ontvangen we (is aan ons verleend) als we bereid zijn om voor Hem te lijden. Als we bereid zijn Hem volkomen gehoorzaam te zijn. Pas als we ons aan Hem overgeven ervaren we Zijn geweldige genade (nr. 1). Het is net zo met de genade om voor Hem te lijden, pas als we bereid zijn om voor Zijn naam te lijden dán gaan we deze genade (nr. 2) ervaren.
Paulus had te maken met een doorn in het vlees, een bepaalde manier van lijden, daarover staat dit geschreven: “Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht”. Als we lijden, en dat kan op vele verschillende manieren, dan zijn we vaak zwak, maar juist op dié momenten kan God Zijn kracht in ons openbaren.
Een voorbeeld van de genade om te lijden is vermeld in Handelingen 5:41. De discipelen waren gegeseld en waren verblijd, omdat ze “verwaardigd waren ter wille van de naam smadelijk behandeld te zijn”. Blijdschap was hun deel, daar waar je bitterheid zou verwachten. Blijdschap was het gevolg van de genade aan hen verleend om voor Hem te lijden. Ditzelfde zien we als Paulus en Silas gegeseld zijn en met hun voeten in het blok in de gevangenis zijn gezet. Wat zou je verwachten? Boosheid, verdriet etc. Maar hoe openbaart Gods genade zich nadat ze bereid waren om voor Hem te lijden: ze zongen Gods lof! (Hand. 16:23 e.v.) Deze ervaringen van de discipelen en van Paulus en Silas kwamen pas, nadat ze er voor hadden gekozen om in de praktijk van alle dag Hem gehoorzaam te zijn, toen gingen ze zijn genade en de gevolgen daarvan ook daadwerkelijk ervaren in hun leven.
In de tweede Corinthebrief vinden we dit ook: 2 Cor. 8:1 “Wij maken u de genade Gods bekend, broeders, die aan de gemeenten van Macedonië geschonken is. Want, doordat zij beproefd zijn gebleken in veel verdrukking, hebben hun overvloedige blijdschap en diepe armoede nog overvloedig de rijkdom van hun mildheid bevorderd”. Het resultaat van hun lijden voor Hem was, ondanks hun diepe armoede (!): overvloedige blijdschap en toename/bevordering van hun mildheid (ze gaven zelfs boven vermogen). Dat was genade van God! Als ze niet bereid waren geweest God in hun moeilijkheden te gehoorzamen en de beproevingen te doorstaan, was deze genade niet hun deel geworden.
Een ander gevolg van de genade om voor Hem te lijden was dat mensenharten geraakt werden zodat ze tot levend geloof kwamen. In de tijd van de discipelen kwamen heel veel mensen tot geloof. Ook de bediening van Paulus was zeer zegenrijk onder met name de heidenen. Van de gemeente in Macedonië ging ook een geweldig positief getuigenis uit. Dit getuigenis heeft ongetwijfeld ook anderen aangesproken en hen zodoende bij Christus gebracht. Als wij bereid zijn voor Hem te lijden zal God ons ook deze genade schenken, dan zal ook ons leven getuigen van een levend en vast geloof in onze Heiland en dan zullen er ook mensen “geraakt” worden.
De vraag is zijn wij, ben ik bereid voor Hem te lijden? Paulus roemt de Filippenzen omdat ze “deelhebben aan het evangelie” (1:5), “deelgenoten zijn” (1:7 slot). Zijn wij deelgenoten en hebben wij deel aan het evangelie, gedragen wij ons “waardig het evangelie” (1:23) en laten wij ons ook niet “door de tegenstanders beangstigen” (1:28)?
Een derde gevolg van de genade om voor Hem te lijden is dat we zullen worden beloond als we bereid zijn deze weg achter Hem aan te gaan. Hij ondervond in Zijn aardse leven veel tegenstand, Zijn volgelingen, de gelovigen, zullen hier ook mee te maken krijgen als ze bereid Zijn Hem te volgen. Maar behalve de tegenstand is er ook de belofte van zegen in het heden en de toekomstige beloning. In de Bijbel wordt dit aangeduid met loon, zie bijv. 1Cor. 3:14 Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen of Openb. 22:12 “Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naar dat zijn werk is”.
1Petr. 2:19 Want dit is genade, indien iemand, omdat hij met God rekening houdt, leed verdraagt, dat hij ten onrechte lijdt.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.