Hoe maak je een Bijbelstudie?
Hoe maak je een Bijbelstudie?
Hoe maak je eigenlijk een Bijbelstudie? Hoe breng je iets over vanuit de Bijbel, bijvoorbeeld als kringleider of spreker, aan mensen?
Deze week kreeg ik de vraag gesteld hoe je een bijbelstudie maakt. Daarmee kun je verschillende kanten op. Is het een studie van een tekstgedeelte, een studie op een bepaald onderwerp of thema, een essay?
Een goede preek (..) bestond vroeger, in de Gereformeerde Kerken, uit drie punten. En er zijn ook diverse andere alternatieven bedacht in de loop der jaren. Het komt eigenlijk allemaal op hetzelfde neer: hoe breng je iets over aan de toehoorder en zorg je dat die er iets mee dóet. Want dat is het belangrijkste. Een ander interessant model dat ik tegenkwam is “De Vier Pagina’s van de Preek“. Of bijvoorbeeld deze opzet.
Een model voor een preek kun je ook toepassen op een Bijbelstudie, maar dan is het wel ‘eenrichtingsverkeer’. Veel Bijbelstudies hebben die vorm ook vaak. Leuker is om het toch wat interactiever te maken. De mensen te betrekken bij het onderwerp of schriftgedeelte – zodat ze na afloop met wat ze geleerd hebben ook iets gaan dóen!
Hoe doe je dat?
- Kies een Bijbelgedeelte
Kies een bijbelgedeelte als uitgangspunt waarin het onderwerp naar voren komt, eventueel een aantal schriftgedeelten. - Definieer de belangrijkste punten. Definieer de belangrijkste punten uit de teksten. Schrijf die kort op om daarna, later, verder uit te werken. Punten kunnen academisch zijn en de taal, geschiedenis, contextuele betekenis van de passage bespreken. Spiritueel, de boodschap van de passage interpreteren en hoe deze het dagelijks leven zou moeten of kunnen beïnvloeden. Geef eventueel bij elk punt een korte toelichting als basis voor de discussie.
- Maak reflectievragen. Schrijf reflectievragen. Gebruik deze na de algemene bespreking om de deelnemers te helpen de passage te evalueren in het licht van hun persoonlijke ervaring en samen te vatten wat ze door de Bijbelstudie hebben geleerd.
Stel, tot slot, eventueel een paar actie-punten of vragen voor die individueel of als groep kunnen worden overgenomen aan het einde van de Bijbelstudie. Zoals “wat ga je hier verder mee doen”, “kun je hier wat mee doen” etc.
Ja, Maar Ik Vind….
Een puntje van orde! Leid je een Bijbelkring dan zal er altijd wel een keer één, en ook wel vaker dan één keer, iemand zijn die te pas en te onpas je onderbreekt. Urenlang heb je gestudeerd op je onderwerp. Je hebt het uitgewerkt, voorbereid, je onderzoek gedaan! En dan is er die deelnemer op de kring die zegt: “Ja, dat zeg je wel maar ík vind..”. Ik heb het vaak meegemaakt. Alle uren die je in een onderwerp steekt, al het vooronderzoek, het wordt met dat éne zinnetje van tafel geveegd om dat de deelnemer “iets vind” van of over het onderwerp.
Typisch Nederlands wellicht, om ergens “iets van te vinden” en deze mening dan ook meteen maar te ventileren. Hoe (on)gefundeerd deze mening ook is, zorg vooraf dat dit niet kan gebeuren. Wat ik persoonlijk doe is vooraf duidelijk maken: “Heb je vragen of opmerkingen, schrijf ze op. Dan bespreken we die aan het eind”. Je zult zien dat de “Ja maar ik vind” vragen vaak als sneeuw voor de zon zijn verdwenen.
Aandacht vraag je of dwing je af. Het komt zelden vanzelf. De mensen die je onderbreken doen dit vaak om hun moverende redenen. Zelden om iets constructiefs bij te dragen en het zorgt voor onrust. Anderen gaan er weer op in en voor je het weet is het meer een discussiegroepje dan een Bijbelstudie. Voorkom dat door vooraf duidelijk te maken dat er een vragenrondje aan het eind is. Onderbreken mensen je toch met een “Ja maar ik vind” of andere niet ter zake doende vragen, wijs ze dan rustig en vriendelijk op de afspraak dat de vragen aan het einde gesteld kunnen worden.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.