De Grote Verzoendag (3)

DE FEESTEN VAN DE HERE
DE GROTE VERZOENDAG (3)
LEVITICUS 23 VERS 33 T/M 36, 39 T/M 44

ALGEMEEN
Het loofhuttenfeest is het laatste van de zeven feesten of  ’gezette hoogtijden’ van de HERE. In vorige artikelen hebt u kunnen lezen hoe de HERE er graag bij wilde zijn en hoe Hij zijn vreugde zou willen vinden, te midden van het volk dat Hij
had verlost uit Egypte. Voor vandaag betekent dit dat onze Here niet op een afstand staat, als het om ons geloofsleven en getuigenis gaat, maar dat Hij er graag bij wil zijn, en dat Hij (ook vandaag) Zijn feest wil vinden in het midden van hen, die door de Here Jezus gekocht zijn, met het kostbare bloed van het onberispelijke Lam.

DE VIJFTIENDE DAG
In de tijd van het Oude Testament had een jaar 360 dagen, verdeeld over twaalf maanden van 30 dagen. De maanden liepen parallel met de maanstand. Nieuwe maan was dus de eerste van de maand en op de vijftiende dag van de maand was het volle maan. Anders gezegd: in een tijd waarin de duisternis heerst, is de vijftiende dag het moment waarop het meeste licht is. De Here wilde dat Zijn volk zou terugdenken aan de woestijntocht, toen ze uit Egypte getrokken waren, door een verheven hand uitgeleid en geleid. God had hen 40 jaren in de woestijn laten trekken om hen te onderwijzen. Dat terugdenken moest reeds op aarde plaats vinden op een moment dat er het meeste licht was. Ik denk, dat dit vandaag nog precies zo is.

WAAROM EEN WOESTIJNTOCHT?
Het volk Israel had in ongeveer 11 dagen van Egypte naar het beloofde land kunnen lopen. De Bijbel noemt dat ’de weg der Filistijnen.’ Direkt na de uittocht uit het slavenhuis liet de Here Zijn volk zwenken in de richting van de Schelfzee, naar de woestijn. Het is u bekend hoe ze direkt daarop in de val liepen en geen kant meer uit konden. Ze hebben geschreeuwd en de Here liet weten dat zij stil moesten zijn. Hij zou voor hen srijden. Een wonderlijke verlossing, dwars door de zee heen, was het resultaat. Het voert veel te ver om al die woestijnervaringen te vermelden, Veertig lange jaren hebben heel wat strijd, moeite en onduidelijkheid opgeleverd. Toch zegt de Bijbel dat deze woestijnweg een heel duidelijkheid doel had. In Deutr. 8 vers 8 tot en met 18 laat de Here weten waarom Hij deze weg voor Zijn volk had gekozen. In zo’n weg zou duidelijk worden wat er in hun harten was. Nu zou direkt iemand zijn vinger kunnen opsteken en zeggen dat een
God die zo werkt, niet de God is die wij zoeken. U bent er helemaal naast, als u zoiets denkt. Ook het Nieuwe Testament maakt duidelijk, b.v. in Jacobus 1, dat wij het voor vreugde moeten houden als er allerlei beproevingen zijn. Ook Paulus spreekt op diezelfde wijze over moeiten en beproevingen. Wij willen vandaag de dag een gladde, rimpelloze weg zonder problemen en moeiten en als er wel moeiten zijn, spreken wij al heel gauw over de satan, die dat doet en waartegen wij in het geweer moeten komen, door hem uit te drijven. We horen immers vele malen dat een christen niet ziek hoeft te zijn? De Here test u, mijn broeder en zuster! Waarom? In de eerste plaats om te laten zien wat er in onze harten leeft, ook nadat wij tot geloof in de Here Jezus zijn gekomen. In de tweede plaats om te laten weten, dat de Here ook in zulke omstandigheden alles in Zijn hand heeft. Hij draagt ons immers al de levensjaren? Onder ons zijn eeuwige armen. In de derde plaats wil de Here ook ons langs deze weg uiteindelijk wel doen. Jacobus 1 zegt dat iemand die door zulke oefeningen heenging, de kroon des levens ontvangt. Diezelfde gedachte staat in Openbaring 2 (bij Smyrna) waar, als gevolg van verdrukkingen, een kroon des levens wordt voorgesteld.

WETEN WIJ DAN ALLES?
Niemand zou durven beweren alles te weten van Gods weg met de mens. Gods gedachten zijn hoger dan onze gedachten en Zijn wegen zijn eveneens hoger dan de onze. Laten we heel voorzichtig zijn met de anderen te vertellen, hoe en waarom God het een of ander in iemands leven heeft gedaan. Indien zoiets al duidelijk zou worden, dan is dat in de eerste plaats aan de betreffende broeder of zuster en niet aan een ’buitenstaander.’ Natuurlijk wil ik hiermee niet zeggen dat de Here niets zou openbaren aan een profeet, maar dat is iets anders. Toch zijn de woestijnervaringen niet zonder doel. Allerlei mensen willen ons graag vandaag de dag doen geloven dat God niet almachtig is en dat er dus iets als noodlot bestaat. God, zegt men dan, heeft niet alle dingen in Zijn Hand, en God kan het ook niet helpen als er van alles gebeurt in het leven van een gelovige. Het is een grote genade in het geloofsleven, als het moment er komt waarop we kunnen zeggen: Uw wil geschiede. Of anders: ’Hier ben ik om Uw wil te doen.’ Dan eerst komt er rust en vrede en dan is er kracht om verder te gaan. Genade om te vergeven hen die ons iets aandeden en genade om zelfs het beste te zoeken voor haters. Dan lijken we een beetje op de Here Jezus. Het hoeft geen betoog, dat het kruis in ons leven een plaats heeft gekregen: het gaat dan niet meer om ons, maar om de grootmaking van onze Heer en Heiland. Woestijnbeslommeringen zijn niet zinloos en in die weg leren ook wij wat er in ons hart is en in die weg leren we Gods hart kennen, die ons uiteindelijk wel zal doen.

TAKKEN VAN DE BOMEN PLUKKEN
In de oude tijd moest het volk van God in de hoven, op de pleinen en zelfs in de voorhof loofhutten gaan bouwen, om de Here een feest te vieren. De HERE God wilde zien dat ze met dankbaarheid terugdachten aan al die zorg onderweg in de woestijn. Die dank moest zichtbaar worden, het moest openbaar gebeuren, het werd een getuigenis! Ook wij zouden openbaar moeten maken, dat wij onder Gods bijzondere zorg staan, ook als men zegt dat het noodlot ons treft. Zullen wij ook nog eens een ’loofhut’ bouwen om daarmee naar allen om ons heen aan te geven dat God voor ons is?

HET BEGIN EN HET EINDE
Dit laatste feest begon met een heilige bijeenkomst en het eindigde daarmee, en daar tussenin werd er feest gevierd. Ook in het Nieuwe Testament wordt dit feest genoemd, zoals Johannes 7 ons meedeelt. Elke mannelijke Israëliet moest drie keer per jaar naar Jeruzalem gaan om de feesten van de Here te houden en daarvan was het loofhuttenfeest er een. De Israëlieten hadden dus een bijzondere bijeenkomst met de Here. Voor de gelovige van nu betekent dit, dat aan het begin van ’het gelovig zijn’ een bijzondere ontmoeting met de Here is geweest en dat er bovendien aan het eind eveneens een bijzondere ontmoeting zal zijn. Dan is de gelovige bij de Here in de hemel. En zoals er aan dit loofhuttenfeest een merkwaardige achtste dag was gekoppeld (als aan geen ander feest), zo zal er aan de bijzondere bijeenkomst met de Here in de hemel een heel bijzondere nieuwe periode qekoppeld zijn. We mogen immers zeggen dat die achtste dag spreekt van een nieuwe periode. Het was ook op die bijzondere achtste dag dat we de Here Jezus in Jeruzalem vinden, zoals Joh. 7 dat aan geeft.

DE UITLEG
Toentertijd mochten (moesten) de Israëlieten terugdenken aan de niet aflatende zorg van de Here God en dat deden ze door takken van loofrijke bomen te nemen om er in te wonen voor ruim een week. Uit dit alles blijkt, hoe belangrijk de Here de geschiedenis vindt en hoe belangrijk het is dat Gods volk gedenkt. Een van onze grote staatsmannen, Groen van Prinsterer, heeft eens gezegd dat het volk dat z’n geschiedenis vergeet, revolutie krijgt. Het is niet moeilijk deze stelling bevestigd te krijgen als je terugkijkt in de voorbije eeuwen. Deze stelling is echter niet nieuw, de Here liet, veel eerder, deze gedachte reeds weten. Gedenken, navertellen, vieren. De Here wilde zijn vreugde ook daarin vinden. Hij wilde Zijn volk zien in hutten, om dankbaar te herinneren, de weg die men ging in de dagen van weleer. Daar kunnen wij wel wat van leren!

PROFETISCH
Zoals wij steeds probeerden aan te geven, hebben deze feesten van de HERE ook een profetische betekenis. Na het feest van het geklank (God roept Zijn volk, ook in de toekomst, naar Zich) volgde de grote verzoendag (in die tijd zullen Israëlieten zien op Hem die zij doorstoken hebben) en na die grote verzoendag kwam het loofhuttenfeest Ook in de toekomst zal Israël, terug bij God en beseffend dat hun heil verbonden is met het kruis van de Here Jezus, het loofhuttenfeest vieren. De tijd van rust en vrede is er dan en Gods zegen wordt rijkelijk genoten. Dan zullen ze terugdenken en tot de erkenning komen dat niet God hen in de steek liet, maar dat zij God verlieten. Ze zullen bedenken dat Gods zorg de oorzaak is dat ze als volk nog bestaan. De profetische betekenis voor Israel is duidelijk aanwezig en die merkwaardige achtste dag van het feest zal de schakel zijn tussen het duizendjarig rijk en de eeuwige toestand. Israël zal in het komende vrederijk wonen in een land, overvloeiend van melk en honing; Israël zal de rust ingaan en de Heer zal worden geëerd. Het is in dit verband ook duidelijk dat zelfs alle volkeren (althans hun leiders) van jaar tot jaar zullen opgaan naar Jeruzalem om daar het loofhuttenfeest te vieren. Iedereen zal er van doordrongen zijn, dat Gods zorg de basis is van zegen. Als er volkeren zijn die eigenwijs niet zullen erkennen dat de zegen van de Here is, zullen zij direct meemaken dat de zegen voorbij gaat. Leest u Zacharia 14 daarom eens door. Wat een feest is zoiets voor onze God!

TOEPASSING VOOR ONS
Allen die hun zonden voor God hebben beleden en die hebben geloofd in het werk van de Here Jezus op het kruis van Golgotha, mogen zich kinderen van God noemen. Alle kinderen van God behoren bij de gemeente en mogen zeggen, dat ze de Heilige Geest inwonend hebben. Zulke gelovigen hebben nu een rust in hun hart en een vrede die van God komt, maar ze weten ook dat DE rust nog komt. Ze zijn, anders gezegd, nu nog in de woestijn van het leven en zijn op weg naar hun Here en Heiland. Aangekomen in de hemel, is er ook een dankbaar gedenken aan Gods oneindige trouw en genade. Als wij daarna met de Here Jezus terugkomen hier op aarde om met Hem te regeren, zal er een tijd van grootmaking voor onze Here aanbreken zoals er op aarde nooit geweest is. Ook wij zullen delen in de heerlijkheden van een ’loofhuttenfeest’ met een vervolg naar de eeuwigheid. Op die merkwaardige achtste dag van het loofhuttenfeest heeft de Here Jezus gesproken over stromen van levend water die uit onze binnenste zouden vloeien. De Here sprak toen over de Heilige Geest, die tot in eeuwigheid bij ons zal zijn. Lees het maar in Johannes 7: 34-39. Het is door de Heilige Geest dat wij nu reeds iets van die eeuwige rust kunnen ervaren. De Here zij geprezen voor Zijn goedheid en genade, ook aan ons betoond !

 DATO STEENHUIS

Copyright (c) Het Zoeklicht, 1992
Het Zoeklicht verleent toestemming tot electronische verspreiding
van dit artikel, mits in ONGEWIJZIGDE VORM, MET BRONVERMELDING.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.