Ik ben de Weg
Ik ben de weg
De Here Jezus zegt in Johannes 14:6 “Ik ben de Weg …….. niemand komt to de Vader dan door Mij”.
Dat is duidelijke taal en voor maar één uitleg vatbaar. Hij is de Weg tot de Vader, de enige Weg. In onze tijd en vroeger was dat, gezien deze uitspraak van de Here Jezus waarschijnlijk niet anders. Er worden verteld dat er vele wegen naar God zijn. Zo kennen we de weg van goede werken, de weg van ascese (onthouding) ook een soort goede werken. De weg van de god in onszelf ontdekken, de wegen van Boeddha, Mohammed etc. , die in wezen ook neer komen op het verbeteren van jezelf.
Eigenlijk is er sinds de zondeval niets veranderd (2 Cor. 2:11: “zijn (d.w.z. satans) gedachten zijn ons niet onbekend”). Toen Adam en Eva hadden gezondigd maakten ze schorten van vijgenbladeren om zo voor God “acceptabel” te zijn. Dit waren de eerste eigen werken in de geschiedenis, het was de eerste poging van zondige mensen om zichzelf als het ware geschikt te maken om God te ontmoeten. Het was een oplossing naar hun eigen idee en de schorten waren door henzelf, de zondige mensen gemaakt.
In Genesis 3 lezen we dat deze werken voor God niet voldoende waren, dat hadden Adam en Eva zelf trouwens ook wel in de gaten, ze verstopten zich ondanks de bekleding met de vijgenbladeren én ze beseften dat ze ondanks hun bekleding toch naakt voor God waren (Gen. 3:8/9). Toen sprak de Here God deze heerlijke woorden van genade “Adam (= mens) waar zijt gij?”. Ondanks hun ongehoorzaamheid en ondanks hun zonde nam Hij het initiatief hen tot Zich te roepen en Zelf te zorgen voor herstel van de verbroken relatie, maar dan wel op Zijn wijze. Een unieke wijze (dé Weg). Herstel was alleen mogelijk door het slachten van een dier, er moest bloed vloeien. Dit offer was het eerste offer, van de talloze offers die nog zouden volgen, dat heen wees naar het volmaakte offer dat Jezus Christus zou brengen aan het kruis van Golgotha. Ook in de geschiedenis van Kaïn en Abel komen we dit tegen, de vruchten van het land waren niet acceptabel voor God, het offer (opnieuw: dat heen wijst naar Christus) van Abel wel! Hand. 4:12 sluit hier bij aan “En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden”. Zie ook Johannes 14:6 “niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Bekend is ook de opmerking van Abraham in Genesis 22: 14 “De HERE zal erin voorzien”. Dat wil zeggen, Hij zal er Zelf in voorzien, niemand anders!.
De Here Jezus zegt niet dat Hij een Wegwijzer is, dus iemand die de weg wijst, nee Hij is Zelf de Weg, Ik ben de Weg. We kunnen niet om Hem heen. Uitsluitend door het persoonlijk geloof in Zijn offer kunnen we naderen tot God. Het gaat er niet om dat we van alles óver Hem weten, het gaat er om dat we Hem kennen en gehoorzamen. Dan zijn we ware discipelen! Iedereen die oprecht Zijn zonden belijdt en gelooft dat Hij zijn/haar Verlosser van deze zondelast is mag zeker weten een kind van God te zijn. Er is niets bij van onszelf, maar alles is door Hem volbracht. We mogen Hem liefhebben, maar dat is alleen “omdat Hij ons eerst heeft liefgehad”, 1 Joh. 4. Het initiatief ligt (net als in de geschiedenis van Adam en Eva) bij Hem. Johannes 15:16 “Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen”.
In het OT moesten de mensen als ze handen gezondigd met een offerdier naar de priester. Als ze daar dan kwamen vroeg de priester waarom ze een offer kwamen brengen, dan moesten ze vertellen wat er was gebeurd. Vervolgens dienden ze een offer te brengen om met God in het reine te komen. Ze moesten de hand op de kop van het onschuldige dier leggen, op deze wijze gingen de begane zonden symbolisch over van de schuldige zondaar naar het onschuldige offerdier. Het dier stierf vervolgens in de plaats van de schuldige Israëliet. De wijze van offeren in het OT was dus ook heel persoonlijk: ze beleden hun zonden en legden hun handen op de kop van het offerdier. Offeren was kostbaar, een heel lam of schaap moest worden opgeofferd! Ook onze reiniging is duur: het kostbare bloed van de Here Jezus Zelf heeft gevloeid voor onze zonden!
De typering als de Weg spreekt ook van de wijze waarop iemand zichzelf openbaart. Zie bijv. Psalm 25 “Here Maak mij Uw wegen bekend” en Psalm. 27 “Onderwijs mij Uw wegen”: nl. hoe U bent, hoe Uw karakter is, hoe U Zich manifesteert. Dat geldt natuurlijk ook ten volle voor de Heiland. Ik ben de Weg: ik ben zoals God is en de uitdrukking van Zijn wezen. Joh. 14:9 “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?”. Of Johannes 1:18 “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen” dwz Jezus Christus, de Weg, openbaarde God Zelf.
De Here Jezus is niet alleen de Weg om tot de Vader de komen, Hij is ook de Weg die we moeten gaan in ons dagelijks leven. Dat betekent leven met en dóór Hem, leven in afhankelijkheid en in Zijn kracht. Psalm 32:8 “Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet”. God wil ons, met vallen en opstaan (Hij is geduldig!), de weg leren en onderwijzen. Ik ben de Weg, het is dus de weg met de Here Jezus Christus. Hij moet wassen, ik moet minder worden, dat is wat we in ons aardse leven moeten leren van Hem, het is de weg van zelfverloochening, ons kruis opnemen. Deze Weg wordt op verschillende manieren aangeduid in de Bijbel, Hebr. 10:20 het is “een nieuwe en levende weg”, “de weg der gerechtigheid”, 2 Petr. 2:21, “de weg der waarheid”, 2 Petr. 2:2, “de rechte weg” Hebr. 13:18 en Gal. 2;14, “de weg van de vrede”, Rom. 3:17. Alle typeringen: levende, gerechtigheid, waarheid en vrede zijn ook op Hem van toepassing, Hij is immers de Weg!
Tot slot. In Handelingen 9:2 wordt gesproken van “mannen en vrouwen, die van die weg waren”. Ik hoop dat ook van u en mij kan worden gezegd dat we van de weg zijn, dus gekocht en betaald door Hem én navolgers van Hem!
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.