De Ware Wijnstok - Vruchten van de Geest
De Ware Wijnstok
Joh. 15:1-11
1 Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier.
2 Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.
3 U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
6 Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
7 Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.
8 Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.
9 Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde.
10 Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.
11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.
Wanneer we een gedeelte als dit lezen, dan worden we bepaald bij een aantal zaken. Als eerste moet je je afvragen: is een gedeelte als dit van toepassing op ons, als gelovigen 'uit de heidenen' of was het echt voor 'Israël' bedoeld? Is het, zoals ze dan zeggen “gemeentelijke waarheid”?
Persoonlijk geloof ik dat we die scheidslijn wel moeten onderkennen in die zin dat die er is en dat we er rekening mee moeten houden maar ook niet altijd als een slotgracht moeten beschouwen waar we niet overheen kunnen.
Als je kijkt naar vers 2 en 3 zie je dat de Here spreekt over iedereen die “in Hem” is door het navolgen van Zijn Woord. Dat betekent dat dit gedeelte ook op ons, gelovigen die Hem volgen “uit het horen” van toepassing is. Anderzijds is het zo dat, denk ook aan de verkondiging van vorige week het 6e vers vaak wordt gezien als iets wat niet op ons als hedendaagse gelovigen van toepassing zou kunnen zijn
“Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.”
De discussie of een gelovige 'verloren kan gaan' eens hij of zij tot geloof is gekomen is immers een met veel haken en ogen! En de meningen erover zijn verdeeld. Die discussie ontstaat hier omdat vers 6 wordt uitgelegd als “zie je wel, wie niet in Jezus blijft wordt verbrand, komt in de hel”.
Dan moet je kijken naar wat hier bedoeld wordt. Er wordt een vergelijking gemaakt met wat de beheerder van een wijngaard doet. Takken die geen vrucht dragen worden gesnoeid, en worden brandhout. Oftewel, ze zijn niet meer nuttig voor de eigenaar van de wijngaard en dienen geen doel meer. Ze worden op een hoopje gegooid, opgeraapt door armen als sprokkelhout en gebruikt om de woning mee te verwarmen of het eten te koken “en dat was het”.
Daarmee hebben ze alsnog een zeker doel gediend, al is het dan niet het doel waarvoor ze ooit bestemd waren namelijk: vrucht dragen in de wijngaard. Ze dienen niet meer het doel zoals vers 8 zegt: de Vader verheerlijken doordat ze vrucht dragen. Zoals de eigenaar van een wijngaard trots is op zijn wijn, de vrucht van de wijnstokken, zo is de Vader trots op de vrucht van Zijn Wijngaard, de Gemeente.
We zien hier dus wel degelijk een stukje ''gemeentelijke waarheid'' of les.
Als we als gelovigen vrucht dragen in de Wijngaard, zijn we nuttig – dienen we een doel: de Vader wordt er door verheerlijkt. Dragen we géén vrucht dan verheerlijken we de Vader niet en dienen we niet het doel waartoe Hij ons eigenlijk had gesteld en zijn we verder niet bruikbaar. Gaat iemand dan verloren? Dat staat hier helemaal niet – er staat, plat gezegd, dat de Vader niets meer met je kan. Het doet me denken aan wat Paulus zegt in 1 Kor. 3:11-15
11 Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus.
12 Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro,
13 ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven.
14 Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen.
15 Als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo: als door vuur heen.
Wie géén vrucht draagt ontvangt geen loon, geen “eer”, maar zal wel degelijk behouden worden “als door vuur heen”. Daarmee verklaart Paulus wat de strekking is van wat de Here Jezus hier ook vertelt in de gemeentelijke zin.
Geloof blijkt uit vrucht
De volgeling, de discipel, van de Here Jezus heeft als doel voor zijn leven, als opdracht of taak, het dragen van vrucht. Wat die vrucht is en of de opbrengst voldoende is, bepaalt de Vader – de eigenaar van de wijngaard, de eigenaar van de gelovige.
Dit is het grote verschil tussen Christen zijn en religieus leven, tussen Christen zijn en welke andere religie dan ook – wij hebben als doelstelling: vrucht dragen. Dat zijn diverse vruchten. De Vader bepaalt welke en hoeveel. Dragen we geen vrucht, dan missen we het doel waarvoor we gesteld zijn en doen we zonde – zijn we 'onnuttig', nemen we de plek in van iemand die wel vrucht kan en wil dragen. Door een paar takken te snoeien, gaat de hele plant méér vrucht dragen zelfs. Want als tak die géén vrucht draagt kost je de wijnstok energie – voeding, vocht. Breek je die weg dan gaat die voeding naar de takken die wel vrucht dragen. En kunnen die nóg beter vrucht dragen omdat er géén energie verloren gaat maar deze optimaal gebruikt wordt.
Zo ook in de gemeente van Christus. Energie steken in gelovigen die geen vrucht dragen of zelfs willen dragen is feitelijk weggegooide energie. Dan moet uiteindelijk onze Hemelse Vader gaan snoeien. Niet wij zelf! De Vader doet het snoeiwerk! Hij is het die bepaald hoe, wie en wanneer gesnoeid wordt. Wij als mensen mogen graag die snoeitang in de hand willen nemen maar dat is niet, nooit, aan ons!
Welke vruchten?
Welke vrucht zou een gelovige moeten dragen? In Galaten 5:22-25 noemt Paulus een aantal vruchten van de Geest, de Geest van God die door ons werkt – de “levenssappen” of “energie” die door de wijnstokken en ranken gaat en wat het gevolg daar van is.
22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet. 24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. 26 Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.
Negen vruchten noemt Paulus hier:
liefde,
blijdschap,
vrede,
geduld,
vriendelijkheid,
goedheid,
geloof,
zachtmoedigheid,
zelfbeheersing
Hoe is het mogelijk hè? Wij denken vaak in allerlei hoogdravende termen maar hier lezen we een aantal vruchten die helemaal niet zo hoogdravend klinken. Maar ze zijn wel gruwelijk moeilijk of zelfs onmogelijk om uit “eigen kracht” te bewerkstelligen!
In Efeze 5:9 noemt Paulus de bestaansgrond van deze vruchten, waardoor ze kúnnen bestaan:
“want de vrucht van de Geest bestaat in (Strongs: pas <3956>) alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid”
Eigenlijk zou het woord “existeert” en betere of bredere vertaling zijn in plaats van “bestaat in”. Dit betekent namelijk iets meer → het bestaat in, is er, is in leven door.
Alle goedheid, rechtvaardigheid en waarheid wijst namelijk naar de Geest en haar werking, het is de grondslag voor de vrucht – de negenvoudige vrucht – van de Geest van God.
Blijf in Mij
De Here Jezus blies op de discipelen toen Hij werd weggevoerd naar de Hemel en zei “ontvang Mijn Geest” → de Heilige Geest is Zijn Geest, die Hij ons gegeven heeft. In het Johannes 15 lazen we in vers 9-11:
9 Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. 10 Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.
Als we in Hem blijven, in Zijn Geest en daarin en uit willen leven dan “existeert” de vrucht van de Geest in ons – dan blijven die vruchten en is onze blijdschap volkomen. Dan kennen we een blijdschap, een vreugde, die onvergelijkbaar is met welke blijdschap dan ook – dan worden we gedragen door de wijnstok, dan weten we ons gekoesterd, geliefd en verzorgd door de Landman, de Hemelse Vader.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.