Bijbelvertalingen: U Onderzoekt de Schriften
De Bijbel onderzoeken is van alle tijden. Bijbelonderzoek, ‘de Schriften’ onderzoeken, was ook al in de tijd van Jezus en ver daarvoor belangrijk. Vandaar dat er schriftgeleerden waren. Tegenwoordig zouden we zeggen: Theologen. Zij die in de Schriften, die spreken van God, gestudeeerd zijn en deze weten te duiden.
Jezus zei tegen de theologen:
U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. En toch wilt u niet tot Mij komen opdat u leven hebt.Joh 5:39-40.
In Handelingen 17:11 lezen we over de gelovigen uit Berea. Van hen schrijft de Bijbel:
En dezen waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijksdeSchriften om te zien of die dingen zo waren.
Handelingen 17:11 wordt vaak aangehaald als voorbeeld hoe belangrijk het onderzoek van ‘de Schriften’ is. En dat is het ook. Het belangrijkste verschil met Thessalonica was echter niet dat ze de schriften onderzochten (immers, zie Joh. 5:39-40, dat deden de Schriftgeleerden ook!) maar dat zij het Woord met grote bereidwilligheid ontvingen. In tegenstelling tot de Joden in Thessalonica, zie Hand. 17:1-9.
Nieuwe Bijbelvertaling 2021 (NBV21)
Sinds oktober 2021 is er een nieuwe Bijbelvertaling, de NBV21. Het is de verbeterde versie, een revisie, van de NBV2004. Aan deze vertaling is door veel mensen een bijdrage geleverd.
Ook veel niet gelovige mensen hebben een bijdrage geleverd. Historici, taalwetenschappers. En natuurlijk ‘bijbellezers’. Zo is door veel lezers gevraagd het hoofdlettergebruik voor Here, de eerbiedshoofdletters, weer in te voeren en daar is gehoor aan gegeven. Terecht, in mijn ogen, overigens.
De tijdgeest
Bij de vertaling van 2004 dacht men met ‘de tijdgeest’ mee te moeten gaan en de hoofdletters weg te laten. Dit meebewegen met de tijdgeest is natuurlijk niet verdedigbaar. Immers: het gaat om God’s Woord.
De gewoonte om hoofdletters te gebruiken als je refereert aan God, Jezus of de heilige Geest is in het Nederlands blijven bestaan. In het Groene Boekje tref je de ‘religieuze eerbiedshoofdletters’ aan als richtlijn in het hoofdstuk hoofdletter uit respect. Voornaamwoorden die naar God verwijzen, schrijf je volgens deze richtlijn met een hoofdletter (‘ik geloof in Hem’; ‘God vergist Zich niet’ etc (NBV21)
De Schriften getuigen van Jezus. Dit getuigenis moeten we daarom ook niet ‘verwijderen’ of afzwakken. Daarom mijns inziens volledig terecht de eerbiedshoofdletters blijvend te handhaven. Niet alleen omdat mensen dat zo gewend zijn maar omdat het de tekst in positieve zin toegankelijker maakt voor de lezer.
Een andere belangrijke wijziging die eveneens volledig terecht is, is dat Maria weer ‘maagd’ is. Ik heb er hier eerder al eens over geschreven waaróm dat terecht is.
Zoals ik in dit artikel constateer: “Matteüs heeft dus geciteerd uit de toenmalige algemeen in gebruik zijnde Septuagint! Hij heeft daarmee dus correct geciteerd.”
Brontekstgetrouw
Van de NBV21 wordt gesteld dat deze interconfessionele vertaling ‘brontekstgetrouw’ is.
Duizenden wijzigingen
Er zijn meer dan twaalfduizend veranderingen ten opzichte van de NBV 2004-vertaling. Gestreefd is naar meer consistentie tussen verschillende teksten, verbanden zijn duidelijker zichtbaar, een aantal verouderde woorden zijn vervangen voor een hedendaags alternatief. Een ‘aalmoes’ is nu bijvoorbeeld ‘iets geven uit barmhartigheid’ of ‘geld geven aan de armen’. Begrijpelijke taal. Begrijpelijke wijzigingen die de tekst geen geweld aandoen, integendeel.
Als er ten opzichte van de vorige vertaling echter twaalfduizend(!) wijzigingen zijn gemaakt, wat zegt dat dan over de kwaliteit van de NBV 2004? De kritiek van veel orthodoxe gelovigen was indertijd dat de 2004-vertaling géén goede vertaling was. Als je ziet dat er zó veel wijzigingen zijn gemaakt, dan lijkt het bijna alsof met terugwerkende kracht deze kritiek alsnog terecht bleekt te zijn.
Sommige van de wijzigingen zijn ook wel wat gezocht in mijn ogen. Zo is ‘kameel’ nu op een aantal plaatsen vervangen door dromedaris. Historisch gezien mogelijk terecht. Maar het heeft geen toegevoegde waarde voor de gemiddelde lezer als je het mij vraagt. De tekst verlangt het ook niet want het woord in de grondtekst is volgens de vertalers hetzelfde: “Het Hebreeuwse woord kan ‘kameel’ en ‘dromedaris’ betekenen”. Het viel mij trouwens op dat als je in de online versie zoekt naar dromedaris je als alternatief ‘kameel’ krijgt en het woord dromedaris niet gevonden wordt.
Sommige wijzigingen worden gepresenteerd als ‘inclusief’ vertalen. Er zijn steeds meer mensen die de Bijbel meer ‘woke’ en ‘inclusief’ willen maken. In het verleden zijn er ook pogingen ondernomen om ver, érg ver, te gaan daar in door bijvoorbeeld God ‘vrouwelijk’ te maken.
We moeten er voor oppassen dat de historische context niet uit het oog wordt verloren uiteraard. Een argument overigens om wel op sommige plaatsen over dromedaris te spreken… In sommige gevallen is daarom de nieuwe vertaling en de gemaakte keuzes absoluut verdedigbaar. Bijvoorbeeld in het geval van Spreuken 31:10 waar nu gesproken wordt over de sterke vrouw (strongs: kracht, macht, efficiëntie, rijkdom, leger).
De masoretische tekst
Als er op gehamerd wordt dat deze vertaling dichter bij de bron is, dat was ook het thema, is de vraag: is dat ook zo? Voor de vertaling wordt gebruik gemaakt van de masoretische tekst. Die tekst stamt uit de middeleeuwen. Men stelt:
De Masoretische tekst is de beste tekst voor de boeken van het Oude Testament. Maar tegelijk is het goed om te bedenken dat deze tekst pas vanaf de tweede eeuw na Christus de standaardtekst geworden is. In de eeuwen daarvoor waren er naast deze tekst ook andere tekstversies in omloop.
En verder:
Vertalingen van het Oude Testament zijn gebaseerd op de zogenaamde Masoretische tekst (MT). Dat is de Hebreeuwse tekst van de Bijbel die door de Masoreten – middeleeuwse Joodse geleerden – is overgeleverd. Binnen het jodendom en christendom geldt dit als de brontekst van de Hebreeuwse Bijbel, ons Oude Testament.
Drs. J.M. Pauw, werkzaam voor Wycliffe Bijbelvertalers, schrijft:
Spreken over de grondtekst van de Bijbel kan een misverstand in de hand werken. Men kan hiermee namelijk de indruk krijgen dat het zou gaan om de oorspronkelijke tekst van het Oude en Nieuwe Testament. Maar de écht oorspronkelijke teksten, d.w.z. de handschriften / boekrollen waarop de bijbelschrijvers (Mozes, David, Jesaja, Johannes, Paulus, etc.) de bijbelboeken zelf hebben opgeschreven – en die door de bijbelwetenschappers autografen worden genoemd – zijn helaas niet bewaard gebleven. De Hebreeuwse en Griekse handschriften van de Bijbel zijn dus eigenlijk afschriften van de originele teksten.
De discrepanties die we soms zien in tussen het oude en nieuwe testament (denk aan eerder genoemde ‘maagd’ of ‘meisje’) wordt mede veroorzaakt door deze keuze voor de masoretische tekst als uitgangspunt.
Septuagint
Er is echter een alternatief dat véél ouder is! De Septuagint. Dat is de griekse vertaling van het Oude Testament die tot stand kwam 250-50 v.Chr. Dit was de vertaling die in het Nieuwe Testament dan ook aangehaald werd, zie mijn eerdere artikel over Maria.
De LXX was gedurende het hellenisme en de eerste eeuwen van het christendom de belangrijkste en meest gebruikte Bijbelvertaling, zowel bij christenen als bij de Joden. Bij de Joden kreeg de vertaling na het jaar 100 een slechte naam, doordat christenen ermee trachtten aan te tonen dat Jezus Christus de voorzegde Messias was. [..]
Na enkele pogingen de Hebreeuwse Bijbel opnieuw, maar dan letterlijker te vertalen – door Aquila zeer letterlijk, maar daardoor onbegrijpelijk, door Symmachus en door Theodotion, een herziening van de LXX – besloot men in de synagoge voortaan de Bijbel in het Hebreeuws te lezen en liet men de LXX aan de christenen. Er werd in Hebreeuws onderwijs aan de kinderen geïnvesteerd en er werd een richting gekozen, die tot de Masoretische Tekst leidde.
Voor de christenen is de Septuagint van grote betekenis geweest bij hun zendingswerk. De meeste bekeerlingen in de eerste eeuwen waren namelijk Griekstalig en hadden met de LXX direct een vertaling tot hun beschikking van het Oude Testament, zoals de christenen de Tenach voortaan gingen noemen. Het belang van de LXX blijkt verder uit het feit dat veel citaten uit het Oude Testament in de nieuwtestamentische brieven en de evangeliën overeenkomen met de Septuagint en niet met een letterlijker vertaling van de Masoretische, Hebreeuwse tekst. Zo zijn in het Bijbelboek Matteüs alle aanhalingen uit het Oude Testament uit de Griekse LXX genomen en niet rechtstreeks uit het Hebreeuws. (Wikipedia)
Deze tekstvariant, hoewel een vertaling, is veel ouder dan de Masoretische tekst. Zo is er bijvoorbeeld een nagenoeg compleet exemplaar overgeleverd uit de 5e eeuw, de Codex Alexandrinus, de Codex Sinaïticus (330-350) en de Codex Vaticanus (4e eeuw).
Unieke bronnen
Uiteraard is ouderdom niet altijd beter.Maar deze drie zéér oude (vertalingen van) de oorspronkelijke teksten is natuurlijk een unieke bron. Je kunt je tevens afvragen of, hoewel het een vertaling is, deze vertaling van de Septuagint wellicht minder ‘gekleurd’ is dan de masoretische tekst omdat het Jodendom en het Christendom in de tijd dat de masoretische tekst tot stand kwam vijandig tegenover elkaar stonden. Dat kan tot kleine nuance-verschillen leiden, net als dat nu vertalingen en nieuwe edities van de Bijbel daardoor beïnvloed worden.
Het was ook, dat is duidelijk, dé “Bijbel” van de christenen uit het Nieuwe Testament en de eerste eeuwen van het Christendom. In het bijbelboek Mattheus zijn bijvoorbeeld alle citaten uit het oude testament uit de Septuagint gedaan en niet uit het Hebreeuws.
Het is lastig te achterhalen voor mij wat men nu wel of niet allemaal gebruikt heeft bij het vertalen van de NBV, HSV en andere vertalingen. En nogmaals, deze septuagint is uiteraard ook een vertaling. Wat ik mij afvraag echter is of deze vertaling, die niet zomaar tot stand is gekomen maar de Schriften waren in de tijd van Jezus, niet wat meer gewicht zou mogen krijgen als het gaat om het Oude Testament.
Voor het Nieuwe Testament wordt bij de vertaling uiteraard wel goed gekeken naar deze codexen.
De Codex Vaticanus is een van de belangrijkste Bijbelse handschriften die gebruikt worden in de tekstkritiek en is het meest invloedrijke lid van de Alexandrijnse tekstfamilie. Brooke Foss Westcott en Fenton John Anthony Hort maakten er veel gebruik van voor hun kritische editie van het Nieuwe Testament The New Testament in the Original Greek (1881). Ook voor de thans gebruikte tekst van het Nieuwe Testament, “Novum Testamentum Graece” van Nestle-Aland (27e ed 1998) is de Codex Vaticanus een belangrijke bron. (Wikipedia).
De Codex Sinaiticus bevat het oudste volledige exemplaar van het Nieuwe Testament.
Pieter Oussoren, de vertaler van de Naardense Bijbel, heeft een deel van de Septuagint in het Nederlands vertaald (hier te vinden). De septuagint is, in het Engels vertaald, online hier te vinden.
Sinds 2001 is er daarnaast nog een project, de 2001 Translation, die vanwege de ouderdom van de tekst én omdat de Septuagint dé Schriften van de eerste christenen was, gekozen heeft voor de Septuagint als uitgangspunt.
Het is een vrijwilligersproject en soms worden er, in mijn ogen, hele vreemde vertaalkeuzes gemaakt. De claim is dat het ‘waardenvrij’ vertaald is, zonder dat men theologisch vooringenomen is. Of dat daadwerkelijk zo is, valt lastig te controleren. Ze maken soms opmerkelijke keuzes die rieken naar de opvattingen van de Jehova’s getuigen.
Interessant, maar aangezien we niet weten wie er achter zitten natuurlijk niet zomaar voor waarheid aannemen. Met name het feit dat hun vertaling van teksten die de Goddelijkheid van de Here Jezus steunen dit juist niet doen doet mij vermoeden dat deze vertaling absoluut niet waardenvrij is.
Theologische compromissen
Er zijn, omdat de NBV een interconfessionele vertaling is theologische comprimissen gesloten. Dat was al zo bij de 2004-editie. Dat is nog steeds zo. Maar sommige comprimissen zijn ook weer verwijderd.
Rom. 9:5 (NBV21) zegt nu “en waaruit Christus is voortgekomen – Hij die God is”.
In de 2004-editie staat: “Waaruit Christus is voortgekomen. God, die boven alles verheven is..”
Een punt plaatsen of een verbindingsstreepje zetten maakt een wereld van verschil. Je kunt dan stellen dat men ‘brontektsgetrouw’ is, duidelijk is dat de vooringenomen méning van de vertalers enórme invloed op een vertaling kan hebben!
De King James geeft de vertaling als volgt: “Whose [are] the fathers and of whom as concerning the flesh Christ [came], who is over all God blessed for ever Amen”.
De claim echter dat de NBV21 ‘brontekstgetrouw’ is, is in mijn ogen niet helemaal waar. Zoals eerder ook al aangehaald: je kúnt niet spreken van (één) brontekst. Er zijn er verschillende. Met de verglijking hierboven, met de KJV en de NBV21, zie je ook meteen dat de “verschillende grondteksten”, hoewel veel verschillen in detail, in grote lijn wel gewoon hetzelfde zijn gebleven.
Mijn punt is dan ook niet dat er één vertaling ‘de beste’ zou zijn of ‘de beste grondtektsten’ zou gebruiken maar dat er verschillende opties zijn die tot detailverschillen kunnen leiden. Helaast hebben we nog steeds, in het Nederlands, niet de toegang tot alle relevante teksten zoals de Septuagint.
De Schriften getuigen van Jezus
Ik heb de NBV21 (nog) niet gekocht. Online is deze ook te lezen en ik weet niet of het de investering waard is. Wat ik enorm interessant zou vinden is een (goede) Nederlandse vertaling van de Septuagint.
Vooralsnog zal ik het met deze Engelse vertaling en deze oudere Engelse vertaling moeten doen vrees ik. De 2001 Translation valt vanwege de vreemde verrtaalkeuzes af. Daarnaast zijn er uiteraard heel veel andere hulpmiddelen voor het bestuderen van de Bijbel.
De Schriften getuigen van Jezus. Proberen door te dringen tot die kern van de Schriften blijft machtig interessant!
_______
Naschrift | Disclaimer
De informatie in dit artikel is “as is”. Het is geschreven vanuit mijn eigen persoonlijke interesse in het onderwerp. Hebt u op- of aanmerkingen, correcties of meer informatie, voel u vrij contact op te nemen.
Meer informatie over de NBV21 vertaling en de bronteksten die zij gebruikt hebben, de problemen die zij daarmee ondervonden en hoe zij deze opgelost hebben vindt u op de website.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.