De Brief aan de Hebreeën inleiding

De Brief aan de Hebreeën
Inleiding
H. Smith

1. Inleiding
De Brief aan de Hebreeën is gericht aan Joodse christenen. De inhoud van de Brief laat duidelijk zien dat hij is geschreven om deze gelovigen te bevestigen in de waarheid van het christendom, met al zijn voorrechten en zegeningen en hen zo los te maken van het Joodse systeem waartoe zij door natuurlijke geboorte behoorden.

Aards
Om de betekenis van de leer van deze Brief te begrijpen, moeten we iets weten van het karakter van het godsdienstige systeem waartoe deze gelovigen hadden behoord. Het was een nationale godsdienst, bestemd voor hen die door natuurlijke geboorte afstamden van Abraham. Om erbij te horen was geen nieuwe geboorte nodig. Het systeem was helemaal bestemd voor de aarde en stond niet in verbinding met de hemel. Het hield zich bezig met het gedrag van de mens in verbinding met God en de naaste. Het beloofde leven op aarde, met zegeningen op aarde aan hen die wandelden in overeenstemming met de geboden.

Tempel
Dit godsdienstige systeem had als centrum een prachtige tempel in Jeruzalem. Hierin werden door de priesters, de zonen van Aäron, op stoffelijke altaren de stoffelijke offers gebracht. De dienst van God was een uiterlijke dienst die gepaard ging met uitgebreide ceremoniën, volgens een voorgeschreven ritueel.

Voor de natuurlijke mens
Dit godsdienstige systeem was bestemd voor de natuurlijke mens, om te kijken of er iets in de mens in het vlees is, dat kan beantwoorden aan de goedheid van God, als deze mens leeft onder een godsdienst die elk onderdeel van zijn leven regelt, vanaf zijn geboorte tot aan zijn oude dag, een godsdienst die hem aardse voorspoed en geluk kan brengen.

Verdorven
Maar deze uitdaging aan de natuurlijke mens liet alleen maar zien dat er in de mens, die niet opnieuw geboren is, niets is dat beantwoordt aan de eisen van God. Dit godsdienstige systeem, dat ingesteld is door God Zelf, is door de mens totaal verdorven. De grootste boosheid die onder dit systeem bedreven werd was de verwerping van en de moord op de Messias.

Oordeel
De Joden, die hierdoor de maat van hun ongerechtigheden vol maakten, waren nu rijp voor het oordeel. God moest afrekenen met dit systeem, dat in de handen van de mens verlaagd was tot het vermoorden van de Zoon van God. Dit systeem langer laten voortduren zou een smet werpen op de rechtvaardigheid van God en zou een door de vingers zien zijn van de zonde van de mens. Op deze daad moest het oordeel volgen en niet lang na het schrijven van deze Brief is de stad Jeruzalem verwoest en werden de Joden verstrooid.

Voorafschaduwing
De wetten en ceremoniën van Israël hadden nog een ander doel. Zij regelden niet alleen het leven van de mens, door hem te laten zien, wat zijn plichten waren tegenover God en zijn naaste, maar de hele Oudtestamentische offerdienst was ook een voorafschaduwing van de betere dingen die zouden komen.

De tabernakel was een schaduw en voorbeeld van de hemelse dingen. Het werk van de priester sprak van het priesterlijke werk van Christus. De offers die gebracht werden, spraken van het grote offer van Christus. Christus is de vervulling van al deze schaduwen. Toen Hij gekomen was en Zijn werk volbracht had, had het Joodse systeem zijn taak vervuld als voorbeeld van de dingen die zouden komen. Daarom wordt dit systeem terzijde gesteld. Allereerst omdat de mens dit systeem verdorven heeft. En ten tweede, omdat Christus de vervulling ervan is.

Overblijfsel
Wij moeten bedenken, dat dit systeem bestemd was voor de mens in het vlees en dat de grote massa van het volk alleen maar een uiterlijke, formele band met God had. Toch waren er onder hen mensen die door het geloof een innerlijke band met God hadden. Toen Christus kwam, erkenden zij Hem als de Messias. Zij vormen als het ware een gelovig overblijfsel van het volk. Zij worden in deze Brief aangesproken met het doel hen in te voeren in de nieuwe en hemelse positie van het christendom en hen los te maken van de aardse godsdienst van het Judaïsme.

Iets beters
Als door de boosheid van de mens en de komst van Christus, het Joodse systeem terzijde is gesteld, is ook de weg geopend voor de invoering van het christendom. Zoals altijd, als God het oude terzijde stelt, doet Hij dit om er iets beters voor in de plaats te geven. Als God het oude Joodse systeem terzijde stelt, brengt Hij een gelovig overblijfsel uit dat systeem in de sfeer van het christendom. Vanzelfsprekend heeft dit overblijfsel een sterke band met de godsdienst van de vaderen. Natuurlijke banden, liefde tot het land, aardse voorspoed en veel andere dingen verbonden hen met het systeem dat God terzijde had gesteld. Het was voor hen buitengewoon moeilijk ingevoerd te worden in het hemelse karakter van het christendom. Ook moeten we bedenken dat de tempel er nog altijd stond en dat de priesters uit het geslacht van Aäron nog steeds de voorgeschreven offers brachten. Daarom bestond er voor Joden die Christen waren geworden, altijd het gevaar terug te keren tot het Judaïsme.

Overzicht
Om de gelovige Joden hiervan te weerhouden en onze zielen te bevestigen in de waarheid van het christendom, laat de Geest van God ons in deze Brief achtereenvolgens zien:

1. De heerlijkheid van Christus en Zijn plaats in de hemel (Hoofdstuk 1 en 2).

2. Het priesterschap van Christus ten behoeve van Zijn volk dat nog op aarde is, maar
    op weg is naar de hemel (Hoofdstuk 3 t/m 8).

3. Het offer van Christus. De hemel is geopend voor de gelovige en de gelovige is
    geschikt gemaakt voor de hemel (Hoofdstuk 9 en 10).

4. Ingaan in het heiligdom, waar Christus is (Hoofdstuk 10).

5. De weg van het geloof, die leidt naar Christus in de hemel (Hoofdstuk 11).

6. Wat God doet om onze voeten op de weg te houden die leidt naar Christus in de
    hemel (Hoofdstuk 12).

7. De gezegende plaats op aarde, buiten de legerplaats, met Christus (Hoofdstuk 13).

Hemel
Dit korte overzicht laat duidelijk zien dat in deze Brief steeds weer de hemel voor onze aandacht staat. Dit is inderdaad de Brief van de geopende hemel. Deze voorstelling van het hemelse karakter van het christendom maakt de Brief bijzonder waardevol voor onze dagen, waarin het christendom haar ware karakter verloren heeft en verlaagd is tot een werelds systeem dat tot doel heeft de mensheid te verbeteren.

Terzijde gesteld
Bovendien, als de Geest van God deze geweldige, hemelse waarheden voor onze aandacht plaatst, zien wij, dat alles wat eerder was, overtroffen en terzijde gesteld wordt. De heerlijkheid van Christus gaat al het voorgaande, hetzij profeten, hetzij engelen, ver te boven. Het priesterschap van Christus stelt het priesterschap van Aäron terzijde. Het offer van Christus stelt alle offers die onder de wet gebracht werden terzijde. De rechtstreekse toegang tot God stelt de tempel met zijn voorhangsel terzijde. De weg van het geloof stelt het hele systeem van zichtbare dingen terzijde. De plaats buiten de legerplaats stelt de legerplaats met zijn aardse godsdienst terzijde.

Christus en het christendom
Verder valt het op dat in deze Brief niet rechtstreeks gesproken wordt over de Gemeente. Alleen in 12: 22,23 lezen wij dat wij genaderd zijn tot ”de gemeente van de eerstgeborenen” en in 2:12 lezen wij: ”In het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen”, een aanhaling uit Ps. 22:23. Het gaat om de grootheid van Christus en het christendom, in tegenstelling tot het Judaïsme, dat ons voor de aandacht geplaatst wordt. Het geloof staat tegenover de zichtbare dingen. Door het geloof zien en kennen wij onder andere Christus in heerlijkheid, het priesterschap van Christus, het volkomen offer van Christus, de toegang tot God, de weg van het geloof, onze wedloop en de dingen waartoe wij genaderd zijn. De uitwerking van het christendom kan inderdaad gezien worden in het leven van de christenen, maar de wezenlijke dingen die bij het christendom horen, de dingen die de verandering in het leven bewerken, zijn onzichtbaar. Dit in tegenstelling tot het Judaïsme, dat vooral verbonden is met de zichtbare dingen.

Onveranderlijke dingen
Bovendien, als wij naderen tot de hemelse dingen en de dingen van het geloof, zijn wij gekomen tot de dingen die met God verbonden zijn. dingen die daarom onveranderlijk zijn. Wij leven temidden van dingen die voorbij gaan, dingen die veranderen. In het christendom worden we gebracht tot dingen die nooit voorbij gaan, die nooit veranderen, tot dingen die vast en onveranderlijk zijn. Christus blijft altijd, Christus is altijd dezelfde. Alles wat met Hem verbonden is en met Zijn eeuwige verlossing, staat vast en zal nooit veranderd worden.

Vreemdelingen
De leer van deze Brief moet bij ons wel tot praktisch gevolg hebben dat wij ons losmaken van elke vorm van aardse godsdienst, hetzij Judaïsme, hetzij een christendom dat op Judaïstische grondslag is gevormd. Bovendien, als de waarheid van deze Brief ons laat zien dat onze plaats op aarde buiten de legerplaats is, zien wij ook dat onze plaats binnen het voorhangsel is, in de hemel zelf. Dit maakt ons tot vreemdelingen en bijwoners in deze wereld.

(c) copyright Uit het Woord der Waarheid, Winschoten, mei ’88
Met toestemming overgenomen voor electronische distributie door Bijbelstudie-BBS

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.