Naar Gods’ beeld?

Naar Gods’ beeld?

Lezen: Genesis 1: 26-31.
Speciaal vers 31; Het was zeer goed  Met dit ’goed’ wordt de staat bedoeld van vóór de zondeval

Lezen:  Kolossenzen 1:15-23
Vers 16: Door Hem geschapen
Vers 18: Hoofd van de gemeente

Er wordt door predikanten en bijbelleraren gezegd dat de mens naar Gods’ beeld is geschapen, we gaan vanavond de Bijbel openen en controleren we of dit waar is. Eén ding staat vast, de eerste mens was wél naar Gods’ beeld geschapen, maar of wij, nakomelingen van Adam, dat ook zijn staat nog te bezien. Laten we eens in Genesis zien wie naar het beeld van God geschapen is en of dit altijd zo is gebleven.

Lezen:
Genesis 1: 26-28
Genesis 2:18-25

Als eerste wil ik opmerken dat Genesis 1 en Genesis 2 niet met elkaar in tegenspraak zijn zoals vele geleerden ons willen doen geloven.
Men zegt dat er twee scheppingsverhalen van de mens zouden zijn, maar als we goed lezen zien we in Genesis 1 een globale verhandeling over de schepping terwijl hoofdstuk 2 meer in detail uitleg geeft.

In Genesis 1:26 lezen we: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, hiermee wordt géén veel godendom bedoeld zoals men wel eens denkt maar onze Here en God is één, zo openbaarde Hij zich ook aan Israël.

Lezen:  Johannes 1:1; in den beginne was het Woord

We lezen hier letterlijk dat het Woord God is, met Het Woord wordt Christus Jezus bedoeld en deze tekst zegt Dat het woord God is

Als we deze tekst lezen in De Nieuwe Wereldvertaling (Bijbel van de Jehova’s Getuigen) zien we iets heel anders en wel: In (het) begin was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was een God
De J.G zeggen hier dus letterlijk dat Christus Jezus één van de vele goden is! Hier komt de werkelijke bron van deze sekte aan het licht, de oprichters van de J.G’s hadden sterke banden met de Vrijmetselaars. Volgens verschillende bronnen bestaat de top van Het Wachttoren Genootschap tegenwoordig nog steeds uit zeer hoge Vrijmetselaars uit de 33e graad.

Als we de 33e graat van deze beweging als uitgangspunt nemen is het geen wonder dat ze de Here Jezus Christus niet al God zien maar als een god,een Woord. Het gewone voetvolk dat langs de deuren gaat met de boodschap van de J.G’s weet dit vaak niet en reproduceert de uitleg die wekelijks wordt voorgehouden in de ’theocratische school’ [studieavond van de Jehova’s getuigen]

Het beeld dat God, en dus ook Jezus - die als God zich als mens openbaarde - in de Bijbel laat zien is heiligheid zonder zonde, Hij haat de zonde. De zondeloze vorm is dus het beeld van God! Adam werd geschapen naar het beeld van God, dus zónder zonde maar mét een vrije wil. Het naar Gods’ beeld zijn wil niet zeggen dat Hij er lichamelijk zo uit ziet als wij want God is Geest.

In Johannes 4:24 lezen we dat God Geest is en in geest en waarheid aanbeden wil worden.
We kunnen dus niet zeggen dat we naar Gods’ beeld zijn geschapen, wij zijn géén geest maar schepsels van vlees en bloed waaraan dé zonde kleeft.

In Genesis 3:1-12 lezen we de geschiedenis van de zondeval, door die val degradeerde de zondeloze mens in een van God verwijderd schepsel dat sterfelijk werd en de gehele schepping meesleepte in het verval. Deze val is veroorzaakt door Lucifer, satan, die dit proces zelf eerder mee maakte. Door Eva te verleiden kocht de duivel als het ware het heersersrecht over de schepping.

In Genesis 1:27 lezen we dat God Adam het beheer van de aarde gaf, door de zondeval stond de eerste mens dit beheer af aan de boze.

De Here Jezus Christus erkende de heerschappij van de duivel want Hij noemde hem de overste dezer wereld (Johannes 14: 30)

De duivel heeft dus de beelddrager van God, Adam, als het ware veranderd in beelddrager van satan die eveneens ongehoorzaam aan God, de Schepper, was.
Tot de zondeval, de periode van onschuld, leefden Adam en Eva zondeloos en in die zin waren deze twee mensen dus naar het beeld van God. Ná de zondeval waren ze zondig en sterfelijk geworden en gedoemd om, als God niet genadig zou zijn, voor eeuwig verloren zouden zijn.

Met de zondeloze toestand van Adam en Eva, van voor de zondeval, wordt dus de uitspraak naar Gods’ beeld bedoeld.
Ná de zondeval kwam de sterfelijkheid, zonde en verlorenheid in de schepping, een beeld van de duivel.

Lezen: Johannes 8:41-47; Hier spreekt de Here over ’de duivel als vader’ en wie de duivel als ’vader’ heeft is niet naar het beeld van God!

Wel moet opgemerkt worden dat wij, als mensen, onderscheiden bleven van de dieren, zo ver zijn we niet door de zonde gedegradeerd, we mochten onze geest houden. Een dier is een schepsel met een lichaam en een ziel dat gericht is op primaire behoeften zoals eten, drinken, voortplanting en overleven. Een mens daar tegen is een schepsel dat geschapen is met een lichaam, ziel en geest. Naast primaire behoeften kan een mens door z’n geest denken en zal die geest na het aardse leven (eenmaal) terugkeren naar God om verantwoording* af te leggen.

*In het kader van deze studie gaat het te ver om deze verantwoording diepgaand te bestuderen omdat er b.v. voor de Gemeente en ander tijdstip is dan voor het volk Israël waar de Here God een andere weg  voor heeft of de wereld die niets van Hem wil weten.

Het is in eerste instantie de menselijke geest die in zonde is gevallen, daardoor viel de gehele schepping in de zonde en werd alles vergankelijk. Adam kreeg bij z’n schepping een zuivere geest, een geest die dicht bij God leefde en dáárom was hij naar Gods’ beeld.

Lezen:  Prediker 12:1-7.

Hoelang de zondeloze periode van de eerste mensen was weten we niet precies, er zijn wel schattingen over maar voor ons is dit niet zo heel erg belangrijk.

De gevolgen van de zondeval van Adam en Eva zijn van meer belang, omdat wij nakomelingen van dit koppel zijn! Wij zijn dus niet naar Gods’ beeld geschapen maar zijn verwekt uit de lijn van Adam en Eva, inclusief de (erf) zonde die door de zondeval in de wereld kwam.
Grof gezegd kunnen we stellen dat wanneer we beweren naar Gods’ beeld geschapen te zijn, we zeggen dat we zonder zonde zijn!

De gedachte dat we min of meer goddelijk zouden zijn komt oorspronkelijk uit de koker van de verlichting, die op haar beurt een onderdeel is van de geheime genootschappen der Illuminati waar we het de vorige keer over hebben gehad.
Binnen de New Age Beweging beweren de meeste stromingen dat de mens een goddelijke vonk in zich heeft en uiteindelijk in de totale godheid wordt opgenomen. De gedachte dat de tegenwoordige mensen óók naar Gods’ beeld geschapen zouden zijn wijst ten diepste in de richting van de New Age, daar gaat men van de stelling uit dat we iets goddelijks in ons hebben.

Als we het, met die gedachte in de hand de zaak van de andere kant bekijken ont-goddelijken we onze Here en dat is helemaal uit de boze (duivel).

Kortom: We kunnen, zoals we momenteel zijn, niet naar Gods’ beeld geschapen zijn. Er komt uiteindelijk wél een moment dat we naar Zijn beeld zijn, wie weet hoe spoedig.

God zou geen genadige God zijn als Hij niet direct een oplossing aan had geboden en wel in een uit een vrouw geboren beeld van Hem, een zondeloos ’mens’! In principe wéér één mens naar het beeld van Hem!

Lezen:   
Genesis 3: 15.
Lukas 2:6-7
Galaten 4:4
Hebreeën 4:15

De 1e Adam viel in zonde en was de oorzaak van dat de mensheid ver verwijderd werd van God.

De ’2e Adam’, Jezus Christus, bracht ons weer terug naar God. (1 Corinthe 15: 22; Romeinen 5:12)

Zoals we gelezen hebben werd de belofte uit Genesis 3:15 vervuld, en wel in de Here Jezus Christus die een mens is geweest op dezelfde wijze als wij maar dan zonder te zondigen.

Maar voordat het zo ver was moest er nog heel wat water door de Nijl stromen. Het is door al de eeuwen heen de bedoeling van de duivel geweest om het verlossende werk van de Here God te verhinderen. Zo heeft hij geprobeerd het volk Israël te vernietigen in Egypte en toen dat volk veerkrachtig bleek liet hij Farao de jongentjes vermoordden. Ook het geslacht van Levi dreigde ten onder te gaan door deze moordzucht maar de Here greep in en zorgde dat de toekomstige leider, Mozes, werd geboren én opgevoed aan het hof van die zelfde Farao. [Wat een ironie! De Farao leidde zélf zijn tegenstander op!] Mozes bracht niet alleen het volk het land uit maar wees het de weg ook terug naar hun Here en God.

Later, veel later, werd Jezus Christus geboren en als de Here God persoonlijk niet had ingegrepen was de Verlosser te Bethlehem vermoord in opdracht van Herodes die bang was dat hij van de troon zou worden gestoten. Jezus groeide op en begon het volk te onderwijzen nadat hij 40 dagen en nachten in de woestijn had doorgebracht. Op dezelfde wijze als bij Adam en Eva probeerde de duivel de Here Jezus Christus daar tot zonde te verleiden.

Lezen: Mattheüs 4:1-10

Als de Here óók aardse macht had gezocht, zoals Eva dat wél deed, was de verlossing op niets uitgelopen.

De duivel verkeek zich op Jezus, hij wist dat hij sinds de zondeval de overste der wereld was en hij probeerde Jezus op zijn wijze, en onder zijn leiding, heerser te maken over de schepping. Op zich is het niet verwonderlijk dat hij tegen God’s, dus ook Jezus, plannen in ging omdat hij ooit tegen God God in opstand gekomen was en als lichtdragende engel, Lucifer, tegenstander van z’n Schepper werd.

Lezen: Mattheüs 4:8 De duivel wilde Hem macht geven

De duivel hield er geen rekening mee dat er geen gewoon mens tegenover hem stond maar een zondeloos mens, God Zelf in het omhulsel van een mens! Deze mens was naar het beeld van God geschapen, zonder zonde.
We lezen in Jesaja 9:5-6:

Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.

De meeste gelovigen komen niet verder dan kind en zoon, velen zien niet in dat hier bedoeld wordt dat God Zich voor de mensheid openbaarde als Kind en Zoon. Hoe zou de mensheid en de schepping anders verlost kunnen worden van de macht der satan die door bedrog en list de eerste mensen heeft verleid? Dit was alleen mogelijk door de opoffering van God Zelf als mens, geboren onder de zonde doch zonder te zondigen. (erfzonde  en persoonlijke zonden)

Dit is het grote verschil met Adam en Eva, ze waren geschapen zonder zonde, en met een vrije wil, en dus in staat om in zonde te vallen terwijl Jezus, Jeshua (Heil), God is die in een menselijke gedaante tegenover satan stond in de woestijn. 3 jaren later werd Hij, God in menselijk omhulsel, gekruisigd, men zag niet dat Hij God was: Praktisch overal waar we in de Staten Vertaling Heil of heil lezen staat er in het Hebreeuws Jeshua, dit komt meer dan 50 keer voor. Genesis 49:18; sterfbed van Jacob waar hij zegt: Op Uw Heil ( op Jezus, Jeshua) wacht ik.  

En in Zacharia 12:10 (Staten Vertaling) lezen we;

Doch over het huis Davids’, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij* aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als [met] de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.

*Veel gelovigen realiseren zich niet dat de Vader (Geest want God is Geest) in de Zoon aan het hout hing op Golgotha  en pas het lichaam verliet toen het lichaam stierf want hoe kan een Zoon het testament van de Vader veranderen?

God, in Christus Jezus, stierf aan het kruis opdat Hij de weduwe, Israël, kan huwen na de grote verdrukking.Met het sterven hield ook de relatie Vader/Zoon op te bestaan, de gestalte die stierf als Lam en stond op als Hogepriester.
Hij had immers nog een taak te vervullen, n.l. de verzoening in het Heilige der Heilige van de Hemelse Tempel met Zijn eigen bloed.

Lezen: Hebreeën 9:11-12 en Handelingen 20:28.
Daarom mocht Maria Magdalena Hem ook niet aanraken!

Lezen: Johannes 20:17
Er gebeurde die dag nog meer, Hem werd in de hemel koninklijke macht gegeven, een macht die satan Hem nooit had kunnen geven toen Hij werd verzocht in de woestijn.

Lezen:  Daniël 7:13-14 en Hebreeën 1: 8-12.
Dáárom sprak Thomas Hem een week later ook aan met de woorden mijn Heer en mijn God.

Lezen:  Johannes 20:28.
Dáárom zag Johannes in Openbaring 4:2 ook maar één troon en Eén op die troon, de Eerste en de Laatste (Openbaring 1:17-18) De Almachtige (Openbaring 1:7-8)

In het voorgaande hebben we gezien dat onze Here en God de Heilige is die Zich openbaart in verschillende vormen. Voor ons het de meest opvallende vorm De mens geworden God, Christus Jezus, die de mensheid met Zichzelf verzoende aan het kruishout.
Als christenen zijn we verlost door dat offer maar leven we op dit moment nog wel in een zondige en gebroken wereld waarin we ondanks onze verlossing tot nog in zonde kunnen vallen. Dáárom kunnen we niet stellen dat we naar het beeld van God zijn geschapen want dan zouden we zonder zonde moeten zijn.

Een jongeman verwoordde het kortgeleden zo:

In principe is de mens naar Gods’ beeld geschapen en leefde zonder zonde maar toen trok de mens zélf de stekker uit het stopcontact en daardoor is de verbinding verbroken, daarom zijn wij nu op dit moment geschapen naar het beeld van de zondige Adam.

Toch zal de Gemeente van Christus binnenkort weer naar het beeld van God zijn, dit zal gebeuren op het moment dat 1 Thessalonicenzen 4: 13-18 een feit zal zijn. Op dát moment zullen we zonder zonde zijn, dán zullen we ons gebroken lichaam verlaten en zijn zoals de Here opvoer naar de hemel in een verheerlijkt lichaam. Dán zullen we zien wie ons verlost heeft en zijn we naar de beeltenis van God veranderd!

In het voorgaande is het ons duidelijk geworden dat we niet naar het beeld van God zijn geschapen maar kortgeleden ontdekte ik een groot verschil tussen de NBG-vertaling en de Statenvertaling in de Romeinenbrief.

In Romeinen 8:19-23 lezen we in de NBG dat de schepping wacht op het openbaar worden van de zonen Gods’, terwijl de Statenvertaling zegt dat het schepsel is dat wacht!
Laten we dit eens met elkaar lezen.

’Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om [de] [wil] [van] Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, In hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de  vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der  kinderen Gods. Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is. En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.’  Romeinen 8:19-23 [NBG-vertaling]

Als het waar is dat ’de schepping’ wacht op het openbaar wortden van de zonen Gods’ zullen we als kerken en Gemeenten bezig moeten zijn met de ’heelheid van de schepping’ en zelfs moeten we dan proberen het Koninkrijk van God op aarde op te richten!

Toen ik het verschil tussen deze twee vertalingen ontdekte ging me een lichtje op, de drie SOW-kerken zijn druk bezig met het ’hier en nu’, inclusief de redding van het milieu omdat hun leiders en voorgangers de letterlijke uitleg hebben verlaten. De kerken verwachten b.v. de opname van de Gemeente niet en ook het 1000 jarig rijk wordt ontkend. Men spreekt zelfs van het ’bewaren’ van de schepping terwijl de 2e Petrusbrief spreekt over ’ten vure bewaard’, lees maar even mee:

’Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een  schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen.’ 2 Petrus 3:7 [Statenvertaling]

Zou er iets anders aan de hand zijn?
Als we teksten uit de Statenvertaling bekijken komen we op een heel ander spoor en wel op het schepsel, de mens b.v.. We kunnen ons afvragen waarom de Bijbel zou spreken over ’de schepping’ in z’n geheel terwijl petrus zegt dat deze ’ten vure’ bewaard is. Zoals de Statenvertaling het zegt is het geheel anders, daar wordt gesproken over het schepsel en voor ’het schepsel’ de mens is er wel uitzicht.
Laten we eerst eens lezen in de Statenvertaling wat Romeinen 6: 19-23 dan zegt:

’Want het schepsel, [als] met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der  kinderen Gods. Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft; Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen [als] in barensnood is tot nu toe.
En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, [zeg] [ik], zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, [namelijk] de verlossing onzes lichaams.’ 
Romeinen 8:19-23 [Statenvertaling]

Als we dit lezen zien we dat het helemaal op de mens slaat en voor de mens is er een hele andere weg, indien de mensheid kiest voor Christus Jezus. Voor de mens, de Gemeente is de uitweg onze Here Jezus Christus die komt om de Zijn gemeente te halen:

’Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die  ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere [mensen], die geen hoop hebben. Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zo hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; Daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant elkander dus met deze woorden.’  1 Thessalonicenzen 4: 13-18

Dit is een hele andere uitweg dan de ’openbaar worden van de zonen Gods’, de schepping is bewaard voor de totale verbranding in het vuur op de ’jongste dag’ maar voor hen die in Christus geborgen zijn was de éénwording met Christus, een lichaam dat volmaakt is en dus naar Zijn gelijkenis, met een lichaam zoals Adam had, volmaakt.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.