Volle verzeek’ring, Jezus is mijn.

Volle verzeek’ring, Jezus is mijn.
(Lied 197 Joh. De Heer)

Vaak wordt dat lied 197 uit de bundel van Johannes de Heer meeslepend en emotioneel werd gezongen, eigenlijk is het een soort “evergreen” binnen de evangelische beweging. In een grote groep mensen is zingen een prettige ervaring en doet ons gevoelsleven goed. Hoe zit het met ons persoonlijk, leven wij op ons gevoelsleven? Of zijn wij écht verzekerd voor de eeuwigheid in onze Here Jezus Christus? Zullen wij de meetlat eens leggen, met andere woorden, zullen we eens wat teksten met elkaar doornemen? Alleen door van het Woord van de Here kunnen we zeker weten of we werkelijk behouden zijn, of dat we ons op emoties laten drijven. Emoties zijn niet de toetssteen waarmee we ons positie in Christus Jezus bepalen, daar is een “meetlat”, de Bijbel voor nodig.

In Hebreeën 10: 22 lezen wij dat we tot de Here mogen komen met een waarachtig hart en “volle zekerheids des geloofs”, een ieder die de keuze voor de Here heeft gemaakt mag weten dat hij/zij voor eeuwig behouden is. Maar niet alleen op grond van het geloof kunnen we overtuigd zijn, óók ons verstand weet dat we behouden zijn, in Kolossenzen 2:2 spreekt de apostel Paulus over het volledige inzicht om het geheimenis van God te mogen kennen. Daarnaast hebben de gelovigen een hoop, de hoop op Christus tot het einde toe (Hebreeën 6:11).

Hoe ons einde zal zijn bepalen wij zelf, niet hóe wij zullen sterven maar wel in welke situatie wij ons zullen bevinden ná ons sterven. Als we ons volkomen aan de Here Jezus hebben overgegeven zullen wij in Hem behouden zijn:
“Die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen.”   1 Petrus 2:24

Wat Petrus hier schrijft kan de natuurlijke mens niet begrijpen, daar is geloof voor nodig. De natuurlijke mens wil helemaal niet dat iemand anders de losprijs voor hem betaald, die wil zelf bepalen wat hij wel of niet gelooft. Het is de natuurlijke mens is een gruwel dat reiniging van zonde en zonden nodig is, dat er zonder een middel tot reiniging eeuwige verlorenheid staat te wachten:

“Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge.”   Hebreeën 1:3

Het tot stand komen van de reiniging der zonde trad in werking toen de Here zijn adem uitblies op het kruishout van Golgotha (Johannes 19:30) waar Hij uitriep “het is volbracht!”, met andere woorden “De rekening is voldaan”. Een rekening die wij eigenlijk zélf zouden moeten voldoen en die de natuurlijke mens zelf wíl volbrengen, maar ook een rekening die wij nooit zouden kunnen volbrengen! Wij kunnen ons zelf niet met de Here God verzoenen, Hij kan ons alleen aanzien dóór het bloed van de Here Jezus Christus heen. Hoe religieus wij ook zouden leven, het is onmogelijk rein en zonder zonde voor onze Schepper te staan zonder reiniging door de Here Jezus Christus. Alleen door het volkomen offer op Golgotha worden wij behouden en als wij dit aannemen zullen wij nooit verloren gaan:

“Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, En Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders.”   Johannes 10:27-29

Wie deze zekerheid heeft kan uit volle borst zingen: “Volle verzeek’ring, Jezus is mijn” en ziet ook dagelijks uit naar de verlossing uit het aardse lichaam, naar de komst van de Here uit de hemel. De belofte van Zijn komst doet ons verlangend uit zien naar de grote dag, het moment dat wij verenigd worden met Hem:

“Maar wij willen niet dat u onwetend bent, broeders, wat betreft hen die ontslapen, opdat u niet bedroefd bent, zoals ook de overigen die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan, evenzeer zal God ook de door Jezus ontslapenen met Hem brengen.(Want dit zeggen wij u door het woord van de Heer, dat wij, levenden die overblijven tot de komst van de Heer, de ontslapenen geenszins zullen voorgaan. Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. Vertroost daarom elkaar met deze woorden.)”
1 Thessalonicenzen 4:13-18 (Telos Vert.)

Wie weet hoe spoedig die grote dag zal aanbreken, als we naast de Bijbel de krant leggen en het nieuws volgen zien we dat de aardse tijd van de Gemeente bijna voorbij is. Het tijdperk der genade loopt op z’n eind, genade door het verzoenende bloed is voorbij op het moment dat de Gemeente de Here tegemoet gaat in de lucht. Op dat moment zal blijken of het waar is wat we in het verleden uit volle borst hebben gezongen:

“Volle verzeek’ring, Jezus is mijn!
Wat schenkt dat rust aan ’t volgzaam gemoed;
In Hem zal ‘k zalig, zalig steeds zijn.
Wedergeboren door Jezus’ bloed.
Dit is mijn vreugde, altoos te zijn.
In mijne Heiland, Jezus is mijn!”

Als wij op de Grote Dag uit 1 Thessalonicenzen 4:13-18 de zelfde verzekering bezitten als de apostel Paulus en anderen die ons voor zijn gegaan kunnen we nu al samen met hen zeggen:

“Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad.’  2 Timotheüs 4:7-8

Wie deze zekerheid niet heeft kan zo lang het nog genade tijd is die zekerheid ontvangen want onze Here heeft gezegd:

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven.”   Johannes 5:24

Wie deze raad opvolgt kan dan ook van harte zingen en uitzien naar Zijn komst:

“Volle verzeek’ring, Jezus is mijn, wat schenkt dat rust aan ’t volgzaam gemoed”

Werkgroep Bijbelaktueel 26 mei 2002

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.