Gemeente, vergaderen op Nieuwtestamentische grond

Gemeente, vergaderen op Nieuwtestamentische grondslag.
Bewerkt gedeelte  uit ‘De Gemeente van God’ door F. Ferguson.

In onze dagen zijn de dingen erg ingewikkeld en erg verwarrend, want er is een ‘Babel van religieuze overtuigingen’. Wat is juist? Het is onmogelijk een stad aan te wijzen, waar alle christenen zich vergaderen tot één gemeenschappelijk getuigenis. Bestaat er, zo zou men zich af kunnen vragen, een groep gelovigen die vergaderen op Nieuw-Testamentische-Grondslag, eenvoudig en ‘tot’(d.i. alleen in de Naam van Jezus) de Naam van de Heer, net zo als in het begin van de Gemeente? God zij dank, kan het antwoord op deze vraag ‘ja’ zijn. Er zijn groepen die geen sektarische naam (welke kerknaam, denominatie, of z.g.n. vrije groep dan ook) erkennen en in ootmoed en eenvoudig volgens de Bijbel willen wandelen. Hoe kunnen we zo’n vergadering op Nieuw-Testamentische grondslag erkennen? De volgende Schriftplaatsen kunnen ons helpen.


1e.
Ze bestaat alleen uit gelovigen.
‘En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk’  Handelingen 2:44
‘Doch van de anderen durfde niemand zich bij hen aansluiten, maar het volk stelde hen hoog’.  Handelingen 5:13


2e. De gelovigen vergaderen tot de Naam van de Heer en in géén andere naam.

‘Vergadert Mij mijn gunstgenoten, die met Mij het verbond sluiten met offers’. Psalm 5:5

‘Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden’Matthéüs 18:20


3e. De Heilige Schrift is hun enige geloofsbelijdenis en hun enige raadgever in elke aangelegenheid.

‘Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad’. Jesaja 8:20

‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt’.Johannes 17:4


4e. Zij belijden dat er één Lichaam is, de Gemeente, en dat de verschillende sekten (kerken en groepen) het Lichaam van Christus (de Gemeente) verdelen.

‘Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus’. 1 Corinthe 12:12

‘Is Christus gedeeld? Is Paulus dan voor u gekruisigd, of zijt gij in de naam van Paulus gedoopt?’
  1 Corinthe 1:13


5e. Zij erkennen alleen het gezag van Christus.

Maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, tot het einde onverwrikt  vasthouden.’ Hebreeën 3:6

‘En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de Gemeente. Die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.’  Efeze 1:22-23


6e. Zij erkennen de leiding van de Heilige Geest bij de dienst, ‘die een ieder in het bijzonder toedeelt, zoals Hij het wil’.

”Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. Want aan de één wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest; Aan de één geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; Aan de één werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. Doch dit alles werkt een en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.’  1 Corinthe 12:7-11


7e. Zij erkennen het algemeen priesterschap van gelovigen en verwerpen ieder denkbeeld van ‘geestelijken en leken’.

En laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus. Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. U dan, die gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis. Voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn. Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk [Gode] ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.’ 1 Petrus 2:5-9


8e. Zij erkennen de door God gegeven gaven.

‘En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars.’  Efeze 4:11


9e. Zij zijn ‘tot de Heer uitgegaan buiten de legerplaats en dragen Zijn smaad’.

 ‘Laten wij derhalve tot Hem uitgaan buiten de legerplaats en zijn smaad dragen.’ Hebreeën 13:13

‘En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk: De Here kent  de zijnen, en: Een ieder, die de naam des Heren noemt, breke met de ongerechtigheid.2 Timothéüs 2:19

Onze Here Jezus werd ‘buiten de legerplaats’, buiten de stad, waarin de Tempel, de georganiseerde religie was, gekruisigd. De schriftgeleerden hadden (ook al) in die tijd van de geboden van God, een religie gemaakt waarin een mens jaren moest studeren om het te kunnen begrijpen. Evenzo gaat het in onze dagen, wie geen theologische studie heeft gevolgd kan niet, of met zeer veel moeite begrijpen wat er wordt bedoeld. Zo zullen de wedergeboren christenen de ‘legerplaats’, de gevestigde religie los moeten laten en het woord de Bijbel tot zich laten spreken.

10e. De wedergeboren christen belijden dat ze hier op aarde pelgrims zijn; ze beijveren zich de ‘eenheid van de Geest’ te bewaren; ze zijn bereid allen welkom te heten tot hun gemeenschap, als het Woord van God dit toelaat. Aan de andere kant kunnen ze hem, die het Woord van God afwijst (of z.g.n. ‘geestelijk uitlegt’) niet toelaten:

‘En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk, En juist die delen van het lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld, Doch onze edele leden hebben dat niet nodig. God heeft evenwel het lichaam zo samengesteld, dat Hij meer eer gaf aan hetgeen misdeeld was, Opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen. Als een lid lijdt, lijden alle leden mede, als een lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde. Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden.’  1 Corinthe 12:21-27

Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus’.
1 Corinthe 5:6-7

Zuurdeeg is in principe oud en verzuurd deeg, in Bijbelse tijden werd, niet zoals onze bakkers het doen met gist, vers brooddeeg vermengd met deeg dat een aantal dagen oud was om het gebak te laten rijzen en luchtig te maken. Nadat het vermengd was werd het gehele deeg zuur en geschikt om te bakken. Ook de Here Jezus gebruikt het beeld van het zuurdeeg meerdere malen, hoewel dit zuurdeeg nodig was om brood en dergelijke te bakken is het toch een teken van bederf, zuur deeg. De Here verwacht dat de Gemeente de zonde uit de weg gaat nadat ze tot geloof is gekomen, wanneer er nu iemand binnenkomt die wél religieus is maar niet wedergeboren betekent dit dat er ‘zuurdeeg’ (een ‘oude’, onbekeerd mens) is binnengekomen en daardoor ‘verzuurt’ de Gemeente. Dit is het manco van vele kerken en groepen, men laat zowel ‘vers deeg’ als ‘zuurdeeg’ toe, religieuze mensen en wedergeboren mensen en het uiteindelijke resultaat is verdriet en nood bij de wedergeboren christenen want ze zitten op de verkeerde plaats!

‘Nu evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al heet hij een broeder, een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard, of oplichter is; met zo iemand moet gij zelfs niet samen eten. Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? Oordeelt ook gij  niet [alleen] hen, die in uw kring zijn? Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.’ 1 Corinthe 5:11-13

Hier zien we wat er bedoeld wordt met het zuurdeeg, er staat ook al héét hij een broeder’, ogenschijnlijk een broeder maar naar we mogen aannemen alleen maar religieus.

‘En u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes’  Efeze 4:3

Binnen een ‘verzuurde’ plaatselijke groep lukt het nooit de vrede te bewaren, dáár is meestal de ene van ‘Apollos en de andere van Paulus’, of wel, de ene loopt weg met spreker zus, de andere met ‘oudste’ zo en als het eventjes kan roddelen ze onder elkaar.

‘De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar [het] [voorbeeld] [van] Christus Jezus, Opdat gij eendrachtig uit een mond de God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken.’   Romeinen 15:5-6

Vanzelfsprekend is deze lijst lang niet volledig. Het zijn slechts de voornaamste kenmerken van de Nieuw-Testamentische Gemeente. We weten allemaal dat een getuigenis in deze tijd alleen het karakter heeft van een ‘overblijfsel’, in zwakheid en schande, ver beneden de heerlijkheid van de apostolische tijd.

Toen waren alle gelovigen bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk (Handelingen 2:44) ‘en de apostelen gaven met grote kracht getuigenis en er was grote genade over allen’ (Handelingen 4:23-33). In deze ‘laatste dagen’ waarin wij leven is het onze plicht in nederigheid van hart bij de Heer te blijven.

Elke aanmatiging en grootspraak horen wij te vermijden. We hebben Zijn Woord te bewaren en zijn naam niet te verloochenen en wat we bezitten moeten we vasthouden totdat Hij komt.

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Het BijbelArchief.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.