Een ervaring rijker
EEN ERVARING RIJKER
geschreven naar aanleiding van ervaringen binnen en met de pinkster- c.q. charismatische beweging;
een verkenning over o.a. de onderwerpen ’tongentaal’, ’profetie’, vallen/rusten in de geest en de eerste Korinthe-brief;
de ’gemeente-groei’ beweging (het celprincipe).
eerste versie, maart/april 1992;
tweede, herziene, versie november/december 1992.
Uitgave door:
Werkgroep ’Bijbel:Aktueel!’
Postbus 113
9800 AC Zuidhorn
http://www.bijbelaktueel.nl
http://www.bijbelarchief.nl
Het maken van kopieën van deze studie -zonder wistoogmerk- is toegestaan
INHOUD
1 - INLEIDING/VERANTWOORDING
2 - EEN ERVARING
3 - LEER VAN DE PINKSTER-/CHARISMATISCHE BEWEGING
3.A) BEKERING
3.B) DOOP
3.C) VERVULLING MET DE HEILIGE GEEST
3.D) WEDERKOMST
4 - DE KORINTHE-BRIEF (I KORINTHE)
5 - DE GEMEENTE-GROEI BEWEGING
6 - TOT SLOT
BIJLAGEN
- DIV. ARTIKELEN, CORRESPONDENTIE, STUDIEMATERIAAL.
1) INLEIDING/VERANTWOORDING
Ongeveer een jaar of twaalf terug kwamen mijn ouders tot geloof. Zij gingen naar een Pinkstergroepering en zij namen mij toendertijd met hen mee naar de samenkomsten (kerk-diensten), waar hen ik overigens nog steeds dankbaar voor ben. Ook ik koos voor een leven met Jezus, ik nam hem aan in mijn hart (Efeze 3:17) en liet mij later dopen.
Na een aantal jaren besloten mijn ouders, op grond van hetgeen zij meemaakten binnen deze gemeente en op grond van wat de Bijbel hen leerde, naar een andere, bijbelgetrouwe, groepering te gaan. Ikzelf kwam, via anderen, in aanraking met een andere pinkstergemeente. In deze gemeente ben ik ruim een jaar gebleven. In dat jaar werd mij een en ander duidelijk, mede door mijn ouders, betreffende de leer van de pinkstergemeenten en, het belangrijkste, wat de Bijbel ons leert hierover.
Daardoor besloot ik de pinksterbeweging te verlaten. Vrij recentelijk-ongeveer twee jaar terug- besloot ik, net als mijn vriendin (nu mijn echtgenote) mij aan te sluiten bij een andere gemeente, hiervoor waren o.a. enkele praktische redenen.
Omdat binnen deze gemeente echter veel ’pinkster-elementen’ binnenkwamen, ben ik (weer) op zoek gegaan in de Bijbel. Omdat het een aantal jaren geleden allemaal eenvoudig ’zwart-wit’ lag was het niet moeilijk om de dwalingen binnen de pinkstergemeente(n) te zien.
Wat echter nu, binnen Bijbelgetrouwe gemeenten, plaatsvind is veel subtieler. Reden om dit alles aan papier toe te vertrouwen is mijn grote zorg hierover. Mijns inziens worden mensen, met de meest oprechte bedoelingen, door de satan misleid. Nu onder verschillende andere noemers, o.a. ’de charismatische beweging’ en ’gemeentegroei-beweging’. De leer die echter door deze ’bewegingen’ gepredikt wordt is, in grote lijnen, echter dezelfde als de ’pinkster-leer’.
Hoewel ik heb getracht zeer terughoudend te zijn in het noemen van namen en organisaties, ontkom ik er af en toe niet aan. Dit niet om mensen ’zwart te maken’, maar je moet af en toe -zoals het spreekwoord zegt- ’man en paard noemen’.
Bij de tweede, herziene, versie:
De eerste versie van deze studie was niet bedoeld en/of geschikt voorpublikatie (de oorspronkelijke was bedoeld voor een Bijbelstudiegroep) . Hiervoor is deze versie dan ook aangepast.
De inhoud verschilt niet wezenlijk, ik heb alleen getracht een en ander -ook met behulp van recentelijk verschenen andere uitgaven op dit gebied- nog beter te onderbouwen.
Ik heb getracht, ondanks mijn achtergrond, toch zo objektief mogelijk een en ander in een Bijbels perspektief te plaatsen.
Met dank aan Laura, voor haar hulp en luisterend oor.
D. Thomas.
NB:
de citaten in de tekst worden gevolgd door een nummer tussen haakjes, bijv. (17). Deze cijfers corresponderen met cijfers op de laatste pagina’s, onder ’NOTEN’, waar de titel en schrijver van het betreffende boek/citaat staat vermeld.
2) EEN ERVARING
Een weergave van een (van de laatste) ervaring(en) die ik had in de pinksterbeweging. Het toont voor mij aan, dat men maar op een ding gefixeerd is: de zg. ’geestesdoop’, en, als uiting daarvan, het spreken ’in tongen’.
Plaats : Pinkstergemeente, Sophiastraat te Groningen.
Zondagmorgen is er dienst. Ik ga heen, met een zware hoofdpijn waar ik wel vaker last van had. Er wordt in de dienst veel tijd ingeruimd voor ’lofprijs en aanbidding’. Na een korte preek van de voorganger wordt er gebeden. Er wordt gevraagd of er mensen zijn die pijn hebben, ziek zijn of iets anders waarvoor ze voorbede nodig hebben.
Nadat al verschillende mensen zijn opgestaan en er, voorin de zaal, voor hen wordt gebeden door verschillende oudsten (ouderlingen) en de voorganger (men legt de handen op, roept dat geesten in ’jezusnaam’ moeten gaan en ’bevrijd’ mensen) sta ik ook op en ga om voorbede.
Ik wilde graag ’bevrijd’ worden van mijn hoofdpijn en er van worden genezen. Voorin de zaal word ik door twee oudsten opgevangen. Ze gaan bij me staan, een opzij en een voor me. Ze leggen de handen op mijn hoofd en gaan in gebed. Ik sluit mijn ogen in de verwachting dat ik nu zo zal genezen. Het lijkt mij een heerlijk idee om voor altijd van de hoofdpijn af te zijn. De oudsten hebben blijkbaar een ander idee:
ze bidden of ik de ’heilige geest mag ontvangen’ en ’in tongen mag spreken’. Daarvoor kwam ik niet! Ik raak verward. Ik hoor een van de oudsten zeggen: ’toe maar, zeg het maar, laat het maar komen, spreek maar..’. ’Ik wil niet in tongen spreken’ gaat het door me heen. Na een -voor mijn gevoel uren durend- gebed, met veel gedruk en geduw tegen mijn hoofd, wordt er gezegd dat we naar een apart zaaltje gaan. Daar wordt verder gebeden, voor mijn ’geestesdoop’.
Ik spreek -na een tijd van veel schreeuwerige ’gebeden’- nog steeds niet in tongen. De oudsten houden op met bidden. Een van hen zegt: ’Je hebt het ontvangen hoor! Nu thuis maar flink oefenen, dan gaat het vanzelf’.
Ik ga naar huis, met een zeer, zeer, hevige hoofdpijn en in opperste verwarring. In tongen spreken heb ik nooit gedaan. Misschien omdat ik wel niet genoeg heb geoefend?? De hoofdpijn die ik zo vaak had bleek vrij eenvoudig te verhelpen: een zg. ’hoofdpijnbril’ bracht uitkomst!
3) LEER VAN DE PINKSTER-/CHARISMATISCHE BEWEGING
De pinksterbeweging heeft niet echt een eigen, op schrift gestelde, dogmatiek of leer. Wel zijn uit de geschriften van de diverse pinkster-leiders een aantal hoofdpunten af te leiden.
De belangrijkste dogma’s zijn:
A) alleen door bekering kan men worden behouden;
B) de doop die men dient te ondergaan is de zogenaamde ’volwassen-doop’, door volledig ondergedompeld te worden in water;
C) de gelovige dient zich te heiligen en wordt daarop vervuld met de Heilige Geest en/of de mens dient zich te bekeren en te laten dopen, waarna de vervulling met de Heilige Geest plaatsvind. Deze vervulling uit zich op de volgende manier:
1) spreken in tongen (glossalie) door de gelovige;
2) dmv. profetie, gezichten/visioenen e.d.
3) dmv. ’tekenen en krachten’;
4) genezing door/van de gelovige, van zijn lichamelijke en/of geestelijke gebreken;
D) Christus zal terugkeren (en de gelovigen tot zich opnemen).
De onder A, B en D genoemde punten komen ook terug bij andere evangelische stromingen zoals bijvoorbeeld de baptistengemeenten maar ook binnen diverse reformatorische genootschappen (bijv. pnt. A en D). Ik zal nu bij de genoemde punten enige Bijbelplaatsen aangeven, waarop een en ander wordt gebaseerd.
A) BEKERING
Onder bekering wordt verstaan het als mens je afkeren van je ’oude leven’, dwz. een leven zonder God, en je omkeren c.q. terugkeren tot God.
Voorbeelden van het woord/begrip bekering uit het oude testament zijn Jes. 1:27; Jes. 10:21 ev.; Jes.30:15; Jer. 4:1.
Een voorbeeld van een ’bekeringsprediker’ uit het nieuwe testament is -uiteraard- Johannes (de doper) vgl. Matt. 3:1.
Ik geloof persoonlijk dat dit de weg is die de mens moet gaan om tot God te komen. Binnen de Pinkster-beweging staat echter de bekerings-
ervaring bijna nog centraler dan de bekering zelf. Mijn eigen ’bekerings-ervaring’ is er een van een geleidelijke omkeer. Binnen de pinksterbeweging echter wordt meer de nadruk gelegd op een zeer plotselinge ’bekering’, een bekering zoals die bijv. bij Paulus plaatsvond. Een dergelijke ervaring komt over het algemeen echter niet veel voor onder christenen. Toch lijkt het bijna een voorwaarde binnen de pinksterbeweging. Het veroorzaakt veel twijfel en -soms- afgunst onder de christenen binnen deze beweging die een dergelijke ervaring niet hebben. Men voelt zich soms minderwaardig hierdoor of twijfelt of men wel op de goede manier tot geloof is gekomen.
Het belangrijkste is, m.i., het zich verlost weten en niet of er een prachtig, emotioneel, spectaculair, bekerings-verhaal bij komt. De enige voorwaarde die de Bijbel namelijk stelt is: ’Een ieder die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren’ (I Joh. 5:1a).
B) DOOP
Binnen de pinksterbeweging kent men de zg. ’volwassendoop’, door onderdompeling. Ook ik ben op deze wijze gedoopt. De idee/symboliek hierachter is dat men ’met Christus in het (water)graf is gegaan, gestorven is en opnieuw opstaat’, oftewel, het ’oude leven’ (leven voor de bekering) wordt begraven en men is een nieuw leven -in Christus- begonnen (zie hiervoor o.a Rom. 6:1-14). De doop is hiervoor het symbool. Bij de Joden werd deze doop, de ’doop der bekering’, o.a. toegepast op proselieten (mensen die zich tot het Jodendom bekeerden) en op Joden die zich bekeerden, na bijv. afgoden te hebben gediend.
Ook Christus Zelf liet zich dopen, door onderdompeling, in de Jordaan (vgl. Marc. 1:9 e.v.).
Ikzelf ben, zoals gezegd, eveneens volwassen gedoopt. Ik geloof dat ik op deze manier gehoorzaam ben geweest aan Christus. Dat wil niet zeggen dat ik neerkijk op andere christenen die niet op deze manier gedoopt zijn. Voor mij is de doop ook geen strijdpunt, immers: alleen geloof is de weg die tot behoud voert, niet de werken, niet de ’juiste doop’ etc.
Wanneer iemand als kind is gedoopt, kan ik in hem/haar een broeder of zuster herkennen wanneer hij/zij in Christus gelooft, dat is namelijk de enige maatstaf die de Bijbel geeft (vgl. Joh. 3:36; I Joh. 5:1,12).
Ik geloof persoonlijk dat de doop, die binnen de pinksterbeweging wordt toegepast, Bijbels verantwoord is, en zal hier verder niet dieper op alle strijdpunten op dit gebied ingaan.
C) VERVULLING MET DE HEILIGE GEEST
De gelovige wordt, na zijn bekering, ’vervuld’ met de Heilige Geest.
Deze vervulling met de Heilige Geest uit zich daarna, volgens de pinksterbeweging, door de ’gaven van de Geest’, zoals het spreken in tongen (glossalie), profeteren, het doen van wonderen, tekenen en krachten, het zien van gezichten c.q. visioenen en, sinds enige jaren, is er ook nog het ’rusten’ en/of ’vallen in de geest’. De Bijbel spreekt over enige van de bovengenoemde zaken, dat is zeker niet te ontkennen. Het zou dus kunnen dat de gaven als bovengenoemd voor kunnen komen bij christenen (uitgezonderd het ’vallen in de geest’, hiervoor ontbreekt ook maar het geringste Bijbelse bewijs).
Ik wil dieper ingaan op de bovengenoemde verschijnselen, omdat de ’gaven van de geest’ juist het punt is waarop de pinksterbeweging, en ook de charismatische beweging, afwijkt van wat bijna alle andere geloofs-gemeenschappen geloven.
De Bijbel spreekt over het ontvangen van de Heilige Geest, na het tot geloof komen van de mens. Een overbekend voorbeeld hiervan is wel Handelingen 2:1-13, de vervulling van de belofte van Christus aan de apostelen, namelijk dat zij de Heilige Geest zouden ontvangen, vindt plaats (vgl. Joh. 14:16) en tevens vindt er een gedeeltelijke vervulling plaats van Jo‰l 2:28-32, nl. vrs. 28, 29. Let wel: deze belofte is gedaan aan de JODEN (wanneer u bedoelde schriftgedeelte - in zijn context- er op na slaat zult u dit zien).
C.I) TONGENTAAL
De definities hierbij zijn niet de mijne. Wel zijn ze in de pinkster- of charismatische beweging algemeen aanvaard.
definities tongen:
1) ’De gave van het spreken in tongen is een bijzondere bekwaamheid, die God aan sommige leden van het lichaam van Christus geeft, om ze in staat te stellen (a) met God in een andere taal te spreken die ze nooit geleerd hebben en (b) een rechtstreekse boodschap van God te ontvangen en deze aan de Gemeente in een door de Geest gegeven uiting door te geven in een taal die ze nooit geleerd hebben.’ 1)
2) ’Spreken in tongen betekent spreken in onbegrijpelijke klanken. Het is een uiting van godsdienstige extase.’ 2)
In veel gemeenten binnen de pinkster- of charismatische beweging wordt op deze manier in ’tongen’ gesproken.
Wat zijn tongen?
Handelingen 2, vers 4: ’En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de geest hun gaf uit te spreken.’
Handelingen 2, vers 6: ’En toen deze stem geschied was, kwam de menigte samen, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.’
I Korinthe 12, vers 10:’en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitlegging van talen.
I Korinthe 14, vers 9: ’zo ook gij, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden wat gesproken wordt?
Want gij zult zijn als iemand die in de lucht spreekt’
In de NBG vertaling wordt consequent gesproken over ’tong’ of over ’tongen’. Dit was voor mij altijd erg verwarrend, het bevestigd een beetje het ’wonderlijke’ wat er omheen hangt. Ik ken de grondteksten niet, en moest daarom uitgaan van wat er in de Bijbel (de NBG vertaling) stond, totdat ik gewezen werd op het feit dat het woord tong eigenlijk betekend: taal.
Tong (v) bep. lichaamsdeel, tongvormig onderdeel, smaak, taal, soort platvis etc. 3)
Tong -> Taal.
Taal Hebr. Lasjoon=tong, sapha=lip, gr. gloosa=tong, dialektos=gesprek of phone=geluid, stem. 4)
Vandaar ook dat ik, voor studiedoeleinden als deze, de Staten Vertaling gebruik. Hoewel het taalgebruik ’ouderwets’ aandoet, lijkt het mij - in dit geval- behoorlijk duidelijker.
Ik mag dus constateren dat er in de Bijbel mensen zijn geweest die de gave hadden van het spreken in een andere taal, hoewel ze die niet kenden of hadden geleerd.
Als iemand in ’tongen’ spreekt is er sprake van een soort van taal, dat staat voor mij vast. Er is sprake van een duidelijke opbouw, herhaling van klanken etc. Mij doet, zo op het eerste gehoor, de ’tongtaal’ aan een aan het Maleis verwante taal denken. Er zijn ook gevallen waar dit niet zo is, dan is er een persoon die bijvoorbeeld ritmisch steeds de zelfde klank uitstoot (lijkt wel een soort van ’mantra’).
Wat ik echter zeer opvallend vind is dat er, wanneer er gesproken wordt in ’tongen’ eigenlijk sprake is van ’tongtaal’ (enkelvoud). In de Bijbel wordt duidelijk gesproken over tongen (meervoud, NBG vert.) of talen (meervoud, Stat.vert.). De gebruikte meervoudsvorm wordt consequent volgehouden, behalve wanner er -taalkundig gezien- een enkelvoudsvorm (’tong’, of ’taal’) gebruikt dient te worden. Toch kent de Charismatische- of pinksterbeweging maar een ’tongtaal’!
Voorbeeld enkelvoud:
I Korinthe 14 vers 2(a): ’Want wie (e.v.) in een vreemde taal (e.v.) spreekt..’
Voorbeeld meervoud:
I Korinthe 14 vers 5: ’En ik wilde wel dat gij allen (m.v.) in vreemde talen (m.v.) spreekt, ..’
Het is, denk ik, dan ook verwonderlijk dat er binnen de Charismatische-of pinksterbeweging maar sprake is van een ’tongtaal’.
Op z’n minst geeft dat -voor mij- te denken. God is geen God van een taal, Hij verstaat elke taal. Hij heeft, bij de torenbouw van Babel, alle talen gegeven/gemaakt. Waarom zouden wij in maar een taal -die wij zelf niet eens begrijpen of verstaan- ons tot God kunnen richten?
Een jong echtpaar, dat ik vrij goed ken, aktief en meelevend lid van een (behoudende) pinkstergemeente vertelde mij dat het spreken in de ’tongtaal’ hun gebedsleven ernstig belemmerde. Het was bijna niet mogelijk, voor hen, om een normaal gebed te bidden. Ze spraken bijna alleen nog maar de ’tongtaal’ in hun stille tijd en gezamelijke gebedstijd! Zij dachten dat dat niet de bedoeling van God kon zijn.
Hun oplossing was de volgende: zij gingen samen in gebed, en, vroegen de Here of Hij, wanneer deze tongtaal niet van Hem was, hen er van wilde bevrijden. Wat daarna gebeurde was even bevrijdend als schokkend voor hen: zij kunnen niet eens meer in tongen spreken!! De soortgelijke verhalen en ervaringen van mensen zijn legio!
’Wat is het dan? Ik zal met de geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden..’ (I Korr. 14:15a)
Het verstand is bij de ’tongtaal’ volledig ’op nul’ gezet. De aangehaalde tekst geeft iets anders weer: men kan met de geest bidden, maar het verstand wordt daarbij niet uitgeschakeld, want, er staat ’maar ik zal ook met het verstand bidden’. Het verstand ’op nul’ is dus zeker niet de bedoeling! Dat is wel wat er gebeurd bij het fenomeen ’tong-taal’. Van verschillende mensen die in ’tongtaal’ spreken heb ik begrepen dat ze (1) zelf niet weten wat het betekent en (2) zelf er geen controle over hebben. Is dat ’met het verstand’?
Leer van de ’tongtaal’/vervuld zijn met de Heilige Geest binnen de pinkster- c.q. charismatische- beweging.
In de oude pinksterbeweging was ’tongtaal’ het teken dat een gelovige vervuld was met de Heilige Geest c.q. de Heilige Geest had ontvangen.
Dit is niet Bijbels, en men ’zag dat in’. Je kunt misschien beter spreken over een andere formulering. Er zijn echter nog altijd diverse soortgelijke, afgeleide, leringen, die ook onbijbels zijn. Ze komen in feite op het zelfde neer. Een aantal voorbeelden van de leer van de pinkster- c.q. charismatische- beweging uit: ’pinksteren in de eindtijd’, door J.I. van Baaren, een boekje waarin de leer van de pinkster- c.q. charismatische- beweging wordt uitgelegd (de citaten zijn vetgedrukt).
VRAAG 13: MOET IK IN TONGEN SPREKEN ALS IK IN DE HEILIGE GEEST GEDOOPT BEN?
antw. : Een ieder die gedoopt is met de Heilige Geest kan het. Wie zou geen geheimenissen willen spreken met God?’
1) In feite wordt hier gezegd: ’als je gedoopt bent met de Heilige Geest, kun je in tongen spreken’. Is dat niet hetzelfde als zeggen dat, wanneer je gedoopt bent met de Heilige Geest, het tongen spreken een teken hiervan is? Mijns inziens wel!
De ’Stromen van Kracht’ beweging (stg. Opwekking, o.a. bekend van de ’Vierhouten conferenties’ en de ’Opwekkingsliederen’!) leert dit ook, sterker nog: iedere gelovige zou het spreken in tongen vlgs. hen kunnen leren (en zij gaven hiervoor in het verleden zelfs speciale cursussen) !
2) ’Een ieder die gedoopt is kan het..’
I Korinthe 12:4-11: ’Er is verscheidenheid in genadegaven (..) er is verscheidenheid in bedieningen (..) er is verscheidenheid in werkingen (..) Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest (..) aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen’(NBG)
conclusie:
We krijgen niet allemaal na de zg. geestesdoop de gave of de mogelijk tot het spreken in talen!
VRAAG 14: KAN IK NU OOK IN NIEUWE TONGEN SPREKEN?
antw. : Ja u kunt, maar u bent het zelf die moet beginnen (..) Nieuwe tongen betekent: een andere, hemelse taal, gegeven door de Heilige Geest.
Handelingen 2 vers 4:
’En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’
1) ’u bent het zelf die moet beginnen’.
Moeten wij zelf beginnen? Dat lijkt veel op de eerder omschreven ervaring die ik zelf heb gehad: ’Nu maar thuis goed oefenen’.. De Bijbel leert ’zoals de Geest hun gaf’. De Geest geeft dus, wanneer Hij wil, de te spreken taal. Wij behoeven daarvoor niet zelf te beginnen of oefenen!
2) ’een andere Hemelse taal’.
Handelingen spreekt over ’andere talen’. Deze talen worden nergens, maar dan ook nergens ’hemelse talen’ genoemd! Deze talen zijn te verstaan, vgl. Handelingen 2:7-9: ’En zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, en zeiden tot elkaar: Ziet, zijn deze die daar spreken, niet Gallileers? En hoe horen wij hen in onze taal waarin wij geboren zijn? Parthers, en Meders, en Elamieten, en die inwoners zijn van MesopotamiE en Judea, en CappadociE Pontus en AziE. Ik heb nog nooit gelezen dat deze talen ’hemelse talen’ zouden zijn.
3) ’hemels zingen’.
Onlangs hoorde ik van een goede kennis van mijn vrouw en mij dat zij naar een bijeenkomst van de ’Woman Aglow’ was geweest. Deze van oorsprong uit de pinksterbeweging stammende ’vrouwenbeweging’ wint gigantisch aan populariteit binnen andere, bijbelgetrouwe, gemeenten. Deze kennis vertelde dat er op door ’Woman Aglow’ gehouden bijeenkomsten veel sprake is van zg. ’hemels zingen’.
Dat houdt in dat er in de ’tongtaal’ wordt gezongen.
a) dit komt nergens in de hele Bijbel voor;
b) dit ’hemels zingen’ was in de bekende ’tongtaal’, de onverstaanbare, zogenaamd hemelse, taal. Op dit ’hemels zingen’ zijn dan ook alle bezwaren tegen ’tongtaal’ van toepassing.
Frappant is, dat mensen, die hier een keer in/aan mee hebben gedaan, niet op grond van redelijke, Bijbelse, argumenten, ervan te overtuigen zijn dat dit ’hemels zingen’ geen enkel raakvlak met de Bijbel heeft.
Zelf heb ik, jaren geleden, tijdens een pinkster-bijeenkomst in de Martini-hal in Groningen, hetzelfde ’ervaren’. Het was een mooi, zoet klinkend, spontaan ’geluid’ wat de zaal vulde. Men raakte geheel in extase. Het verstand werd ook helemaal uitgeschakeld door de mensen.
Het heeft mij alleen maar verwonderd, dat dit mogelijk was, en beangstigd. Ik denk dat een waarschuwing tegen deze ’Woman Aglow’ en het zo door hen ge-promote ’hemels zingen’ op zijn plaats is!
C.II) PROFETIE
definitie profetie:
’De gave van profetie is een bijzondere bekwaamheid, die God aan sommige leden van het Lichaam van Christus geeft, om ze in staat te stellen een boodschap van God voor zijn volk rechtstreeks van de heilge Geest te ontvangen en door te geven’ tevens staat daarbij, in de toelichting: ’God spreekt door de profeet. De profeet kan zich vergissen. Daarom moet hij voor correctie door andere gemeenteleden openstaan.’ ’Als de gave eenmaal door het Lichaam van Christus bevestigd is, moet aan de woorden van die persoon vertrouwen gegeven worden’ (5)
Voorbeeld van een profetie, die ik zelf onlangs hoorde in een (Baptisten)gemeente. In de dienst was er een zuster die het volgende sprak: ’Ik zie het Paradijs. Ik zie Adam en Eva samen met God’. Daarna volgde: ’Zo spreekt de here..’ De zuster kan dit niet hebben gezien; namelijk: 1 Joh. 4:12 ’Niemand heeft ooit God aanschouwd’.
Profetie en manipulatie
De ervaringen die ik zelf heb met ’profetie’ zijn zeer negatief. De ’profetie’ wordt vaak gebruikt om mensen te manipuleren, om mensen iets op te leggen. Vaak blijkt er achteraf niets, maar dan ook absoluut niets, van te kloppen.
Voorbeeld.
Een vriend van mijn ouders vertelde dat er in de gemeente waar hij - aktief- lid was een profetie werd gesproken, voor hem. In deze ’profetie’ werd gezegd dat, wanneer hij niet zou ophouden met ’kritiek’ te leveren (wat overigens eerder waarschuwen dan kritiek was) hij zou sterven, binnen afzienbare tijd. De ’profetes’ zag zwarte raven e.d. die dit onheil over hem brachten (terzijde: in sprookjes en mythen staan zwarte raven vaak voor ’Het kwaad’). Hij heeft zich niet laten weerhouden en is uiteraard nog steeds in leven.
Ik heb nog nooit gehoord dat God, op straffe van de dood, mensen dwong om zich anders te gedragen binnen een gemeente. Dit kan ik in de Bijbel niet vinden! Al zou deze man nog zo verkeerd zijn geweest, zo werkt God niet! De enige keer dat er sprake was van sterven (als straf), in het nieuwe testament, is in Handelingen 5. Het betreft Ananias en Safira. Zij sterven, omdat zij de Heilige Geest bedriegen (Handelingen 5, vers 3)! Zijn er dan geen oudsten, die e.e.a. moeten nagaan en een persoon die zondigt onder twee, vier, etc. ogen moeten tuchtigen? Is er dan geen Gemeentelijke tucht meer?
Moeten verschillen in inzicht in een gemeente, door middel van deze vormen van ’profetie’ worden opgelost?
Nog een voorbeeld, uit het boek ’Vijanden die tegenover ons staan’, van Derek Prince (Uitgeverij Gideon). Derek Prince is overigens zelf een zg. ’pentacostel’ (pinkstergelovige) van de ’oude stempel’. ’Er zijn talloze voorbeelden van manipulatie. Neem bijvoorbeeld een pinkstersamenkomst. Er is daar een jonge voorganger en het is zijn eerste gemeente. (..) Er zijn ook twee zeer geestelijke zusters. Niet alleen geestelijk, maar super-geestelijk. En zij weten precies hoe de gemeente bestuurd behoort te worden. (..) Een van hen geeft een boodschap in tongen en de andere komt met de vertolking. Zo vertellen zij samen aan de voorganger wat hij moet doen.’ (pag. 44/45) Derek Prince zijn boek handelt over ’toverij in de gemeente’. Zijn voorbeeld illustreert dit prima.
Dit is typisch een voorval wat tekent hoe er binnen de pinksterbeweging soms met ’profetie’ en ’tongtaal- boodschappen’ wordt omgesprongen. Ik heb zelf soortgelijke dingen gehoord en gezien. Men verteld de ander hoe te handelen! Is dat profetie?
Toverij
’Het doel van toverij is gewoon andere mensen overheersen om ze te laten doen wat jij wilt dat ze doen.’
’Toverij in de Gemeente (..) een van satans meesterzetten (..) Paulus schreef aan de christenen in Galatie:’Dwaze Galaten, wie heeft jullie betoverd?’ We hebben gezien dat het bewijs dat ze betoverd waren uit het feit bleek dat het werk van Jezus aan het kruis verduisterd was. (..) Dit kwam in de gemeente op twee manieren tot uitdrukking: (1) vleselijkheid, waarbij eerder op het vlees wordt vertrouwd dan op de geest, en een uitwerking van vleselijkheid, (2) wetticisme.’ (6)
In de gemeenten worden ’profetie’ en ’tongtaal-boodschappen’ gebruikt als middel om een ander, of een hele gemeente, de wil van een geest, of een persoon, dwingend op te leggen. Dit kan nooit Gods bedoeling zijn, immers; God overheerst of domineert nooit. Wanneer er sprake is van overheersing of domineren van mensen komt dit altijd uit de pijlenkoker van satan! Satan is, zoals Luther al zei:’De aap van God’, de grote imitator van God. Hij probeert God te imiteren, te evenaren, wil aanbeden worden, in de plaats van God komen. Het is altijd al zijn ambitie geweest om de mens(heid) te domineren en te overheersen. Ik denk dan ook dat de huidig bekende vormen van ’profetie’ en ’tongtaal-boodschappen’ tot de categorie toverij gerekend mogen worden.
’De profeet...’
’Eigenlijk: spreker, woordvoerder. Meestal zijn profeten en profetessen de woordvoerders van God. Zij vertelden dan boodschappen van God aan de mensen..().. Daarnaast waren er ook vele valse profeten.’ (Bijbelwijzer, NBG)
’De profeet kan zich vergissen...’
In het eerder aangehaalde citaat van P. Wagner staat dat een profeet zich kan vergissen. De eerste vraag die bij mij rees is: ’In welk opzicht?’ Ik meen te moeten begrijpen uit het vervolg dat een profeet dingen kan uitspreken die niet in overeenstemming met de Bijbel zijn.
Dat zou dan een vergissing zijn. Uit de eerder door mij aangehaalde voorbeelden was al duidelijk dat dat ook gebeurt! Het gebeurt zelfs veelvuldig, mag ik wel stellen.
Maar.. kan dat? Een profeet die zich ’vergist’?
Een profeet wordt geacht God’s Woord te boodschappen aan de mensen. Het Oude Testament staat vol met profetie. Ik heb echter nooit gelezen dat er stond ’Jesaja vergistte zich’, of, ’En Jeremia herriep wat hij zei’.
Sterker nog: in het oude testament werd een profeet -die niet God’s woorden had gesproken- gedood. Deze profeten worden, zoals de bijbelwijzer van het NBG vermeld, valse profeten genoemd.
Deuteronomium 18, vers 20 - 22:
20 Maar een profeet, die overmoedig genoeg is om in Mijn naam een woord te spreken, dat Ik hem niet gebood te spreken, of die in naam van andere goden spreekt - die profeet zal sterven. 21 Wanner gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de Here niet gesproken heeft? - 22 als een profeet spreekt in de naam des Heren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de Here niet gesproken heeft’ (NBG vertaling) Deze woorden spreken toch voor zich? Een profeet kan zich niet vergissen. Wanneer hij een ander woord sprak dan het woord van de Heer stond daar de doodstraf op! God neemt deze zaak erg serieus! Een MENS kan zich inderdaad vergissen.
De profeten echter worden geacht Gods Woord te spreken: II Petrus 1 vers 21: ’want profetie is eertijds niet voortgebracht uit de wil van een mens, maar de heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken’.
Men sprak dus de woorden van God, gedreven door de Heilige Geest, men sprak geen woorden van zichzelf. Wanneer je uit jezelf zou spreken kun je je vergissen, niet wanneer God door je spreekt, want, God vergist zich niet.
Petrus zegt iets geheel anders over deze ’vergissingen’: II Petrus 2 vers 1: ’Er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen zijn, die verderfelijke ketterijen bedekt invoeren zullen; die ook de Heere Die hen gekocht heeft zullen verloochenen en een haastig verderf over zichzelf brengen.’
Wanneer een ’profeet’ een profetie spreekt en deze profetie blijkt niet in overeenstemming met Gods Woord, dan is hier sprake van een valse profeet. Niet van een profeet die zich ’vergist’.
Hij spreekt derhalve niet namens God!!
Petrus zegt: ’een haastig verderf over zich zelf brengen’. Dit spreekt weer over hoe het met valse profeten afloopt (vgl. nogmaals Deuteronomium 18:20 e.v.).
Eenmaal een profeet..?
Wat mij bevreemd is, dat de Charismatische leiders stellen, dat een profeet wiens woord(en) eenmaal getoetst zijn ’vertrouwd’ moet worden (zie de def. van profetie). Men moet, wanneer ik dat zo lees, na de toetsing, altijd de woorden van de profeet geloven en vertrouwen.
Ikzelf geloof dat dat niet realistisch is. Het lijkt mij beter dat de profeet zijn woorden altijd weer getoets worden.
Wie garandeert mij, dat een profeet altijd God blijft volgen? Een profeet die de ’zegen’ van het handopleggen ervaart, kan die niet een andere geest ’binnen’ krijgen en namens deze geest gaan spreken? Het blijft noodzakelijk, om de woorden van een profeet altijd weer te toetsen. Je ziet hier dat eigenlijk de mens die spreekt als toets genomen wordt. De Bijbel spreekt hier anders over.
Toetsen
Wanneer we dan met ’profetie’ en aanverwante zaken te maken krijgen, dient er een toets te worden uitgevoerd. De enige toetssteen is, uiteraard, Gods geschreven Woord: de Bijbel.
Vaak wordt -als een mens een ’profetie’ doorgeeft- als toets gehanteerd binnen de pinkster- of charismatische beweging ’Hij (of zij) is een goede, belijdende, christen.’ De mens die ’profeteerd’ wordt getoets op zijn geloof. Immers: ’Kan soms, mijn broeders, een vijgeboom olijven of een wijnstok vijgen opleveren? Evenmin kan een zilte [=zoute] bron zoet water geven.’ (NBG, Jak. 3:12)
De toetssteen is echter niet een tekst uit de Bijbel, die uit z’n verband gehaald wordt, in de Bijbel wordt niet gezegd ’toets de mens of hij uit God is’. De Bijbel spreekt andere taal: I Johannes 4: vers 1-3: ’Geliefden, gelooft niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn, want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
Hieraan kent gij de Geest van God; alle geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God. Een alle geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van de antichrist.’
Het gaat dus absoluut niet om de mens. Ik wil ook geen mensen aan- of afvallen! Het kan dat de mens christen is, maar, door bijvoorbeeld handoplegging (zie hfst 3.C.III), de ’gave’ van ’profetie’ of ’tongtaal’ krijgt en daarmee een andere dan Gods Geest in zich laat!
We kunnen dan deze geest, die in de mens is, blijkbaar toetsen en vragen wie Jezus Christus is. Ik heb veel meegemaakt en gezien, dat men de geest die sprak vroeg naar zijn belijden echter nooit! Blijkbaar gebeurde dat in de tijden van de Apostelen wel? Waarom toetsen wij de geest(en) niet meer? Zijn we soms bang voor de waarheid die dan naar boven zou kunnen komen?
’Nu kan ik mij best voorstellen dat een enkele onder u dezelfde fout begaat die ik vroeger heb begaan. Hoewel de Bijbel zo duidelijk is en zegt: beproef, beproef de geesten!, heb ik helaas vroeger gelezen:’Beproef de mensen of zij uit God zijn en ieder mens die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God’. Maar dat staat er niet !’(7)
Dat de waarheid die dan naar boven komt soms meer dan verschrikkelijk is, blijkt uit de ervaringen van veel zielszorgers op het ’christelijke erf’: wanneer men sommige mensen in tongen liet spreken [men kan dit dus op elk moment blijkbaar ’oproepen’ of ’opwekken’] en men vroeg de geest die dan sprak naar zijn belijden, bleek het bijna altijd om een demon te gaan, die Christus loochende!!! (8)
Lukas 8, vers 30: ’En Jezus vroeg hem: wat is uw naam? Hij zeide: Legioen; want vele geesten waren in hem gevaren’ (NGB-vertaling). Jezus ondervraagt de geesten in de bezetene, en zij antwoorden Hem!
In de pinkster- of charismatische beweging en andere gemeenten waar - momenteel- in ’tongtaal’ word gesproken en waar ’profetie’ voorkomt, heb ik deze toetsing niet mogen aanschouwen. Ik denk echter dat het zeer Bijbels is om de geesten te toetsen/beproeven.
Wat zou er gebeuren wanneer we dat gaan doen? Welke geest zou er spreken?
PROFETIE EN TONG, VOOR WIE/DOOR WIE?
De ’tong’ en ’profetie’ zoals wij die nu kennen uit de pinkster- c.q. charismatische- beweging wijs ik, op grond van het voorgaande, af. Toch spreekt de Bijbel over het spreken in talen en profeteren. Het zal dan ook, is mijn overtuiging, voorkomen dat men in een taal spreekt, of een bijzondere mededeling van God krijgt om door te geven aan een ander.
Voor wie?
Wat was het bijzondere aan het feit, dat de Joden -uit alle landen verzameld- die bijeen waren in Jeruzalem, de discipelen van de Here in de talen van de (in Joodse ogen) heidense volken hoorden spreken?
En dan ook nog over ’de grote werken van God’ (Handelingen 2:11). We mogen aannemen dat God -in het Oude Testament- tot de Joden sprak (bijv. Mozes) in hun eigen taal.
God was de God voor Isra‰l, niet voor de heidenen. Hij openbaarde zich zelfs in andere landen in hun eigen taal, vgl. bijvoorbeeld het verhaal van Koning Belsassar, in het Oude Testament. Deze was Koning over het rijk van Babel. Hij hield een feest met al zijn machthebbers, en hij liet het Tempelgerei brengen en de Koning, z’n machthebbers, vrouwen en bijvrouwen, dronken hieruit. Hij roemt dan de afgoden (goud, zilver, koper etc.). Dan verschijnt er een rug van een hand. De hand schrijft op de wand. De Koning zelf is kompleet overstuur, laat z’n waarzeggers komen -die er ook geen raad mee weten- etc. Uiteindelijk wordt Daniel gehaald: hij leest wat er staat. Een waarschuwing aan de Koning: Zijn koningschap is geteld, hij is gewogen en te licht bevonden en zijn koningkrijk is aan de Meden en Perzen gegeven (Daniel 5, verzen 1-30).
Isra‰l verwierp de Koning, de Messias, Jezus. Hierdoor werd Isra‰l tijdelijk terzijde gesteld en daardoor kregen de heidenen de kans God
te leren kennen. Hij openbaart zich, door zijn Geest, in de heidense talen aan de heidenen.
In de eerste plaats is dit dus een teken aan de Joden: God is nu niet meer exclusief voor het Joodse Volk. In de tweede plaats is dit (ook) een teken voor de discipelen: God is er ook voor de Heidenen.
Dit komt bijvoorbeeld nogmaals tot uiting in Handelingen, hoofdstuk 11. Petrus verhaalt hier -omdat er (apostelen) ’uit de besnijdenis’ twisten over het feit dat heidenen het Woord van God hadden aangenomen- over het gezicht waarin hij een voorwerp als een laken zag neerdalen uit de Hemel, met onreine dieren erop. De opdracht van God was toen ’Petrus, slacht en eet!’ Petrus ziet tot driemaal toe dit gezicht en besluit dan mee te gaan om het evangelie aan de heidenen te prediken.
Het resultaat: ’En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals ook op ons in het begin’.
In Handelingen 10 vers 46 staat dat zij in talen spraken, nadat de Geest op hen viel. Dan pas zegt Petrus:’Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, die de Heilige Geest ontvangen hebben, evenals ook wij?’. Hoewel Petrus dus al wist dat het evangelie ook voor heidenen was -door het gezicht- besluit hij pas, nadat hij hoort en ziet dat de Heilige Geest op hen kwam, dat zij gedoopt moeten worden. Petrus is een Jood. Door de hele Bijbel heen zien wij dat de Joden een volk zijn van ’eerst zien, dan geloven’, zij verlangen een teken (vgl. I Kor. 1:22).
Het komt mij voor, dat het spreken van talen een speciaal
teken was/is voor de Jood, namelijk: dat de Heiden ook deel
had gekregen aan het volk van God.
De brief aan de Gemeente te Korinthe ondersteunt dit idee. Korinthe was namelijk een belangrijke haven- en handelstad waar veel joden woonden. Het zou dan niet verwonderlijk zijn dat er (veel) in talen gesproken zou worden; het is tot een getuigenis voor de Joden aldaar (zie ook hfst. 5, ’Korinthe’).
Tevens spreekt Paulus in de Korinthe-brief: ’Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen’ (I Kor. 14:22). Dat is ook in overeenstemming met wat gebeurde in Handelingen, nadat de Heilige Geest was uitgestort, en Petrus zijn toespraak had gehouden tot al het volk: ’Zij dan, die zijn woord gaarn aannamen, werden gedoopt; en er werden op die dag tot hen toegevoegd omtrent drieduizend zielen.’ (Handelingen 2:41)
Het was volstrekt nieuw voor de Joden, God openbaarde zich in andere (heidense) talen, Hij maakte zich bekend op een zeer bijzondere manier! De profetie van Jo‰l 2:28 ging op dat moment (ten dele) in vervulling! ’uw zonen en dochters zullen profeteren’ (Jo‰l 2:28). Dit gedeelte wordt vaak aangehaald als de ’tongtaal’ verdedigd wordt. De Here sprak dit echter niet tot de Christenen, maar, tot de Joden. Jo‰l richtte zich niet tot christenen. Het is mijns inziens dan ook niet correct dit op de christenen te betrekken! De reaktie van de Joden was: bekeren (omkeren) tot God!
Ik ken echter niemand die tot geloof is gekomen door de hedendaagse ’tongtaal’, of, door een hedendaagse ’profetie’. Terwijl Paulus zegt: ’Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden dat God inderdaad in uw midden is.’
Voorwaarde(n)
De voorwaarde die in de pinkster- c.q. charismatische- beweging wordt aangegeven voor het ontvangen van, of gedoopt worden in, de Heilige Geest is vaak:
1) bekering;
2) doop;
3) doop met de Heilige Geest, dmv handoplegging.
Met als gevolg van deze handeling (handoplegging) het
spreken in tongen, profetie etc.
De voorwaarde die de Bijbel stelt is geheel anders:
Handelingen 2 vers 38: ’En Petrus zei tot hen: Bekeert u, en laat een ieder van u gedoopt worden in de naam van Jezus Christus en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen’.
Gave (m) gift; talent
(Prisma, Nederlands Woordenboek)
De ’Gave van de Heilige Geest’ is dus eigenlijk: de gift (kado) van de Heilige Geest. Iedere gelovige, gedoopte, Christen ontvangt de Heilige Geest. Er staat niets over handoplegging, er staat niet dat de ’gave van de Heilige Geest’ hetzelfde is als ’tongtaal’ of ’profetie’. De Gave van de Heilige Geest is ook iets geheel anders dan de gaven (m.v.) van de Heilige Geest.
Het onderscheid tussen het ontvangen van de Heilige Geest (’de Gave van’ = enkelvoud) en het ontvangen van de gaven (meervoud) van de Heilige Geest ontbreekt ten enen male bij de pinkster- c.q. charismatische- beweging.
Nogmaals: ieder tot geloof gekomen en gedoopt mens ontvangt de Heilige Geest. Ik mag er dan ook zeker van zijn dat de ’Gave van de Heilige Geest’ ook door mij ontvangen is. Al uit dat zich dan niet in ’tongen’ of ’profetie’. Het spreken in de ’tongtaal’ is ABSOLUUT GEEN bewijs van het ontvangen van de Heilige Geest, integendeel, zelfs spiritisten spreken deze ’taal’!!
Door wie?
Een ding is mij zeker opgevallen in de gemeenten die ik de afgelopen jaren heb bezocht: de ’profetie’ die wordt uitgesproken kan, op grond van een aantal dingen de ’toets’ niet doorstaan.
Opvallend is, dat er in de gemeenten zeer vaak door een zuster wordt ’geprofeteerd’. Dit is in strijd met de Bijbel. Het is opvallend dat Paulus, in de Korinthe-brief, na in hoofdstuk 12, 13 en 14 te hebben uitgelegd wat gaven van de Geest zijn, het volgende ver- of gebod geeft:
I Korinthe 14 vers 34: ’Laten uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen, want het is hun niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, zoals ook de wet zegt.’
Paulus zegt het niet voor niets na dit zo belangrijke en vaak mis-of gebruikte deel over de gaven dat vrouwen in de Gemeente (in de samenkomst) niet mogen spreken! Ik denk dan ook dat dit gebod juist verband hield hiermee, niet met andere zaken! In de ’Evangelische’ stromingen wordt zo vaak gewezen naar de ’Reformatorische’ oftewel ’Gereformeerde’ kerken, met het verwijt dat vrouwen in deze kerken preken, en dus spreken in de gemeente. Is een ’profetie’ uitspreken - een zogenaamde rechtstreekse boodschap van God- in feite niet exakt hetzelfde, of, is het misschien nog wel veel erger? Ik geloof het laatste!
C.III) TEKENEN EN KRACHTEN
Binnen de pinksterbeweging is veel ruimte voor zg. ’tekenen en krachten’ dat wil zeggen dat er bijzondere tekenen zijn en ’krachten’ geschieden, door ’de geest’. Dit gaat bijna altijd met handoplegging gepaard.
Handoplegging (I)
Wat is handoplegging? Het is het gebruik om mensen de hand op het hoofd te leggen, of, er vlak boven te houden. Het gebruik van de handoplegging is binnen de pinksterbeweging zeer stevig ingeburgerd. Ook bij Isra‰l en binnen de gemeente(n) in het Nieuwe Testament was het verschijnsel handoplegging bekend. Meestal hield dit in dat er sprake was van een zegen. Opvallend is dat de Bijbel, m.n. het nieuwe testament, een waarschuwing geeft, mbt. de handoplegging:’Leg niemand overijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden van anderen, houd u rein’ (I Tim. 5:22, NBG). Als we de tussenzin eens weglaten staat er dus (vrij vertaald): Leg iemand niet te snel de handen op hou je(zelf) rein. Waarom staat dit zo expliciet in de schrift? En, wat is het verband tussen handoplegging en jezelf rein houden?
Ik hoop dat in het komende gedeelte duidelijk te kunnen maken.
’Vallen in de geest’
Het was in ongeveer 1980/1981 dat er in de pinkstergemeente(n) in Nederland een evangelist uit Zweden een ’tournee’ maakte langs veel pinkstergemeenten, zijn naam: Johanson (inmiddels overleden vanwege een hartaanval). Hij bracht een nieuwe ’werking van de geest’ of ’kracht’: het ’vallen’ (tegenwoordig: rusten) in de ’geest’. Wat gebeurde er? Johanson riep de mensen -tijdens de dienst- op om naar hem toe te komen, ging in gebed met hen, legde hen de handen op en ’plotseling’ viel men achterwaarts op de grond! Men was geheel buiten westen. Na verloop van tijd stond men op en getuigde van ’een wonderheerlijk gevoel’, ’kleuren’ te hebben gezien, enz. Dit vallen werd verdedigd met de meest onmogelijke Bijbelteksten, zoals bijv. Dani‰l 10:9 en Openbaring 1:17. Beide Bijbelplaatsen gaan over het verschijnen van Christus. Dani‰l en Johannes vallen dan niet achterover, integendeel: ze vallen ’bezwijmd op het aangezicht’ en ’als dood voor zijn voeten’. Nog veel en veel meer teksten worden ter verdediging van dit verschijnsel (het vallen in de geest) aangevoerd: zoek ze ALLE na en u zult zien: men viel NIET achterover in een extase of ’flauwte’ zoals heden gebeurd, daar is niet de geringste aanwijzing voor..
Interessant detail: onze eigen voorganger viel NIET, maar liet later wel anderen achterover vallen. Wanneer iemand achterover viel riep hij triomfantelijk ’Kijk, ik heb niks in m’n handen hoor!’. ALSOF HET HIER OM EEN GOOCHELKUNSTJE GING !!!!
Hij was niet de enige die zo werkte of er zo mee omging, vele voorgangers waren trots op het ’kunstje’ wat ze nu konden doen.
Een bekend persoon op dit gebied is John Wimber (9).
In het begin was het vallen nog wel eens ter diskussie, tegenwoordig is het bij de meesten een geaccepteerd verschijnsel. Het verschijnsel wordt niet eens meer vanuit de Bijbel verdedigd. Gelukkig komen er weer enige skeptische geluiden omtrent dit verschijnsel (waarvan ik -100%- zeker ben dat het occult is).
VREEMD VUUR !!
Een van de kritische geluiden komt zelfs -ook voor mijn broeders en zusters binnen de pinksterbeweging- uit een zg. ’niet verdachte hoek’: bijgaand een weergave van een gedeelte van een artikel uit Het Zoeklicht, 68e jaargang, 8/8/1992, nr. 10, geschreven door br. J.J. Frinsel. Br. Frinsel was tot voor kort direkteur van ’Tot Heil des Volks’, Amsterdam, en vele jaren voorzitter van de Broederschap van Pinkstergemeenten, een overkoepelend orgaan van 46 gemeenten en 18 gemeenten waarvan de voorganger is aangesloten bij de broederschap, in totaal de vertegenwoordiging van + 10.000 mensen (10). De voorganger van de eerste pinkstergemeente die ik bezocht behoorde indertijd eveneens tot de persoonlijk aangesloten voorgangers.
’Ik heb onlangs een videoband bekeken van een optreden van een zekere Benny Hinn, een Amerikaan met een wat oosters uiterlijk. Vorig jaar heeft hij in Amsterdam een voorstelling gegeven en daarbij heeft hij beloofd dit jaar opnieuw ons land met een bezoek te zullen vereren. Hij profeteerde daarbij dat de inmiddels voorbijgegane twaalf maanden in Nederland een opwekking te zien zouden geven. Wie zou niet gewenst hebben dat hij gelijk had gekregen? [De zoveelste ’profetie’ mbt. dit thema, ook de zoveelste ’profetie’ die weer niet uitgekomen is, dit is derhalve een valse profeet, D.T.].
* * *
Uit deze inleiding zult u al begrijpen dat ik niet bepaald gesticht ben door het bekijken van de werken van deze man, die als ’werken Gods’ werden gepresenteerd. Het was een weerzinwekkende vertoning en het is onbegrijpelijk dat christenen zich lenen om aan zulke komedies mee te doen, opvoeringen die niets van doen hebben met het Heilig Evangelie van de Here Jezus Christus. In de bewuste samenkomst kwam de Bijbel er helemaal niet aan te pas. Wel werd die door Benny enkele malen ter hand genomen, maar evenzovele malen legde hij hem weer terzijde zonder er maar een letter uit te lezen. Hij vroeg de aanwezigen welliswaar Johannes 1 op te slaan, maar de Heilige Geest liet hem niet toekomen aan zijn preek, zo vertelde hij [???? Dit wordt vaker beweerd door dergelijke lieden. Je zou bijna geloven dat de Bijbel niet open mag op dergelijke bijeenkomsten! D.T.]. De ’Zalving’ was al aanwezig en hij kon zo met zijn bediening beginnen. ’De zalving is in mijn hand’ verzekerde de evangelist zijn toehoorders en joeg het ene gewillige slachtoffer na de andere tegen de vloer. Maar hij kon het ook met losse handen. En met blazen ging het ook. Zelfs als hij zijn colbertje uittrok en dat naar iemand wierp, viel zo’n persoon ruggelings ter aarde. De zaal was enthousiast. ’Willen jullie het ook hebben?’ ’The anointing (zalving) is in my hand’. Ja, men wilde het ook hebben. Uit de losse pols de Heilige Geest uitdelen! ’Geef de Heer een applaus’. Nee, dat is geen spotternij van mij, maar de overmoed van een man die alle verhoudingen uit het oog heeft verloren en gewillige figuranten vindt onder christenen die verzuimen zulke dingen te toetsen aan Gods Woord. Benny Hin is helaas de enige niet die op deze manier bezig is. Er is een markt voor deze zaken en waar het aas is, verzamelen zich de gieren.
* * *
Benny Hinn riep, blies of sloeg met zijn hand in de lucht. En daar ging een deel van de zaal achterover. Daarna een ander deel. Tenslotte allemaal tegelijk. Men noemt dat achterover vallen: ’rusten in de Geest’.
* * *
Waarom laten mensen zich zo manipuleren? Waarom spelen ze zo’n spel mee? Uit angst om anders niet voor ’vol’ te worden aangezien? Wie wil ons wijsmaken dat dit van God komt? Als je zulke bijeenkomsten aan de Bijbel toetst blijft er niets van over. (..) De Bijbel roept ons op om kritisch te zijn en de geesten te beproeven of ze uit God zijn. Wat op samenkomsten als boven omschreven gebeurt, is niet het werk van de Heilige Geest. Het is een spel van mensen die in het vlees bezig zijn en zielskrachten losmaken. Onderschat dat niet. Het zijn de krachten waaruit de oude mens leefde omdat zijn geest dood was vanwege de zonde. De nieuwe mens echter is wederom geboren en leeft door de Heilige Geest die in hem woont. (..) ’En wat u betreft, de zalving die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar, gelijk Zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft.’ (1 Joh. 2:27). De Bijbel waarschuwt ons tegen het optreden van dwaalleraars. Naarmate de wederkomst van de Here Jezus Christus nadert, wordt dit nog erger. We hebben de taak om dat aan de kaak te stellen en er tegen te waarschuwen. Als we er vanuit moeten gaan dat deze mensen het allemaal toch goed bedoelen, dan moeten we vaststellen dat ze de schrift niet verstaan en niet beseffen waar ze mee bezig zijn. Ze spelen met VREEMD VUUR. Houd u er verre van !’
J.J. Frinsel
* * *
Het is toch letterlijk om te huilen?! Dat christenen zich met deze verlakkerij van de satan willen inlaten! Waarom roept de schrift ons op om alle dingen te onderzoeken? Doen we dat wel? We laten ons meesleuren met de massa. Elke hypnotiseur kan deze ’kunstjes’.. Het heeft, zoals br. Frinsel -terecht- concludeert niets, maar dan ook niets met Gods Woord te maken.
Ik schreef al ’Je zou bijna denken dat de Bijbel niet open mag op dergelijke bijeenkomsten’.. En, dat is ook zo. De tegenstander van God, de satan, wil absoluut niet dat deze verschijnselen, die -in Nederland- tienduizenden gelovigen in de macht houden, getoetst worden aan de schrift! Stel u als gelovige hieraan niet bloot. Vermijd plaatsen waar dit gebeurd (Vierhoutenconferentie; de Bron in Dalfsen)! Het is niet uit rancune dat ik hier zo fel op ben, nee, juist omdat ik heb ervaren welke geest hier werkt en ik weet zeker dat dat Gods Geest niet is !
Handoplegging (II)
Wat heeft het voorgaande met handoplegging te maken? Handoplegging is altijd het symbool -ook in de Bijbel- van het overdragen van iets. Een zegen bijvoorbeeld of het overdragen van een gave [vgl. II Tim. 1:6, Paulus spoort Timotheus aan zijn gave (prediken/leren) die door zijn, Paulus, hand-oplegging in Timotheus is, ’aan te wakkeren’].
Handoplegging nu:
1) de betreffende voorgangers ontvangen de ’gave’ van het
anderen laten ’vallen in de geest’ na handoplegging door
een ander, die deze ’gave’ ook heeft. Ook profetie en
tongenspreken wordt door handoplegging overgedragen;
2) binnen het occultisme wordt handoplegging gebruikt om op de
ander (de ontvanger) bepaalde ’gaven’ over te dragen.
Het is dus duidelijk dat door een ander de handen op te leggen, door deze handeling, dingen van de ene op de andere mens kunnen worden ’overgedragen’. Daarom wordt er in de schrift gewaarschuwd voor het overhaast opleggen van de handen! Er vindt overdracht plaats van onzienlijke, geestelijke dingen! Wanneer nu een voorganger/evangelist zich inlaat met de satanische namaak van Gods Geest, dan kan hij deze namaak dus ook overdragen op de -onschuldige en hiervan totaal niet bewuste- ’ontvanger’, die hierna eveneens ’besmet’ is hiermee en het verder ’overdraagt’ aan anderen! Een aardig detail is dat men, wil men ’vallen in de geest’, hiervoor moet ’openstaan’. Wanneer men dat
niet doet zal het -meestal- niet gebeuren, al kan ik experimenten op dat gebied zeker NIET aanbevelen!
Daar het ’vallen in de geest’ namaak is, is er reeds sprake
van een zeer brede ’besmetting’ binnen evangelische
gemeenten.
C.IV GENEZING
Wie kent er niet de verhalen uit het Nieuwe Testament, over de genezingen die Jezus verrichte toen hij nog op aarde was? Onder het motto ’Hij is gisteren en heden dezelfde’, ’Zijn striemen hebben onze ziekten gedragen’ etc, etc. Worden er grote genezings- bijeenkomsten gehouden. De mensen zijn enthousiast: God geneest! Lichamelijke klachten, ziekten, het hoeft niet meer!
feit: de meeste ’genezingen’ binnen de pinksterbeweging gebeuren na de diskutabele handoplegging;
feit: slechts bij + 1 procent van de mensen die ’genezen’ zijn is er sprake van medisch aantoonbare genezing. Klein voorbeeld: ’John Wimber (zie hfst. 4) geeft talloze anekdotes over miraculeuze genezingen, maar op de conferentie van Sidney kon hij niet een geval noemen dat christen-artsen konden verifi‰ren. John Wimber claimt een resultaat van 1 op 200, dat is 1/2%, in het genezen van het Down-syndroom, wat niet uitgaat boven het resultaat van professionele werkers in de gezondheids-zorg’. (11)
Ook ik was indertijd onder de indruk van de wonderbaarlijke genezingen binnen de pinksterbeweging. Dat is toch ook niet verwonderlijk? Je zag mensen bij wie benen aangroeiden, vergroeide armen herstelden, mensen die -zo zeiden ze- verlost waren van demonen, ’innerlijke genezing’ ervaarden, voor altijd genezen van rug- en hoofdpijn, enzovoort.
Er opereren in Nederland diverse ’gebedsgenezers’, zoals Johan Maasbach en mw. Martie Haaijer.
Johan Maasbach (en familie)
Johan Maasbach heeft een eigen organisatie, de Johan Maasbach Wereldzending (JMWZ), eigen gemeenten in Nederland en IndonesiEen er zijn door de JMWZ enkele kindertehuizen gesticht in IndonesiE Verder is er een eigen maandblad ’Nieuw Leven’. In de JMWZ -de naam doet het reeds vermoeden- draait alles om Johan Maasbach en ’zijn bediening’. Tegenwoordig doen ook zijn kinderen, w.o. David Maasbach, een duit in het zakje.
Uit de advertenties van de JMWZ lijkt het je toe te schreeuwen: ’Kom bij ons, God doet wonderen bij ons!’ Een paar citaten uit een aantal advertenties: ’Deze dag zal grote blijdschap en overwinning geven aan allen die zullen komen (..) God heeft een wonder voor u. (..) Kom en ontvang uw wonder van God’. Het lijkt wel alsof de wonderen op afroep verkrijgbaar zijn! Ik vind hier weinig respekt voor God in terug!
Martie Haaijer
’Sins 1981 belegt de st. Obed onder leiding van Martie Haaijer diensten ’met tekenen en wonderen’. Haaijer wordt in 1975 in een dienst van Kathryn Kulman, waar zij samen met een katholieke zuster naar toe gaat, genezen van kanker. Kulman profeteert dan dat zij een getuige zal zijn in haar eigen land. Haar samenkomsten dragen hetzelfde karakter als die van Kulman. Ook krijgt zij ’woorden van kennis’ over ziekten en zonden van aanwezigen’ (12) Bij de bijeenkomsten van Haaijer zien we de volgende verschijnselen: Er wordt gezongen in tongen, men valt ’in de geest, zij ’ziet de ziekte/zonde’ bij personen (een waarzeggende geest, helderziende gave ?). Zij past handoplegging toe.
Kathryn Kulman
Over Kulman, de vrouw die Haaijer genezen heeft, valt ook het een en ander te vermelden: ’Laat ik jullie vertellen over een van de beste under-cover [geheime] agenten van de R.K. Kerk. Zij was van de (R.K.) orde van ’Maria-zusters’ en had een speciale opdracht: penetreren in de pinkstergemeenten en binnen de protestantse kerken dmv de charismatische beweging. Zij was een meester in hypnose en had enorme ’psychische krachten’. Deze vrouw, die door haar evangelisatie- en genezingscampagnes wereldberoemd werd, deed een geweldig werk voor Rome. Zij moest de ’ethische codes’ van Rome binnen de gemeenten brengen. Dit was haar methode:
- behandel ’teruggegleden’ roomsen alsof ze reeds bekeerd zijn;
- Roomse charismatischen aanmoedigen binnen hun eigen kerk te blijven;
- ze had nonnen en priesters op het podium bij haar diensten, om protestanten te overtuigen dat ook dezen behouden waren.
Als beloning voor haar geweldige werk voor Rome, werd haar een audi‰ntie bij de Paus toegestaan. Begrijpt u wel wat dat betekend?
Een persoon die bij de Paus komt, moet voor hem buigen, en daarmee erkennen dat de Paus de ’plaatsvervanger van christus’ op deze aarde is. De Paus geeft dan zijn speciale zegen aan zo’n persoon vanwege zijn of haar ’goede werk’ voor Rome. De Paus heeft deze speciale zegen NOOIT aan een ’ketter’ [een protestant, iemand die hem niet ’erkend’] gegeven. Dit is strikt verboden in de kanonieke wetten van de R.K. Kerk. Nog enkele feiten:
- 60 % van haar toehoorders was Rooms;
- Zij riep christenen op tot ’eenheid’;
- Er werd een speciale mis voor haar gehouden in Las Vegas.
Haar naam? Kathryn Kulman.’ (13)
Nog een citaat mbt. Kulman: ’Tijdens de bijeenkomsten wees Kathryn mensen in de zaal aan die volgens haar zojuist genezen waren. Dat gaat urenlang door en alle genezenen wordt gevraagd naar voren te komen. Zij houdt elk de handen boven het hoofd en bidt, waarna de genezenen achterwaarts op de grond vallen. (..) Als ze weer op staan geven ze te kennen een wonder-heerlijk gevoel te ervaren. Dr. Koch heeft dit persoonlijk bij anderen meegemaakt en zag zelfs predikanten en een roomse priester achterover vallen. Zoiets doet de Heilige Geest nergens in de schrift. Ook is hier niet eenvoudig van hypnose sprake; artsen, predikanten, wilssterke personen kunnen niet zomaar door middel van hypnose van een vrouw onderuit gehaald worden. Ook de vaak trefzekere aanduidingen van de zitplaats van de patienten en van hun ziekten ruiken zeer sterk naar mediamieke gaven. Sommige waarnemers hebben haar na lange studie zonder meer een medium van satan genoemd.’ (14)
Opvallende punten bij de genezers zijn:
- weinig respekt voor God;
- gebruik van handoplegging, vallen in de geest, spreken in tongen, profetie‰n, etc.
- onjuist Bijbelgebruik.
Op het laatste wil ik nog even ingaan:
Wat mij het beste in herinnering is gebleven van de keren dat ik gebedsdiensten/genezingsdiensten heb meegemaakt is wel het volgende: in een samenkomst was er een vrouw die Multiple Sclerose (MS) had, een ongeneeslijke en dodelijke ziekte. Zij zat in een rolstoel. Er was een ’gebedsgenezer’ die haar zou genezen. Dit lukte niet. Zijn reaktie tegenover de vrouw: ’U hebt geen geloof genoeg’. De opmerking dat de zieke geen geloof genoeg heeft om te genezen kom je zeer vaak tegen. Het is echter een zeer onjuiste Bijbel-intepretatie. Vgl. bijvoorbeeld de geschiedenis van de genezing van een maanzieke. De discipelen probeerden de boze geest uit de jongen uit te drijven, maar konden het niet. Jezus echter geneest hem dan. ’Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij met Hem alleen waren: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven? Hij zeide tot hen vanwege uw kleingeloof’. (Mat. 17:19-20)
Laat het duidelijk zijn: de genezing hangt af van de mate van het geloof van de genezer, niet van de zieke !!!
Visualisatie
Een veel toegepast methode voor o.a. het bewerken van ’genezingen’ binnen de pinksterbeweging is de zg. ’visualisatie-methode’.
Wat is dit nu precies? ’Al of niet in trance, maakt men zich een krachtige voorstelling van dingen die men hebben wil of van een situatie die men zich wenst. Met deze techniek probeert men personen en situaties te be‹nvloeden. Het is een vorm van gedachtenkracht. De wicca’s (moderne heksen) werken ermee in hun rituelen. Met visualisatie-technieken probeert men de werkelijkheid te manipuleren’ (15/1).
Enige tijd terug was er enige commotie rond de drama-serie ’Medisch Centrum West’ van de TROS. In deze serie was een van de doktoren ziek. Hij had een -ongeneeslijke- vorm van kanker. Zijn oplossing was de zg. ’visualisatie’. In de praktijk wil dat zeggen dat men de ziekte ’voor zich ziet’ en dan deze vernietigt door de genezing van de ziekte eveneens ’voor zich te zien’, zich er extreem op te richten. Binnen de NEW AGE beweging is dit een populaire remedie tegen ziekte. Ook zou het helpen je te richten op de genezing dmv. ’positief denken’. In deze serie geneest de arts door de visualisatie-oefeningen. Dit was aanleiding voor Sonja Barend (VARA TV) de acteur uit te nodigen in haar programma. Zijn kommentaar: ’Ik geloof er absoluut niet in’. Duizenden Nederlanders echter wel!
Ook binnen de pinksterbeweging wordt deze methode onder andere gebruikt voor de genezing van zieken: ’Genezing door Visualisatie. Een sleutelfiguur voor het herontdekken van genezingsdiensten (de ’innerlijke genezing’) is A. Sanford. (..) A. Sanford genas door visualisatie, ’innerlijke genezing’. Door een voorstelling van Jezus te maken, krijgt men deel aan zijn goddelijke kracht. D. Hunt schrijft in ’The seducation of christianity’dat deze visualisatietechnieken bekend zijn uit de heidense wereld, met name bij de sjamanen. Zij geven een snelle en direkte toegang tot de geestenwereld’(15/2).
Genezing in deze tijd.
Kan het wel, mensen die door een wonder van God genezen? Ik ben er van overtuigd! Maar, het gaat niet goed als wij als mens een genezing denken te kunnen afdwingen van God! Gebed voor een zieke, op de manier zoals omschreven in Jakobus 5:14-15, kan. Toch gebeurt het dat een zieke niet genezen wordt, zoals bijvoorbeeld Paulus: ’Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen. Driemaal heb ik de Here hierover gebeden, dat hij van mij zou aflaten. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid.’ (II Kor. 12:7-9, NBG)
In het begin van dit gedeelte schreef ik: ’De mensen zijn enthousiast: God geneest! Lichamelijke klachten, ziekten, het hoeft niet meer!’
Het is pertinent niet waar dat alle lijden (ziekte e.d.) ons als christen bespaard blijft, integendeel! Wij zijn nu eenmaal nog in ons oude ’aardse’ lichaam, met alle gebreken van dien. Hoewel we een nieuw leven (geestelijk) hebben gekregen, moeten we soms toch nog erg veel lijden. De lering binnen de pinksterbeweging dat de ziekte overwonnen is, is dan ook een dwaling en in tegenspraak met de praktijk. Ziekte en dood zijn er nog steeds. Wij hebben nu eenmaal een sterfelijk, zondig, lichaam. Pas bij de opstanding zal dit veranderd zijn. Hoe erg dit ook is, want er is veel lijden! Soms doet God een wonder, Hij kan genezen als Hij dat wil. Soms moeten we, geloof ik, accepteren dat er ziekte en (vroege) dood is. Ik geloof, en dat is mijn troost in dit opzicht, dat later, wanneer we voor altijd bij Hem zijn, ons helemaal duidelijk zal zijn waarom het zo is geweest.
D) WEDERKOMST
De Wederkomst van Christus staat centraal in vele reformatorische en evangelische stromingen. Verschillende visies zijn er genoeg, maar het belangrijkste is dat wij, als christen, de wederkomende Here verwachten.
Visie van de pinksterbeweging
De visie van de pinksterbeweging [kort samengevat] is dat de Here terug zal komen naar de aarde om de gelovigen tot Hem te nemen.
Daarna zal de wereld een grote verdrukking te verduren krijgen, waarin er voor de mensen, die achterblijven, een ’hel op aarde’ losbreekt. Na deze periode zal de Here terugkomen en dan zal er sprake zijn van een duizendjarig vrederijk. Dit is eveneens de zg. ’Chiliastische visie’, die ikzelf ook aanhang.
De wederkomst van Christus (en de opname van de gelovigen) valt o.a. af te leiden uit het volgende Bijbelgedeelte:
’Want de Heere zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en zij die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaat. Daarna zullen wij die levend overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heere zijn. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden’ (I Thessalonicensen 4:16-18).
Deze opname, zo geloof ik, zal zijn voor, of in het begin, van de grote verdukking. Vgl. Mattheus 24:15-22, Openbaring 3:10 ’u bewaren uit het uur der verzoeking’, ’en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, die ons verlost van de komende toorn.’ (I thes. 1:10). Na deze grote verdrukking zal de Heere weerkomen (2de komst), vlgs Openbaring 19:11 en Hij zal de satan overwinnen en voor 1000 jaren binden (Openb. 20:3).
Dan zal er een tijd aanbreken, vlg. Openbaring 20: 4-6, waarin er 1000 jaren vrede zal zijn en de gelovigen met Christus zullen regeren: ’zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren’ (vrs. 4) en ’zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren duizend jaren’ (vrs. 6). In deze gedeelten wordt gedoeld op de christenen. Het jammerlijke is dat de kerken, die lang hebben geleerd dat zij het ’geestelijk Isra‰l’ zijn, geloven dat zij deze verdrukking moeten doorstaan, nav. Math. 24:15-20. Dat is niet het geval, omdat het hier over de Joden (= Isra‰l) gaat. Immers, er staat bijvoorbeeld duidelijk: ’laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen’. Hoe zou dit ’geestelijk’ moeten worden verstaan? (16) Echter, ook hiermee is het als met de doop: Ik wil hier geen strijdpunt van maken: het belangrijkste is dat wij Christus kennen en Hem dienen. Waar de reformatorische en evangelische stromingen het echter altijd over eens zijn is: ’Doch van die dag en die uur weet niemand, ook de engelen van de hemelen niet, behalve Mijn Vader alleen’ (Mattheus 24:36). Dwz. wij weten niet het (exacte) tijdstip van de wederkomst van de Here. En dat is waarin de pinksterbeweging sterk afwijkt!
Er zijn nl. binnen deze beweging ’profetie‰n’ geweest, waarin bijna alle gelovigen binnen deze kringen geloven, dat de Heer niet voor het jaar 2000 zou terugkeren. Men heeft dan ook binnen deze beweging akties gepland die lopen tot na het jaar 2000, op grond van deze ’profetie‰n’. Ook zijn er voorgangers die beweren dat zij hebben gezien, in ’visioenen’, welke gemeenteleden er wel en welke niet zouden worden opgenomen. Ik denk dat het overbodig is om hiervan aan te tonen dat dit niet Bijbels is. Wij moeten waken en verwachten omdat wij niet weten wanneer de Heer precies zal komen: ’Waakt dan, want gij weet de dag niet, noch het uur, wanneer de Zoon des mensen komen zal.’ (Mattheus 24:13). ’en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft, namelijk Jezus, die ons verlost van de komende toorn’. (I Thess. 1:10).
4) DE KORINTHE-BRIEF (I Korinthe)
Basis voor de leer van de ’gaven van de geest’, is, volgens de pinksterbeweging, en de Charismatische beweging, Hand. 2:1-13 en de eerste Korinthe brief, om precies te zijn hoofdstuk 12 en 14.
Het is echter een slechte zaak wanneer we, als gelovige, slechts een bepaald gedeelte (hoofdstuk) van de Bijbel als basis nemen voor onze leer c.q. overtuiging, en niet deze gedeelten in zijn context plaatsen. Wil men zien waarom de leer van de pinksterbeweging mbt. de gaven afwijkt van de Bijbel, dan is het absoluut noodzakelijk de genoemde gedeelten in zijn context te laten en gedeelten niet buiten de context te plaatsen.
Eerste vraag die wij onszelf kunnen stellen is: Waarom schreef Paulus de Korinthe-brief? Het is noodzakelijk om daarvoor de Korinthe-brief (globaal) eens te bekijken.
- binnen de gemeente van Korinthe zijn alle gaven (1:7) maar: er zijn twisten onder hen (1:11);
- Paulus kan niet tot hen spreken als geestelijke mensen, zij zijn nog steeds ’baby’s’ in het geloof en kunnen daarom geen ’vast voedsel’ eten maar moeten ’melk’ drinken (3:1-2). Tevens zijn zij ’vleselijk’ (3:3), er is nl. tweedracht onder hen (1:11, 3:3);
- sommige zijn ’opgeblazen’ dwz. zij hebben een hoge dunk van zichzelf (4:18);
- er is grove zonde binnen de gemeente, een hoererij die zelfs onder de heidenen niet voorkomt (5:1-13);
- men doet elkaar onrecht, sleept elkaar voor de wereldlijke rechter (6:1-8);
- zij eten vlees wat uit de afgoden-tempels komt, om hiermee te offeren aan de afgoden (8:7). Paulus roept hen dan ook op dit na te laten en de afgodendienst te ontvluchten (10:1). Het is namelijk zo, dat de anderen in de gemeente eveneens hieraan deel hebben, omdat zij door het avondmaal een zijn (10:17) en daarom heeft men gemeenschap aan het offeren aan afgoden, dwz. duivels (10:20-21);
- men misbruikt het avondmaal: ’en deze is hongerig en de andere is dronken’ (11:20-22);
- hoewel er binnen de gemeente van Korinthe vele gaven zijn, kennen zij de belangrijkste niet: de liefde. Dat is duidelijk uit het voorgaande en uit hoofdstuk 12:31-13:13. Paulus moet blijkbaar nog aan hen uitleggen dat de LIEFDE de belangrijkste gave is;
- er zijn er die zeggen dat er geen opstanding der doden is (15:12).
Er zijn dus op zijn minst negen redenen waarom Paulus hun moest schrijven... en wat voor redenen ! Dat is dan de basis voor de pinksterbeweging? Dit is hun voorbeeld-gemeente? Dan prefereer ik een gemeente waar geen ’gaven’ voorkomen boven een gemeente waarin dergelijke zonden voorkomen, hoewel ze alle ’gaven’ kenden. Los van het feit dat de ’gaven’ die men heden ten dage be-oefent totaal
anders zijn dan de in de Korinthe-brief genoemde gaven (zie hoofdstuk 3. C).
Voor wat betreft punt 2, hun ’kind zijn in het geloof’ is het volgende citaat -mbt. tot het spreken in ’tongen’ - interessant: ’men kan nu alleen nog maar ’nadoen’, nabootsen, wat speciaal hoorde bij die kindertijd. Toen ik een kind was sprak ik als een kind. Maar wat toen kinderlijk was, wordt vandaag kinder-achtig. Een soort regressie (terug willen gaan van volwassenen naar het kinderlijk stadium) en de kerk [Gemeente] van Christus onwaardig. Het zou hetzelfde zijn, als wanneer een volwassen man kindertaal brabbelt [1 Kor. 13:11] We hoorden klanken als: ’Kajong toera talantji toera mi toerakanta kar’ - dikwijls herhaald. Iemand riep zelfs gedurende een hele tijd niets anders dan ’Tie, tie, tie, tie..’ wel een 50 maal. En dat werd dan vertaald als: ’Zo spreekt de Heer..’ !!! Wij achten dit infantiel gedoe.’ (17)
Dit is niet een op zichzelf staande gebeurtenis: het ’tongen-spreken’ gebeurt binnen vele pinkster- en charismatische kringen op deze manier. Ik heb het zelf vele, vele malen, op deze manier moeten aanhoren.
’Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als
een kind, overlegde ik als een kind; maar nu ik een man
geworden ben, heb ik teniet gedaan wat van een kind was.’
(1 Kor. 13:11)
5) DE GEMEENTE-GROEI BEWEGING.
Een beweging in opkomst is de zogenaamde gemeente-groei beweging. De grondlegger van deze beweging is dr. P. Yonggi Cho. Samen met John Wimber en Peter Wagner vormt hij een van de toonaangevende figuren binnen deze beweging. Deze beweging wordt ook wel de ’derde golf’ genoemd.
De idee‰n van de gemeente-groei beweging zijn onder andere terug te vinden in een boek als ’De geestelijke gaven voor de opbouw van de gemeente’ en ’Succesvolle Huiscel Groepen’ van P. Yonggi Cho. Waar alles om draait binnen de gemeente-groei beweging zijn de zg. ’huiscellen’ of, zoals te tegenwoordig ook wel worden genoemd, de kern-groepen. De grondlegger voor deze ide‰n is de eerdergenoemde P. Yonggi Cho, voorganger van de grootste ’Volle Evangelie Gemeente’ (pinkstergemeente) in Zuid-Korea.
Visie.
Dr. P. Yonggi Cho zijn visie op de gemeente-groei beweging formuleert hij als volgt: ’Ik heb echt het gevoel dat de internationale gemeente-groei beweging de noden van de kerk in de tachtiger jaren aanvoelt en aanpakt. Dit gaat het tijdperk worden van de gemeentegroei. De zestiger jaren waren een tijdperk van genezingen die meehielpen de vernieuwing van de kerk te verspreiden. De zeventiger jaren waren het tijdperk van de charismatische beweging. Nu is het tijd voor gemeente-groei. Genezingen en charismatische vernieuwing zullen de kerk geen goed doen, tenzij zij hun bijdrage aan de groei van de gemeente leveren.’ (18) De bedoeling van P. Yonggi Cho is: de pinkster- of charismatische beweging, dmv. de gemeente-groei beweging, binnen de kerken te brengen. Dit is ook de bedoeling van Peter Wagner en John Wimber.
Celprincipe.
Wat is het celprincipe? Kort gezegd komt het principe hier op neer: een gemeente wordt opgesplitst in sectoren (wijken) en dan weer in kleinere groepen (cellen). De hele verzameling van cellen en sectoren vormen samen ’de gemeente’. Aan het hoofd van elke cel staat een cel- leider, boven hem een sector-leider enz. In schema ziet het geheel er als volgt uit:
voorganger
hulp-voorganger hulp-voorganger
wijkcel wijkcel wijkcel wijkcel
Het systeem lijkt veel op de in het bedrijfsleven toegepaste organisatieschema’s. Zo ontstaat de idee van de ’chef van de chef van de chef..’. Boven dit alles staat, als een spin in het web, de voorganger van de gemeente.
De cellen vormen, in P. Yonggi Cho’s visie, samen de gemeente. Elke afzonderlijke cel vormt echter ook een op zichzelf staande gemeente. Voor het ontwerp van dit systeem baseert Paul Yonggi Cho zich op de Bijbel, zegt hij. Nergens in de Bijbel komt echter een dergelijk systeem voor.
Cel-leiders.
Paul Yonggi Cho legt de volgende criteria aan voor de celleiders:
- Enthousiasme: De leiders moeten enthousiast zijn. Volgens hem is het het beste om nieuwe christenen te nemen voor deze taak (christenen die net tot geloof zijn gekomen);
- Getuigenis: Christenen met een duidelijk en krachtig getuigenis hebben de voorkeur;
- Toewijding: De leiders moeten toegewijd zijn aan de Heer en de Gemeente;
- Geest-vervuld: De leiders dienen ’geest-vervuld’ te zijn. Dwz. ’gedoopt met de Helige Geest’ met als uiting hiervan het spreken in ’tongen’.
- Tijd en geld: De leider dient tijd en geld beschikbaar te hebben voor zijn taak.
Mijn grootste bezwaren tegen dit systeem en de criteria die aan de leiders worden gesteld:
- de voorganger is een ’alleen-heerser’;
- de leiders dienen enthousiast te zijn, ik heb daar begrip voor, maar niet voor het feit dat hier pas tot geloof gekomen christenen tot leider moeten worden aangesteld. Dit is een riskante zaak; het betreft mensen die nog te be‹nvloedbaar zijn, het zijn als ware nog ’baby’s’ in het geloof. Een baby geef je niet de leiding in je huis.
- de leiders dienen geest-vervuld te zijn en te spreken in tongen (op z’n minst). Zie hoofdstuk 3. C. Ten overvloede: ’Geest- vervuld’ is niet af te meten aan het wel of niet spreken in tongen, maar aan iemands vruchten in zijn leven (zie o.a. 1 Kor. 13).
Gemeenten in Nederland waar dit systeem is toegepast zijn bijna allemaal zwaar beschadigd hierdoor (scheuringen, ruzie enz.).
Absolute macht.
De voorganger is een alleen-heerser in zo’n systeem. Wat dat voor gevolgen heeft kunt u zien in de gemeente van Paul Yonggi Cho zelf. Hij ziet de gemeente als zijn persoonlijk eigendom. Dit komt naar voren in zijn eigen boek wanneer de gemeente op een bepaald moment in een scheuring raakt: ’Maar bij sommige van de leidingevende mannen begon het gezag naar het hoofd te stijgen [wat wil je met ’baby’s’ die de baas zijn] (..) begonnen te denken dat de leden zich aan hun verbonden hadden in plaats van aan mij of de kerk (..) ze roofden mijn schapen! (19). ’Deze mannen hadden, doordat ik hen mijn autoriteit had gedelegeerd, de denkfout gemaakt dat de mensen hen zouden volgen. Ze kregen ongelijk, de mensen volgden mij. (20) Het zijn ZIJN schapen, ze volgen HEM, HIJ heeft de autoriteit? Binnen de pinksterbeweging is het vaak wel zo dat men zich, als gelovige, rekent tot ’de gemeente van ...’ en dan volgt er de naam van een voorganger of leider.
Een typisch geval voor de 1ste Korinthe-brief: ’Ik ben van Paulus! en ik van Apollos’ (1 Kor. 1:12-13) ?? Wij zijn als gelovige van de kudde van de Heer en volgen Hem, niet een voorganger of predikant!
De leiders zijn overigens niet vrij hun eigen programma vast te stellen voor hun eigen cel-groep. Eerst moeten ze verplicht enkele cursussen volgen (discipelschaps-trainingen, kader-cursus etc.) en daarna worden ze leider. Zelf ben ik bij een gemeente ook ’jeugd- leider’ geweest. Hierbij was ook een zg. kadertrainig min-of-meer verplicht (dit was in een baptisten-gemeente). Ze moeten zich als leider houden aan het strakke en van bovenaf opgelegde programma. ’Hoewel de leider onderwijst vanuit het Woord van God, uitgaande van het schema dat door de kerk is goedgekeurd’ (21).
Doelen stellen (visualisatie).
Paul Yonggi Cho stelt dat een voorganger (of leider van een celgroep) in geloof een aantal doelen moet stellen: bijvoorbeeld 100 leden in een jaar aan de gemeente toevoegen. Dan wordt zo’n doel ’aan de Heer voorgelegd’ en men dient dan te vertrouwen dat het zal gebeuren. En: het gebeurt!
De cellen krijgen een dwingende norm (of: doel) opgelegd. van Paul Yonggi Cho: ’Iedere celgroep moet slechts een gezin tot Christus leiden, dat is geen probleem. (..) Het is dus makkelijk te begrijpen dat we het jaar 1980 afsloten met een ledental van 150.000 (..) Nu heb ik het doel voor 1981 verhoogd tot vier gezinnen per cel. Dat betekent 80.000 nieuwe leden in de eerste helft van het jaar en 80.00 nieuwe leden in de tweede helft’ (22). Hoe een doel te bereiken? dr Paul Yonggi Cho’s methode is simpel, doeltreffend en... bekend! Hij ziet de groei voor zich, hij stelt zich voor dat er 10.000 leden bijkomen, hij ’droomt’ hiervan en brengt pas dan zijn doelstelling voor God. Als het ware wordt Paul Yonggi Cho’s norm aan God opgelegd. Hier is sprake van pure visualisatie. De begrotingen voor gemeenten worden hierop vastgesteld, nieuwbouwplannen hierop gebaseerd! Moet er, met gebruik van occulte methoden groei van de gemeente bewerkstelligd worden?
’Dr. Paul Yonggi Cho kijkt met jaloezie naar het sukses van andere religies. Het zit hem dwars dat vele Koreanen genezen door Yoga-meditatie (..) Hij ontdekt door openbaring de methode van visualisatie (..) dr. Paul Yonggi Cho zegt dat zijn kerk zo snel groeit omdat hij de methode van visualisatie toepast (..) dr. Paul Yonggi Cho beveelt occultisten aan, die door visualisatie wonderen ver-richten. Want alle mensen, ook occultisten, kunnen de wet van de vierde dimensie toepassen, aldus dr. Paul Yonggi Cho. (23). Paul Yonggi Cho heeft een boek geschreven, ’De vierde dimensie’, wat over de toepassing van deze methode (visualisering) gaat. Wat zo vreemd is: hij ziet de methode los van het geloof. Immers, ook een occultist, mits hij/zij de juiste methode toepast, kan zo genezingen doen, die gelijk zijn aan de ’christelijke’ genezingen! Het door deze man bedachte systeem, zijn leringen, zijn dus de basis, samen met de theorie-en van John Wimber (zie hiervoor bijvoorbeeld het boek ’Charisma in Golven’) en Peter Wagner, voor de huidige evangelische gemeenten (pinkstergemeenten en volle evangelie, baptisten-gemeenten etc.) om tot kwanti-tatieve groei te komen. Hoewel het streven naar groei van de gemeente op zich niet slecht hoeft te zijn, moet hier toch de Bijbel bij in ogenschouw worden genomen. Ik geloof persoonlijk dat wij in het ’laatst der dagen’ leven. De Bijbel zegt dat in die tijd de afval zou komen, in plaats van groei. Dit krampachtige streven naar groei, het zoeken naar tekenen en wonderen, etc., heeft ook een aantal zeer negatieve kanten. Een van de gevolgen is -dit weet ik uit ervaring- dat de ’Isra‰l-visie’ verdwijnt. Zo zijn er gemeenten waar (weer) de oude ’kerk=Isra‰l’ visie de kop opsteekt. Nu heet het ’de gemeente van Christus is Isra‰l’. Over de wederkomst van de Here wordt ook steeds minder gesproken, zoals ik al eerder aangaf, en de mens en zijn ervaring(en) komt steeds meer centraal te staan, in plaats van Christus.
Conclusie
Concluderend mag ik wel stellen dat de bron van de gemeente-groei beweging occult beladen is, gebaseerd op persoonlijke ambitie, en in veel gevallen de Bijbel selectief wordt gebruikt (sterker: Peter Wagner zegt zelfs dat de apokriefe boeken even gezaghebbend als de kanonieke boeken zijn !!). Op zijn minst drie redenen om deze beweging buiten de gemeente van Christus te houden! Het is opvallend dat bijvoorbeeld ook diverse (religieuze) sekten, welke ik -op grond van de Bijbel- alle als dwalingen beschouw, eenzelfde soort opbouw hebben, waarbij er sprake is van een centraal, absoluut, gezag.
’Doch de geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden
sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begeven tot
verleidende geesten, en leringen der duivelen’ (I Tim. 4:1)
6)TOT SLOT
Het is frapperend dat Paulus, nadat hij in I Korinthe 12 het een en ander over de gaven heeft uitgelegd, aan het slot hiervan meedeelt dat er iets is wat in feite veel meer is:
’Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is.’
Hierna volgt het zo bekende en veelgelezen deel over de uitnemendheid der Liefde (I Kor. 13). Ik raad u aan dat eens te lezen, ook in verband met het voorgaande. Je ziet dat het helemaal niets is, wanneer je spreekt in talen, profeteert, etc., als er geen liefde is.
Het spreekwoord zegt: ’Aan de boom herken je de vruchten’. De vruchten van de pinkster/charismatische beweging zijn niet de vruchten die je op zoek doen gaan naar de ’boom’ hiervan. Om maar eens een aantal te noemen:
- geen (of verminderd) zonde-besef;
- haat tegen andere gemeenten, neerkijken op andersdenkende
gelovigen;
- afgunst, jaloezie;
- kwaadsprekerij (roddel), etc.
Eigenlijk kan ik u gewoon naar de Bijbel verwijzen wat dit aangaat: I Korinthe!
Zelf heb ik weinig zegen ervaren van de pinksterbeweging, integendeel. Het heeft jaren van persoonlijke strijd gekost, maar nu ben ik zover dat ik geen tekenen en wonderen meer verlang: het ’teken van Jona’ is genoeg!
’Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en
hen zal geen teken gegeven worden dan het teken van
Jona, de profeet. Want gelijk Jona drie dagen en drie
nachten was in de buik van de walvis, alzo zal de Zoon
des mensen drie dagen en nachten wezen in het hart der
aarde.’ (Mat. 12:39-40)
Dit is het ’teken’ wat kan behouden, geen ander teken. Dit is het teken wat ik ken, geloof en bewaar in mijn hart. Laat het ook het uwe zijn!
LITERATUUR/BRONNEN:
BIJBEL:
Gebruikte vertaling(en):
Tenzij anders vermeld is gebruikt
- ’Ver Boven Alles Uit’ (Staten Vertaling, nieuwe testament)
Uitgave: St. Evangelie Lektuur
Molenstraat 8
2961 AL Kinderdijk
- Nieuwe Vertaling (’NBG’ 1951). Uitg. Nederlands Bijbel-
genootschap, Haarlem.
NOTEN:
1) P. Wagner, ’De geestelijke gaven voor de opbouw van de
Gemeente’, pag. 141;
2) ’Bijbelwijzer’, uitg. Ned. Bijbel Genootschap, pag. 70;
3) Nederlands woordenboek;
4) Bijbels woordenboek;
5) P. Wagner, ’De geestelijke gaven.. etc.’ pag. 138/139;
6) D. Prince,’Vijanden die tegenover ons staan’ pag. 63/64;
7) ’De Charismatische beweging’, toespraak door Mw. E. Nannen;
8) vgl. o.a de volgende bronnen: ’Het domein v/d slang’, W.J.
Ouweneel; ’Talen, Tongen’, G.F. Rendall;
9) vgl. ’In drie golven’, Drs. M. Amesz; ’Charisma in golven’,
drs. R.H. Matzken e.a;
10) Religieuze bewegingen in Nederland: Pinksteren (VU-
uitgeverij);
11) ’Charisma in Golven’, drs. R.H. Matzken e.a., pg. 82;
12) ’In drie golven’, Drs. M. Amesz
13) Double-Cross, pg.28, A. Rivera;
14) ’Het domein van de Slang’, W.J. Ouweneel, pg. 292, 293;
15/1)’Twee Heren...’, Rianne v/d Smitte, pg 170;
15/2)’In drie golven,’ M. Amesz.
16) Zie voor verdere studie over dit onderwerp: ’Dwalend Chili-
asme?’, door K. Roeleveld. Uitg. Het Zoeklicht, Postbus 99,
Doorn;
17) ’Stromen van kracht, de nieuwe opwekkingsbeweging’. pg. 35, Ds.
G.Y. Vellenga en Ds. A.J. Kret. Kok, Kampen, 1957;
18) ’Succesvolle huiscelgroepen’, pg. 86, dr. P. Yonggi Cho;
19) id., pg. 38;
20) id., pg. 39;
21) id., pg. 43;
22) id., pg. 69;
23) ’In drie golven’, M. Amesz.
gebruikte hulpmiddelen:
- Bijbels Woordenboek, Dr. L.A. Snijders. Uitg. Thieme,
Zuthpen;
- Bijbelwijzer. Uitg. Nederlands Bijbelgenootschap, Haarlem;
- Prisma woordenboek Nederlands, Pr.Dr. A. Weijnen. Uitg. Het
Spectrum, Utrecht.
AAN TE BEVELEN LITERATUUR:
- ’De Charismatische beweging’, toespraak door
Mw. E. Nannen;
- ’Het domein v/d slang’, W.J. Ouweneel;
- ’Talen, Tongen’, G.F. Rendall;
- ’Charisma in Golven’, drs. R.H. Matzken e.a.;
- ’In drie golven’, Drs. M. Amesz;
- ’Stromen van kracht, de nieuwe opwekkingsbeweging’, Ds. G.Y.
Vellenga en Ds. A.J. Kret. Kok, Kampen, 1957;
- ’Dwalend Chiliasme ?’, door K. Roeleveld.
Uitg. Het Zoeklicht, Postbus 99, Doorn.
Er rusten op de uitgaven van de werkgroep geen rechten.
U bent daarom vrij deze te kopie‰ren en door te geven
aan anderen.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.