De rots als type van Christus (5 en slot)

De rots als type van Christus, (5 en slot), Exodus 33


 


Exodus 33 is een bijzonder gedeelte in Gods Woord. De Here is vertoornd op het volk en dat is begrijpelijk, ze hebben zoals dat staat geschreven gemurmureerd, ze wilden terug naar Egypte, terug naar de slavernij en verdrukking (!). Ze mopperden dat er geen eten en geen water was en last but not least hadden ze zelfs een gouden kalf gemaakt waar ze om heen hadden gedanst. En dan te bedenken dat de Here in Egypte tal van wonderen had gedaan om hen te verlossen, en ook in de woestijn met hen was geweest. Het is goed te beseffen dat deze geschiedenissen voor ons tot voorbeeld en waarschuwing zijn geschreven. Wij zijn soms, net als het volk Israël, nog wel eens geneigd te mopperen en we vergeten ook wel eens wat God in ons leven heeft gedaan.


 


De Here geeft Mozes de opdracht te vertrekken naar het land dat Hij heeft beloofd. Hij zal de vijanden verdrijven, maar Hij zal zelf niet in hun midden optrekken. De reden is: “daar gij een hardnekkig volk zijt”.


 


Mozes neemt als reactie een tent mee en zet deze op ver buiten de legerplaats. Het was een bijzondere gebeurtenis als Mozes naar de tent ging. Elke Israëliet stond dan op en ging aan de ingang van zijn tent staan en ze bleven daar staan totdat Mozes de tent, waar God met hem sprak, in was gegaan. Men zag dan de wolkkolom neerdalen en blijven staan bij de ingang van de tent. Vervolgens boog het hele volk. Het was een zeer indrukwekkende gebeurtenis die plaatsvond. God sprak heel persoonlijk met Mozes, de middelaar tussen God en het volk.


 


Wat in de tent gebeurde was zeer bijzonder, God sprak met Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend. Dit spreekt van Gods zeer vertrouwelijke/intieme omgang met Mozes. Het waren heilige en kostbare momenten daar in de tent in de woestijn.


 


Als nt gelovigen worden we opgeroepen om ons af te zonderen, ons te heiligen en God te zoeken. Als we ons afzonderen van de zonde(n) en ons toewijden aan Hem, dan kunnen en zullen wij, net als Mozes, naar God mogen luisteren en met Hem mogen spreken. Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. Abrahamwerd ook door de Here naar buiten geleid en dáár sprak God met Abraham, heel persoonlijk. Gen. 15:5 ”Toen leidde Hij hem naar buiten, en zeide: Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn”. Zie ook Psalm 25:14 “Des HEREN vertrouwelijke omgang is met wie Hem vrezen”. Reinen van hart, mensen die Hem vrezen en mensen zoals Abraham die luisterden naar Gods stem en zich door Hem naar buiten lieten leiden zullen de Here beter leren kennen.


 


In het gedeelte vanaf vers 12 krijgen we zicht op de inhoud van het gesprek van Mozes met de Here. Mozes vraagt wie God met hem en het volk zou zenden om op te trekken. Hij vraagt de Here om duidelijkheid en dan zegt Mozes “doe ons van hier niet optrekken als Gij Zelf niet mee gaat”. Dat is een prachtige geloofsuitspraak van Mozes. Wat zou het geweldig zijn als wij hetzelfde zouden doen in ons persoonlijke leven: geen stappen zetten als de Here niet met ons meegaat. Dat is nog eens afhankelijk zijn van God!


 


Mozes heeft ook een goede reden om dit te zeggen: “waaraan zal anders geweten worden dat ik en uw volk genade in Uw ogen gevonden hebben”. Als de Here niet mee zou gaan dan was Israël niet anders dan de andere volkeren, juist Zijn aanwezigheid maakte het grote verschil. Het volk Israel was afgezonderd van alle andere volken en de Here was met hen. Zijn aanwezigheid was het bewijs van Gods verkiezende genade voor het volk Israël.


 


Maar Mozes gaat nóg een stap verder in zijn gesprek met de Here, Hij vraagt: “doe mij toch Uw heerlijkheid zien”, Mozes vraagt de heerlijkheid, de glorie, de luister van God te mogen zien. Hij wilde Hem beter leren kennen, want Hij had de Here lief. Het wonderlijke is dat de Here op deze vraag van Zijn dienstknecht ingaat. Hij zegt: “zie bij Mij is plaats”, er is een plaats voor Mozes een plaats door de Here gekozen een plaats bij Hem. En waar is die plaats? Die plaats is op de rots en dat brengt ons bij de Here Jezus. Ook voor ons, en dat is haast niet voor te stellen maar het is toch waar, is een plaats door God gekozen en bereid waar we Gods heerlijkheid en majesteit mogen zien en beleven met ons geestelijk oog en hart. Deze plaats, bij Hem, is gebaseerd op onze Rots, Jezus Christus. Als we, op Gods uitnodiging, als het ware op Hem gaan staan, als Hij het fundament of de basis is van onze levenspraktijk zal God Zijn heerlijkheid aan ons openbaren. De Here openbaart Zich in en door Christus, Hij is het die ons Hem doet kennen, Joh. 1:18. Christus is: “de afstraling zijner (Gods) heerlijkheid en de afdruk van zijn (Gods) wezen.


 


Maar het gaat nóg verder, de Here heeft niet alleen een plaats voor Mozes op de rots, Hij zet Mozes in de rotsholte en bedekt Mozes met Zijn hand. Als wij als NT gelovigen gaan staan op de Rots, op de plaats die God voor ons heeft bereid, dan plaatst Hij ons in de Rots. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat de Almachtige en Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde en van het hele omniversum, vertrouwelijk met u, jou en mij wil omgaan. De Here der heren wil in ons leven komen, ons leiden en maaltijd met ons houden. Dat laatste, maaltijd houden, spreekt van vertrouwelijke of intieme omgang. Hoe is dat mogelijk? Dat is uitsluitend mogelijk omdat Hij zo enorm veel waarde hecht aan het werk van de Here Jezus op het kruis van Golgotha, dáár toonde de Here Jezus volkomen gehoorzaamheid, tot in de dood. Dáár heeft Hij Gods wil tot het alleruiterste volbracht en dáár heeft Hij door Zijn volmaakte offer God op de allergrootste wijze geloofd en geëerd. Daarom en alleen dankzij Hem zet God ons in de Rots en ziet Hij ons in Hem aan. In Hem zijn we volkomen rechtvaardig, heilig en rein. Dat komt omdat God Hem dan ziet en niet ons, wij zijn ahw in de Rots.


 


Mozes, een driftkop die een Egyptenaar doodsloeg mocht vertrouwelijk met God spreken. Waarom? Hij toonde geloof, hij vertrouwde God en God reageert altijd op geloof. In Hebr. 11 staat “Want wie (dat geldt voor ieder mens!) tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. Hij beloont geloof, vertrouwen in Zijn Zoon. Dat gold voor Mozes, dat geldt voor u en mij. Mozes was een driftkop, zijn omgang met God heeft hem veranderd in een zeer zachtmoedig mens. (Num. 12:3 “Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem). De wandel en de omgang met God, die Hem Zijn heerlijkheid deed zien veranderden Mozes. U en ik hebben naar alle waarschijnlijkheid nog nooit iemand doodgeslagen, zoals Mozes, maar ook al is dat wel zo dan geldt voor ons hetzelfde als voor Mozes: God heeft de wereld (ieder mens) lief en God wil Zich aan ieder die gelooft openbaren en Zijn glorie tonen. Het is nu  nog de tijd van genade, gaat tot Hem die u rust kan geven, die uw leven wil vervullen en Die zich bekend wil maken aan u!


 

Terug naar document-overzicht
Dit artikel wordt u aangeboden door Stoelinga.
Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over dit artikel kunt u contact opnemen met de aanbieder.